bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Vervolg Vrijwillige vertrekregeling in Sociaal Plan is geen RVU

Vervolg Vrijwillige vertrekregeling in Sociaal Plan is geen RVU. Het is nog even wachten op het arrest van de Hoge Raad, maar de verwachting is dat deze zich spoedig zal aansluiten bij het oordeel van de A-G en het Hof.

27 februari 2018

AfbeeldingMr. drs. H.J.M. (Sjoerd) Richters

In mijn artikel ‘Vrijwillige vertrekregeling in Sociaal Plan is geen RVU’ heb ik laten weten dat het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling in het kader van een reorganisatie niet kwalificeert als Regeling voor Vervroegde Uitkering (RVU). De staatssecretaris van Financiën is in cassatie gegaan. De advocaat-generaal (lees: adviseur) van de Hoge Raad is het met het Hof eens. Het is nog even wachten op het arrest van de Hoge Raad, maar ik verwacht dat deze zich spoedig zal aansluiten bij het oordeel van de A-G en het Hof. 

Wat is ook alweer een Regeling voor Vervroegde Uittreding?

Laat mij het in herinnering voor u oproepen. Voor de wetgever is nog altijd leidend dat eerder stoppen met werken beslist niet moet worden aangemoedigd. Wanneer een ontslagvergoeding uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bedoeld is om te dienen als ‘brug’ tot aan het pensioen, dan staat daarop een straf voor de werkgever in de vorm van een boete-heffing van 52% over de ontslagvergoeding (artikel 32ba, lid 6, van de Wet op de Loonbelasting 1964).

Wat is er aan de hand?

Een werkgever heeft een reorganisatie aangekondigd, als gevolg waarvan ten minste 230 arbeidsplaatsen zouden vervallen. De werkgever is samen met de bonden een Sociaal Plan overeengekomen met onder meer een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling. Doel van die regeling is om werknemers die willen blijven werken niet te hoeven ontslaan omdat andere werknemers onder dezelfde voorwaarden wel ontslag willen nemen. Wie in aanmerking komt voor re-organisatieontslag krijgt een eenmalige ontslagvergoeding die wordt berekend op basis van de oude kantonrechtersformule. De belastinginspecteur weigert vervolgens een beschikking af te geven, inhoudende dat het Sociaal Plan inclusief de vrijwilligers- en plaatsmakersregeling niet aangemerkt wordt als RVU. Zowel de rechtbank als het Hof heeft de vraag of het Sociaal Plan kwalificeert als een RVU ontkennend beantwoord.

Cassatieberoep

In zijn cassatiemiddel betoogt de staatssecretaris dat het gebruik van de vrijwillige vertrekregeling afhankelijk is gesteld van de intentie van de werknemer en (dus) niet van objectieve criteria (denk aan het afspiegelingsbeginsel), zodat niet vooraf zekerheid gegeven kan worden of de regeling als RVU kwalificeert. Het Hof miskent volgens de staatssecretaris dat de bedoeling van de regeling pas kenbaar wordt uit de feitelijke werking daarvan. De staatssecretaris stelt verder dat de regeling in de praktijk met name oudere werknemers dient, gegeven i) de feitelijke uitstroom en ii) de hoogte van de beëindigingsvergoeding, en dus als RVU kwalificeert.

Conclusie A-G

A-G Niessen betoogt dat de belastingsinspecteur de regeling dient te toetsten en niet de op grond van de regeling met de individuele werknemer getroffen ontslagvergoeding. De bedoeling van de regeling moet blijken uit de in de regeling opgenomen objectieve criteria. Met objectieve criteria bedoelt A-G Niessen ‘niet leeftijdsgerelateerde criteria’ of ‘criteria in overeenstemming met arbeidsrechtelijk aanvaarde beginselen’. De A-G stelt dat de inspecteur bij de beoordeling een geobjectiveerde toets moet aanleggen op grond van de waarneembare eigenschappen van de regeling. Dat impliceert dat geen doorslaggevende betekenis moet worden toegekend aan (de bekendheid met) de feitelijke uitstroom en de hoogte van de feitelijke overeengekomen beëindigingsvergoeding. Dat uiteindelijk voornamelijk oudere werknemers gebruik maken van de vrijwillige vertrekregeling doet in principe niet ter zake. Aangezien hier sprake is van een regeling die ertoe strekt i) alle werknemers, ongeacht hun leeftijd, een mogelijkheid te bieden om vrijwillig het dienstverband te beëindigen, en zodoende plaats te maken voor een andere werknemer, tegen ii) een beëindigingsvergoeding op basis van de – binnen het arbeidsrecht aanvaarde – kantonrechtersformule, kwalificeert het Sociaal Plan inclusief de vrijwilligers- en plaatsmakersregeling niet als RVU.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.