Niet ieder informatieverzoek is een Wob-verzoek!
Niet ieder informatieverzoek is een Wob-verzoek! Uitspraak Raad van State: kwalificatie Wob-verzoek
Het kerndoel dat wordt gediend met de Wob is het reguleren van de openbaarheid van het bestuur en de informatievoorziening daarvan. Uit de praktijk blijkt echter dat er vaak misbruik wordt gemaakt van de instrumenten die de Wob biedt, of dat de instrumenten uit de Wob niet worden gebruikt voor het doel waarvoor ze in het leven zijn geroepen (bijvoorbeeld Raad van State 17 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:104). Dit volgt deels uit het gegeven dat de verzoeker bij zijn Wob-verzoek geen belang hoeft te stellen. Het vragen van informatie om een persoonlijk belang met het oog op een procedure, maakt bijvoorbeeld nog niet dat er geen sprake is van een Wob-verzoek.
Het oogmerk van een verzoeker kan overigens wel van belang zijn bij de beoordeling van de vraag of een Wob-verzoek daadwerkelijk is aan te merken als een Wob-verzoek. Het is daarom nuttig om als bestuursorgaan kritisch te zijn ten aanzien van de kwalificatie van een ontvangen Wob-verzoek. Onder meer omdat tegen de beslissing op een Wob-verzoek bezwaar, beroep en hoger beroep openstaat, kan de behandeling van dergelijke verzoeken voor overheidsinstanties geld- en tijdrovend zijn.
Uitspraak Raad van State: kwalificatie Wob-verzoek
De Raad van State heeft in de uitspraak d.d. 20 mei jl. (ECLI:NL:RVS:2020:1268) een voor de praktijk interessante uitspraak gedaan over de kwalificatie van een informatieverzoek als een Wob-verzoek. Daaruit volgt dat niet ieder informatieverzoek een Wob-verzoek is, ongeacht of de verzoeker het als dusdanig aanmerkt.
De Raad van State formuleert in de uitspraak drie uitzonderingen op de hoofdregel dat een verzoek aan een bestuursorgaan om informatie vervat in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid, een Wob-verzoek is. Een informatieverzoek kwalificeert niet als een Wob-verzoek indien (1) uit de aard van het verzoek, (2) de inhoud van het verzoek, of (3) de uitlatingen van de verzoeker, blijkt dat de verzoeker geen Wob-verzoek heeft beoogd in te dienen.
Als voorbeelden noemt de Raad van State onder meer de situaties dat iemand vraagt om informatie of om toezending van stukken in een procedure waarin hij belanghebbende of partij is. Een andere genoemde uitzondering is de situatie waarin de verzoeker aangeeft dat hij niet wil dat de informatie openbaar wordt gemaakt. Het bestuursorgaan moet deugdelijk kunnen motiveren dat zich een uitzondering op de hoofdregel voordoet. Soms is daarvoor overleg met de verzoeker noodzakelijk.
Praktische relevantie
Indien beargumenteerd kan worden dat een informatieverzoek op grond van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen géén Wob-verzoek is, betekent dit niet zonder meer dat op dat verzoek niet hoeft te worden gereageerd. Het afwegingskader bij het verstrekken van informatie is dan wel anders. Openbaarmaking is dan ook niet aan de orde. Ook kan de uitkomst zijn dat informatieverstrekking achterwege blijft of beperkt is. De reactie op het verzoek is in een dergelijk geval doorgaans tevens géén besluit is in de zin van de Awb, tenzij de reactie een andere bestuursrechtelijke grondslag heeft (zoals de reactie op een inzageverzoek op grond van de AVG). Indien de reactie niet kwalificeert als een besluit in de zin van de Awb, staat daartegen ook geen bezwaar open.
Een overheidsinstantie doet er goed aan om een ontvangen Wob-verzoek kritisch onder de loep te nemen. De kwalificatie van een verzoek kan namelijk gevolgen hebben voor de inhoud van de reactie en het eventuele juridische gevolg.
Heeft u vragen?
Heeft vragen of komen bij u andere vragen op, dan kunt u altijd contact met een van advocaten van Capra Advocaten opnemen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.