Advertentie

Geen uitstel voor conflictenregeling

De afgelopen decennia waren er vele meningsverschillen over de wijze waarop het Koninkrijk opereert jegens de Caribische landen en dan is het in ieder geval wenselijk om bij juridische interpretatieverschillen over de betekenis en reikwijdte van het Statuut een onafhankelijk oordeel te kunnen vragen. Een dergelijk onafhankelijk oordeel kan alleen maar worden gegeven door een rechterlijke instantie. En het is vooral op dat punt dat de schoen wringt.

08 juni 2018

Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken heeft laten weten dat de invoering van een conflictenregeling in het Koninkrijk geen prioriteit heeft en voorlopig wordt uitgesteld. Dat is een merkwaardig, maar vooral ook onaanvaardbaar voornemen. Bij de ontvlechting van de Nederlandse Antillen in 2010 is art. 12a in het Statuut opgenomen. Dat artikel verplicht tot de invoering van een vorm van onafhankelijke conflictbeslechting bij geschillen tussen de landen van het Koninkrijk en de Koninkrijksinstellingen. 

De afgelopen decennia waren er vele meningsverschillen over de wijze waarop het Koninkrijk opereert jegens de Caribische landen en dan is het in ieder geval wenselijk om bij juridische interpretatieverschillen over de betekenis en reikwijdte van het Statuut een onafhankelijk oordeel te kunnen vragen. Een dergelijk onafhankelijk oordeel kan alleen maar worden gegeven door een rechterlijke instantie. En het is vooral op dat punt dat de schoen wringt.

Minister Plasterk had – mede op aangeven van de Raad van State – een soort versterkt Kroonberoep op het oog. Een vorm die lijkt op de wijze waarop nu het financieel toezicht op de Caribische landen is geregeld. Dat voorstel stuitte in de Cariben op hevig verzet en het ziet ernaar uit dat staatssecretaris Knops met dat voorstel van Plasterk niet verder wil. Dat is pure winst, want het versterkte Kroonberoep kon in vrijwel geen enkel opzicht de toets der kritiek doorstaan. Het gaat daarbij niet om een echt onafhankelijke instantie. En omdat er toch al veel samenval is tussen Nederlandse- en Koninkrijksinstellingen voedt dat het wantrouwen alleen maar meer.

Het op de lange baan schuiven van de invoering van de statutair verplichte conflictenregeling is echter nog vele malen erger dan de invoering van het versterkte Kroonberoep. Sinds 2010 worden de Caribische landen door het Koninkrijk sterk aan de teugel gehouden. Op diverse terreinen is er verscherpt toezicht en er hebben allerlei interventies plaats gevonden. Het Statuut heeft in dat opzicht een opmerkelijke revival ondergaan. En onder die omstandigheden is het onaanvaardbaar dat de beoogde conflictenregeling – die uitdrukkelijk als tegenwicht was bedoeld – nu al acht jaar achter de horizon is verdwenen. Indien het oogmerk is om de verhoudingen in het Koninkrijk te pacificeren en te verbeteren, is een dergelijke handelwijze onverstandig en onwenselijk.

Zowel de Caribische landen als de Koninkrijksinstellingen zijn gebaat bij eenvormige en geaccepteerde interpretaties van de statutaire bepalingen en bevoegdheden. Gezaghebbende rechterlijke uitspraken kunnen rust en vertrouwen brengen in de onderlinge verhoudingen. De redenering van de staatssecretaris dat de wederopbouw van Sint Maarten en andere zaken nu voorgaan, is penny wise, pound foolish.

Het zullen vooral de Caribische landen moeten zijn die een luid protest moeten laten horen. Ingezet moet worden op een voor een ieder aanvaardbare vorm van rechtelijke beoordeling. Die kan op allerlei manieren in elkaar worden gestoken. En daarbij lijkt de vorming van een speciaal rechterlijk college, met personele deelname van de Hoge Raad, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de meest voor de hand liggende variant. Er is dus werk aan de winkel en staatssecretaris Knops kan niet verzaken. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie