Verbonden bestuur is wethoudersbestuur
Het totale decentralisatiebudget per gemeente zal ongeveer 70 procent zijn van het bestaande gemeentelijk budget.
De Eerste Kamer moet binnenkort beslissen over de jeugdzorg. Daarna volgen de andere decentralisatiedossiers en de daarbij horende wetgeving. Een van de belangrijkste vragen is hoe een en ander in het lokale en regionale bestuur wordt ingebed. De lopende transitiearrangementen jeugdzorg geven daarvan een eerste beeld.
In de congruente samenwerkingsverbanden worden de bevoegdheden toebedeeld aan de colleges. In de kleinere gemeenten gaan deze bevoegdheden vervolgens voor een belangrijk deel naar het regionale niveau. Dat regionale niveau bestaat dan uit een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit de wethouders sociaal domein. Uit hun midden benoemen deze wethouders eventueel een kleiner dagelijks bestuur. Het is aannemelijk dat dit format ook zal worden gehanteerd bij de dossiers werk en inkomen en het AWBZ-dossier.
Concreet is dan het volgende aan de hand. Het totale decentralisatiebudget per gemeente zal ongeveer 70
procent zijn van het bestaande gemeentelijk budget. Een gemeente van 10.000 inwoners heeft bijvoorbeeld een budget van 20 miljoen euro. Na de decentralisatie komt er dan in die gemeente 15 miljoen euro bij voor de nieuwe taken. Die nieuwe taken moeten worden uitgevoerd. Er moet stevig op worden bezuinigd. Er is een geheel nieuwe ambtelijke dienst voor nodig. En er kan worden gedifferentieerd. Al deze onderdelen vergen stevige en zwaarwegende politieke keuzes. Maar wie gaat die politieke keuzes maken?
In de congruente samenwerkingsverbanden hebben de wethouders sociaal domein met veel enthousiasme en inzet de transitie van de jeugdzorg opgepakt. Nederland is wethoudersland. Onze wethouders zijn heel wat mans en vrouws. Toen bekend werd dat staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, VWS) had besloten om de AWBZ-overdracht naar de gemeenten te beperken, leidde dit tot een golf van ongenoegen bij de wethouders sociaal domein. Het is dus duidelijk dat de betreffende wethouders staan te springen om dit nieuwe takenpakket zo goed mogelijk vorm en inhoud te geven en daar zal men ook wel grotendeels in slagen.
Zeer belangrijk is echter de vraag of dit verbonden bestuur van wethouders geheel zonder risico is. Op dat punt zijn er veel zorgen en vragen. Het samenwerkingsmodel dat hier wordt gehanteerd, lijkt sterk op dat van de voormalige regionale politie. Burgemeesters vormden in het regionale college het bestuur over de regionale politie. Na invoering was het directe gevolg dat de gemeenteraden vrijwel iedere invloed op het politiebestuur verloren. Dit ondanks allerlei pogingen om dit te borgen en te regelen. Ook nu zal worden geprobeerd om de gemeenteraden zoveel mogelijk te betrekken bij het verbonden bestuur van wethouders. In de praktijk zal dat heel moeilijk blijken te zijn.
Bij de transitie jeugdzorg wordt bijvoorbeeld wel geadviseerd om de raden te betrekken, maar er wordt ook gemeld dat vanwege het noodzakelijke tempo dit ook eventueel achterwege kan worden gelaten. Bij regionale samenwerking op collegeniveau is er altijd de vraag hoe wordt besloten. Uiteindelijk zal ook de meerderheidsregel van toepassing zijn, want unanimiteit schiet niet op. Dat betekent dat afzonderlijke gemeenteraden mooie kaders kunnen stellen en aan de wethouder sociaal domein allerlei wensen en verlangens mee kunnen geven, uiteindelijk kan dat alles in regionaal verband worden weggestemd. De wethouder heeft dan zijn best gedaan, maar kan aan de gemeenteraad niet veel meer melden.
Een en ander betekent dat in de nieuwe situatie een groot deel van het gemeentelijk budget buiten de gemeente wordt beheerd en bestuurd. Er ontstaan bovendien binnen de colleges curieuze verhoudingen. Een van de wethouders – de superwethouder sociaal domein - draagt verantwoordelijkheid voor meer dan de helft van het lokale budget. Het college als geheel verliest echter invloed op bijna de helft van het budget, omdat dit college afhankelijk wordt van de besluitvorming van de gezamenlijke wethouders in het congruente samenwerkingsverband.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.