Alleen nog maar heldere beleidsstukken
Eenvoudige taal hanteren betekent in Oss, net als bij steeds meer andere gemeenten en overheidsinstellingen: schrijven op B1-niveau.
Steeds meer gemeenten communiceren alleen in eenvoudige taal met de burger. Taaldeskundigen hebben hun twijfels. ‘In een beleidsstuk werken dwingende regels belemmerend.’
Prijs
Stichting Lezen & Schrijven en het Nederlands Debat Instituut reikten tijdens verkiezingsdebatten in februari en maart in verschillende gemeenten prijzen uit aan de ‘meest begrijpelijke spreker’: lokale politici die in duidelijke taal hun standpunten wisten uit te leggen.
Driedaagse training ambtenaren
Nu hebben in Oss – waar in november raadsverkiezingen zijn – alle politieke partijen (op één na) zich verplicht om ook hun verkiezingsprogramma’s in begrijpelijk Nederlands op te stellen. Dat laatste is voornamelijk te danken aan Aysegül Demirci en Theodora Verploegen, communicatie-adviseurs bij deze gemeente. Ze hebben de afgelopen drie jaar met hun project ‘Klare Taal’ de hele organisatie weten te doordringen van het belang van duidelijk schrijven.
Taalcoach
Alle 350 ambtenaren in Oss die weleens iets moeten schrijven wat bestemd is voor burgers, volgden een driedaagse training ‘eenvoudig Nederlands’ door Bureau Taal uit Beusichem. De veertig meest enthousiaste deelnemers werden benoemd tot ‘taalcoach’, zij dienen als vraagbaak voor collega’s. Iedere afdeling heeft er minimaal één.
Schrijven op B1-niveau
Eenvoudige taal hanteren betekent in Oss, net als bij steeds meer andere gemeenten en overheidsinstellingen: schrijven op B1-niveau. Bureau Taal, samenwerkingspartner van Oss en 45 andere gemeenten, maakt gebruik van het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) om het taalniveau van teksten vast te stellen. B1 zou het ideale niveau zijn voor het communiceren met burgers omdat teksten in die moeilijkheidsgraad voor 95 procent van de bevolking begrijpelijk zouden zijn.
Methode volgens hoogleraar dubieus
Carel Jansen ziet de toename van het schrijven op B1-niveau met lede ogen aan. ‘Het Europees Referentiekader is ontwikkeld om de taalvaardigheid van mensen te meten, niet de moeilijkheidsgraad van teksten’, stelt de hoogleraar communicatie- en informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Bovendien gaat het bij het ERK over kennis van vreemde talen, niet over het begrijpen van je moedertaal. Wetenschappelijk gezien is deze methode dus dubieus.’
Beleidsstukken
Het zou volgens Jansen allemaal niet zo erg zijn als het B1 goed werkte ‘Maar dat is naar mijn idee lang niet altijd zo. Bij teksten die uitleggen wat je moet doen, zoals handleidingen, is het voor iedereen prettig wanneer die in eenvoudige taal zijn gesteld. Korte zinnen, geen moeilijke woorden. Maar in andersoortige teksten, zoals een beleidsvisiestuk, is de kans groot dat je je doel voorbijschiet wanneer je jezelf diezelfde dwingende regels van eenvoud oplegt. Soms kun je de complicaties van de werkelijkheid dan geen recht doen. Als betrokken burger wil ik kunnen meedenken over – soms ingewikkelde – beleidskwesties. Al te simpele teksten kunnen dat belemmeren.’
Leken een taalcursus van drie dagen laten volgen en hadsiekiedee: de besten zijn al taalcoach.
Op geen enkel ander serieus vakgebied zou zoiets kunnen, maar wel als het om (de Nederlandse) taal gaat.
In- en intriest.