De hoofdprijs voor innovatie
Soms maak je het mee. Iedereen zei dat het nooit zou kunnen, maar opeens gebeurt het toch. Omdat mensen blijven geloven in de mogelijkheden om iets te veranderen, en er een echte doorbraak wordt bereikt. Je ziet het in de politiek (Barack Obama wordt president van de Verenigde Staten), maar ook in de techniek (de mens zet een voet op de maan).
Techniek is bij uitstek een wereld van vernieuwing. Dat blijkt elk jaar weer bij de uitreiking van De Vernufteling, de onderscheiding van ingenieursvereniging KIVI NIRIA, brancheorganisatie ONRI en het tijdschrift De Ingenieur voor een Nederlands advies- en ingenieursbureau met een baanbrekend idee. Ik ga altijd met veel plezier naar de prijsuitreiking. Het is een feel good happening. In de zaal bruist het van de innovatieve ideeën. Er blijken ontzettend veel jonge talentvolle mensen te zijn die de wereld niet als een gegeven beschouwen. Ze zien vooral uitdagingen om hem beter te maken. Als onverbeterlijke optimist voel ik me daar volkomen thuis.
Voor de Vernufteling 2009 dienden 25 ingenieursbureaus 61 projecten in. Achttien daarvan werden door de jury genomineerd. Eéntje kreeg op 10 juni in Hilversum de prijs: advies- en ingenieursbureau Arcadis. Het bedacht een methode om verontreinigde bodem te saneren én tegelijk warmte/koudeopslag toe te passen, dat wil zeggen de ondergrond te benutten voor verwarming en koeling van gebouwen. Een voormalig bedrijventerrein van Philips in Eindhoven krijgt de primeur. Vanaf nu kunnen we ernstig vervuilde grond in stedelijk gebied goed gebruiken, terwijl nieuwe gebouwen daar op een duurzame manier kunnen worden verwarmd en gekoeld.
Zo’n prijsvraag laat zien wat ingenieurs allemaal kunnen. Het zijn geen Willie Wortels die op hun zolderkamertje met lampjes en draadjes zitten te prutsen. Het zijn sterk betrokken mensen die werken aan projecten die een bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke problemen: vervuiling, energiebesparing, klimaatverandering. Met de inzending van Grontmij, een van de andere genomineerden, kun je bijvoorbeeld duurzame energie opwekken uit afvalwater, voor wel 500.000 woningen.
Opvallend en teleurstellend vond ik dat er maar weinig vertegenwoordigers van de overheid aanwezig waren in Hilversum. Waarom? Men kent de prijsvraag niet, men heeft te weinig interesse of de uitnodiging is niet bezorgd. Hoe dan ook: deze prijsvraag mag geen onderonsje blijven. De overheid moet weten dat ingenieurs werken aan oplossingen voor problemen die ons allemaal raken. En sterker, de overheid moet die kennis gebruiken en de voorwaarden scheppen om die kennis in praktijk te brengen. Want dat kost nog (te) veel tijd. Het zou schelen als de overheid zich daar meer voor zou inzetten. Temeer omdat veel ideeën kans maken op succesvolle toepassing in het buitenland. Terecht stelde staatssecretaris Frank Heemskerk (EZ) onlangs in het Financieele Dagblad dat de export van Nederlandse waterkennis beter moet. Nederlandse drinkwaterbedrijven mogen nu nog slechts 1 procent van hun omzet in het buitenland halen. Dat is vreemd als je bedenkt hoeveel expertise die bedrijven hebben opgebouwd.
Heemskerk zal zijn collega Jacqueline Cramer (VROM) hierop moeten aanspreken, die op haar beurt van het kabinet ruimte moet krijgen om te doen wat ze hoognodig moet doen: stevig werk maken van innovatie, de advies- en ingenieurswereld een helpende en stimulerende hand bieden bij het vertalen van creatieve ideeën in kansrijke toepassingen. Pas dan krijgen Nederlandse bureaus niet alleen de Vernufteling, maar ook de hoofdprijs.
Ed Nijpels
Voorzitter ONRI, brancheorganisatie van advies-, management- en ingenieursbureaus
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.