CDA: wel meebesturen, maar niet overvragen
Het CDA moet niet vrijwillig verkassen naar de provinciale oppositiebankjes. Dat is ‘bestuurlijke kapitaalvernietiging’, zeggen prominente bestuurders van de partij.
De Limburgse gouverneur Leon Frissen zei vorige week dat het CDA er beter aan doet zelf de oppositiebankjes op te zoeken. Volgens hem moet de partij wat ‘nederiger’ zijn, na de grote nederlaag bij de Statenverkiezingen. Zijn opvatting wordt niet door alle CDAcoryfeën gedeeld.
Kunnen de provincies bestuurd worden zonder het CDA? Volgens oud-CDA-senator Wolter Lemstra kan dat wel, maar het zou volgens hem leiden tot ‘grootschalige bestuurlijke kapitaalvernietiging.’ ‘Ik vind niet dat de partij a priori in de oppositie moet gaan, nu zij landelijk een klap op de kop heeft gekregen,’ aldus Lemstra. ‘Het CDA heeft grote en langdurige bestuurlijke ervaring in de provincies. Dat kapitaal zou ik niet al te gauw te grabbel gooien. Het is onverstandig naar aanleiding van de nederlaag stuivertje te wisselen en te zeggen: laat de PVV maar ruimschoots binnenwandelen. Die partij ontbeert bestuurlijke ervaring.’
Simpel
‘Voor mij ligt het simpel,’ zegt Hester Maij, lid van het landelijk partijbestuur en voorzitter van het CDA in Overijssel. ‘De kiezer bepaalt wie er regeert en wie de coalities vormt. Ik vind het merkwaardig om al van tevoren te zeggen: wij doen niet mee, maar kiezen voor een oppositierol. Dat is een rare opvatting, niet alleen vanuit de optiek van het CDA trouwens. Elke politieke partij wil besturen,omdat ze een boodschap heeft en een bepaalde visie. Die uitdragen gaat beter als je mee bestuurt.’
Verhagen
‘Ik zie wel wat in de stiel van Verhagen,’ zegt ook Lemstra, ‘Namelijk: alles liever dan in de oppositie. Wel moet er heel goed gekeken worden naar welke combinaties er mogelijk zijn.’ Hij voorziet een rol voor D66 en GroenLinks, ‘gezien de grote ambities van die partijen om mee te regeren’: ‘Die partijen hebben lokaal laten zien dat ze goede bestuurders kunnen leveren.’
Bescheidenheid
In de provincie Overijssel is het CDA nog steeds de grootste, maar de partij leverde net zoals elders flink in, van zeventien naar elf zetels. ‘Bij die positie past bescheidenheid,’ aldus Maij. ‘Je hebt niet automatisch het recht het voortouw te nemen ómdat je nog de grootste bent. Bescheidenheid zou vertaald kunnen worden in de portefeuilleverdeling, of het aantal gedeputeerden dat je levert. Ook dat is een vertaling van de wil van de kiezer.’
In Gelderland ging het CDA van vijftien naar negen zetels. ‘Een fors verlies,’ zegt CDA-gedeputeerde Hans Esmeijer. ‘Dat je bent afgestraft wil niet zeggen dat je berouwvol in een hoekje moet zitten. Je moet alleen niet overvragen. Maar tegenover onze kiezers hebben we de plicht eruit te halen wat erin zit. Er is in Gelderland maar één winnaar, en dat is de VVD. Dat wil niet zeggen dat alle anderen verliezers zijn, omdat ze kleiner zijn.’
Ook Lemstra hamert op bescheidenheid: ‘Het past het CDA een toontje lager te zingen, en niet meer leading te willen zijn bij de college- en programmavorming. Dat zijn ze van huis uit niet gewend, omdat ze altijd hoog te paard hebben gezeten. Ze zullen dat de komende periode moeten leren.’
De versplintering van het politieke landschap vergt volgens Maij stevige bestuurders met ervaring. ‘Dat partijen nu qua grootte naar elkaar zijn gekropen, maakt alles veel complexer. Het vergt van bestuurders behendigheid om toch slagvaardig te opereren. Het wordt een stuk ingewikkelder om een onderwerp door de Staten te halen, dat afwijkt van wat is afgesproken in een akkoord.’
Eerste Kamer
Hester Maij ziet een grotere rol voor de kleinere partijen. ‘Op provinciaal niveau krijgen we mogelijk een zelfde soort discussie als in de Eerste Kamer, waar de SGP zaken wil doen met het kabinet.’ In de senaat haalden de coalitiepartijen waarschijnlijk één zetel te weinig voor een meerderheid, die alsnog bereikt zou kunnen worden met gedoogsteun van de SGP.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.