Grensmakelaar sterft stille dood
Commissarissen der Koningin krijgen een centrale rol in de grensoverschrijdende samenwerking. Tegen het advies in van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) heft het kabinet de functie van grensmakelaar op.
Samenwerking
Twee jaar geleden was Wim van Gelder door toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst aangesteld als grensmakelaar. Zijn voornaamste taak was het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking en het aanpakken van problemen die mensen ondervinden bij het wonen en werken over de landsgrens. De oud-CdK van Zeeland was het boegbeeld van de grensoverschrijdende aanpak en aanspreekpunt voor de buurlanden.
Onzichtbaar
Met name vanuit Limburg was er veel kritiek op zijn functioneren. Van Gelder zou volgens Statenleden uitblinken in ‘onzichtbaarheid’. Ondanks een positieve eindbeoordeling heeft het kabinet een einde gemaakt aan de tijdelijke functie. Zijn contract werd na afloop van de termijn (eind juni) niet verlengd.
Oplossen grensproblemen
De bedoeling is dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en de CdK’s een nadrukkelijkere rol gaan spelen waar het grensoverschrijdende samenwerking betreft. Met name de CdK’s zijn volgens Den Haag in de grensregio in eerste instantie verantwoordelijk voor het oplossen van grensproblemen en voor contacten met de buurlanden. ‘Door hun binding met het gebied weten zij het beste wat er speelt en zij hebben er belang bij problemen op te lossen’, aldus Binnenlandse Zaken. Hun grotere rol past ook in de decentralisatieagenda dit kabinet.
Bureaucratie
Ook een ander advies van de Rob legt het kabinet naast zich neer: het instellen van een zogeheten grenslandtoets. Volgens de adviesraad zou het wenselijk zijn voorgenomen beleid en wetgeving te toetsen op mogelijk onbedoelde belemmerende effecten voor decentrale overheden aan de grens. Die toets zou integraal onderdeel moeten worden van het wetgevingsproces. Het kabinet beschouwt dat echter als een te zwaar middel. En het zou leiden tot ‘onnodige bureaucratie’.
Waarom niet alle ambtenaren vervangen door uitzendkrachten?