Advertentie

Commissie ontleed

Het gebrek aan innovatiekracht van Nederland en de onbetrouwbaarheid van stemmachines: wat hebben deze kwesties met elkaar gemeen? Het juiste antwoord is: bestuurders hebben geprobeerd ze op te lossen door het instellen van een commissie.

18 februari 2011

Het zijn tevens twee van de zes casussen die de Tilburgse bestuurskundige Martin Schulz beschrijft in zijn proefschrift over het verschijnsel van de commissie in het openbaar bestuur. Hij heeft daarbij behalve naar de rijksoverheid, ook naar de provincie en de gemeente gekeken.

 

Op het oog lijken door de overheid ingestelde commissies allemaal erg op elkaar, stelt Schulz, ook al kan de aanleiding verschillen. Maar als je beter kijkt, zijn er grote verschillen. Zo zijn er commissies die zich vaak niet zo gedragen als vooraf verwacht en bedoeld. De commissie Besluitvorming Stemmachines bijvoorbeeld, was ingesteld om de ontwikkelingen van de afgelopen decennia op stemgebied te evalueren, maar in de praktijk bleek de onderzoekscommissie vooral belangstelling te hebben voor wat er fout was gegaan.

 

In dat opzicht is ook de commissie- Davids (onderzoek besluitvorming Irak) interessant. Bij de instelling zag de oppositie de commissie vooral als de zoveelste poging van ministerpresident Balkenende om een politiek probleem te ontlopen, maar bij de publicatie van het eindrapport was er juist lof over het boven halen van de onderste steen.

 

Voorzitter Davids heeft zelf een belangrijke rol gespeeld in dit proces. Door niet te doen wat hem was gevraagd; het opnemen van oudbewinds lieden in zijn commissie, en door keihard het gevecht om vertrouwelijke documenten aan te gaan, heeft hij de beeldvorming van een ‘ijskast- commissie’ weten om te zetten in die van een echte onderzoekscommissie. Uit de reactie van de ministerpresident kan worden afgeleid dat dit niet zo was bedoeld.

 

Deze gang van zaken roept de vraag op hoe de interactie eigenlijk verloopt in de praktijk tussen bestuurders en de door hen ingestelde commissies, zeker bij politiek heikele kwesties. Jammer genoeg gaat Schulz daar nauwelijks op in, ondanks het feit dat hij in twee van de onderzochte commissies zelf als secretaris overal bij zat.

 

Als lid van de door Schulz ook onderzochte Nationale Conventie heb ik mij - zeker achteraf - verbaasd en geërgerd over de sturing en manipulatie die wij ons als commissieleden hebben laten welgevallen. Dat komt vast veel vaker voor. Schulz stipt het wel aan als hij zijn eigen analyse van het Innovatieplatform afzet tegen de vernietigende beschouwing door voormalig secretaris Frans Nauta (Het innovatieplatform. Innoveren in het centrum van de macht), maar hij kiest zelf voor een afstandelijker benadering.

 

De waarde van dit boek zit hem dus niet zozeer in een kijkje in de keuken, maar meer in de typering van het verschijnsel commissie, haar aanleiding, taken, samenstelling en werkwijze, en wat dat betekent voor het effect van de commissie.

 

Martin Schulz: De commissie. Over de politiek-bestuurlijke logica van een publiek geheim, Boom Lemma, Den Haag, 2010, 389 pagina’s, ISBN 978 9059315914, € 42,00.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie