bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Het overgangsrecht van de Wgr

Het overgangsrecht van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

23 november 2015

AfbeeldingMr. F.I.M. (Fatou) Tevette

  Capra heeft al vaker aandacht besteed aan het feit dat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 januari 2015 is gewijzigd. Nu de gewijzigde Wgr het eenjarig jubileum nadert, is het een goed moment om stil te staan bij het overgangsrecht dat nog maar tot 1 januari 2016 geldt. 

Het overgangsrecht bestaat uit vier artikelen en heeft betrekking op artikel 10, lid 2, artikel 13, leden 1 en 10 en artikel 14 van de Wgr. Deze artikelen gaan over het wijzigen van de bevoegdheden van het algemeen bestuur en over de samenstelling van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam.

Wijziging bevoegdheden algemeen bestuur

De mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen in de bevoegdheden van de gemeenschappelijke regeling is opgenomen in artikel 10, lid 2 Wgr. Onder het oude recht kon het algemeen bestuur van het openbaar lichaam zelfstandig besluiten om bevoegdheden van de deelnemers aan zichzelf over te dragen, dus zonder dat die deelnemers daarover een besluit namen. Per 1 januari 2015 kan dat niet meer. Natuurlijk kunnen de deelnemers wel zelf besluiten om hun bevoegdheden over te dragen.

Voldoet een gemeenschappelijke regeling nog niet aan het nieuwe artikel 10, lid 2 Wgr, dan blijft op grond van het overgangsrecht het oude artikel 10, lid 2 Wgr nog tot 1 januari 2016 gelden.   Samenstelling algemeen bestuur Artikel 13 Wgr regelt de samenstelling van het bestuur van het openbaar lichaam ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling en is ook per 1 januari 2015 gewijzigd. Onder het oude recht kwam het bijvoorbeeld regelmatig voor dat het algemeen bestuur van het openbaar lichaam van een raadsregeling (een gemeenschappelijke regeling getroffen door gemeenteraden) uitsluitend bestond uit wethouders. Dat mag niet meer. Voortaan moet op grond van het gewijzigde artikel 13 Wgr het algemeen bestuur van het openbaar lichaam ingesteld bij raadsregelingen bestaan uit raadsleden.

Bij een zogenaamde gemengde regeling (een gemeenschappelijke regeling die mede is getroffen door raden) bestaat nog wel de mogelijkheid dat alleen wethouders feitelijk het algemeen bestuur vormen.

Op grond van het overgangsrecht moet de samenstelling van het bestuur uiterlijk op 1 januari 2016 in overeenstemming zijn met het gewijzigde artikel 13 Wgr.

Samenstelling dagelijks bestuur De leden van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam mogen nooit de meerderheid uitmaken van het algemeen bestuur, zo bepaalt het per 1 januari 2015 gewijzigde artikel 14 Wgr. Ook voor deze bepaling geldt dat hieraan uiterlijk op 1 januari 2016 moet zijn voldaan.   Het overgangsrecht eindigt op 1 januari 2016 Regelingen die op 1 januari 2016 niet aan de gewijzigde Wgr voldoen, zijn in strijd met de wet. Dat heeft tot gevolg dat het zittende bestuur niet bevoegd is om besluiten te nemen. U loopt dan het risico dat een rechter een onbevoegd genomen besluit vernietigt, met alle gevolgen van dien. Het is dus de hoogste tijd om actie te ondernemen als uw gemeenschappelijke regeling respectievelijk de samenstelling van het bestuur nog niet (geheel) voldoet aan de wet.   GR-scan Capra kan u uiteraard ondersteunen bij het actualiseren van uw gemeenschappelijke regelingen. Om u van dienst te zijn, hebben wij bovendien de GR-scan ontwikkeld. De GR-scan houdt in dat wij uw gemeenschappelijke regeling toetsen aan de per 1 januari 2015 gewijzigde Wgr en op basis daarvan tekstvoorstellen aanreiken voor de aan te brengen veranderingen. Daarnaast kunnen wij bekijken of er nog andere wijzingen wenselijk zijn. In een afsluitend gesprek lichten wij onze bevindingen toe. In aanvulling op de GR-scan kunnen wij u vanzelfsprekend ook ondersteunen in de procedure tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling en bij het verder aanpassen van de gemeenschappelijke regeling.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.