bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Toename van arbeidsrechtelijke rechtszaken over ambtenaren

Toename van arbeidsrechtelijke rechtszaken over ambtenaren. Een bespreking van vijf gepubliceerde recente uitspraken

07 augustus 2020
Korevaar.png

Na de invoering van de Wnra per 1 januari 2020 was de vraag hoe lang het zou duren voordat er gepubliceerde arbeidsrechtelijke uitspraken zouden komen over ambtenaren. Dat zijn uitspraken waaraan in de blog publiek arbeidsrecht aandacht besteed wordt. Wat al wel een beetje te verwachten was, is uitgekomen: het heeft even geduurd voordat ook de overheidswerkgevers en werknemers de gang naar de kantonrechter hebben weten te vinden. In het eerste halfjaar van 2020 verschenen er maar enkele gepubliceerde uitspraken. Dat betekent natuurlijk niet dat er geen arbeidsrechtelijke geschillen waren. Zeker in de overheidspraktijk geldt dat veel zaken geschikt worden en dus niet tot een rechtszaak leiden. Daarnaast is van belang dat lang niet alle arbeidsrechtelijke uitspraken gepubliceerd worden en dat geldt ook ten aanzien van uitspraken over ambtenaren, zoals Capra uit eigen ervaring weet.

Inmiddels is er een duidelijk toename te zien in het aantal uitspraken in het publieke arbeidsrecht. Hierna bespreken we vijf gepubliceerde recente uitspraken.


1. Ontbinding arbeidsovereenkomst Universitair docent wegens onvoldoende functioneren; wel of niet ziek is niet van belang

Met een zeer uitvoerig gemotiveerde beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst van een universitair docent ontbonden op de d-grond (onvoldoende functioneren).

 

Een Wnra geval
Aan het begin van de uitspraak wordt erop gewezen dat de ambtelijke aanstelling van de werknemer op grond van de Wnra per 1 januari 2020 een arbeidsovereenkomst is geworden.  Dat betekent niet dat de universitair docent nog steeds ambtenaar is. Op grond van artikel 2, lid 2 onder d van de Ambtenarenwet 2017 zijn openbare universiteiten formeel geen overheidswerkgevers meer en de werknemers zijn dus ook formeel geen ambtenaren.  Dat neemt niet weg dat deze uitspraak wel de indruk bevestigt dat een ontbindingsverzoek van een grote werkgever in het publieke domein bijzondere aandacht krijgt.

 

Uitvoerige toets van het dossier
In dit geval was er sprake van een onvoldoende beoordeling op 8 juni 2017, daarna een coachingstraject voor de werknemer dat werd afgerond op 4 februari 2019, waarna op deze datum concrete afspraken gemaakt werden over een verbetertraject. In een derde voortgangsgesprek werd vastgesteld dat de werknemer afspraken ten aanzien van het onderwijs was nagekomen maar afspraken ten aanzien van de publicatie van wetenschappelijke artikelen niet. Nadat hij bij een vierde voortgangsgesprek niet verscheen werd ontbinding wegens onvoldoende functioneren gevraagd.

Uit de uitspraak blijkt dat deze ‘kale feiten’ voor de kantonrechter nog niet voldoende zijn. Zeer nauwgezet beschrijft de rechter inhoudelijk wat precies de taken van de docent waren en in hoeverre de conclusie juist was dat hij onder de maat presteerde. In dit geval kan het oordeel van de universiteit de kritische toets van kantonrechter doorstaan en deze motiveert dat zoals vermeld zeer uitgebreid. Het is een leerzame uitspraak over de vraag wat er nodig is voor een dossier over onvoldoende functioneren en hoe het helpt als zaken goed gedocumenteerd zijn.

 

Wel of niet ziek? Maakt het wat uit?
Van belang is ook dat de kantonrechter korte metten maakt met het verweer van de werknemer dat hij ziek was en dat er dus een ontslagverbod van toepassing was. Duidelijk is dat er discussie tussen partijen was of er al dan niet sprake was van ziekte en dat het oordeel van de bedrijfsarts en van een deskundigenoordeel van UWV daarbij een rol speelden. De kantonrechter spreekt zich helemaal niet uit over de vraag of de werknemer wel of niet ziek was omdat het verzoek daarmee hoe dan ook geen verband hield: “Het opzegverbod staat gezien artikel 7:671b lid 6 BW echter niet in de weg aan ontbinding, indien het verzoek geen verband houdt met de (gestelde) ziekte van de werknemer.” Waar veel werkgevers bang zijn voor een ziekmelding van de werknemer, kort voor een ontbindingsverzoek, kan artikel 7:671b lid 6 BW hen helpen daarvan af te komen.


2. Een ambtenaar in de gevangenis: ontbinding wegens verwijtbaar handelen

In een korte uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag gaat het over een ambtenaar van het Ministerie van Financiën die vanwege een strafrechtelijk vergrijp in een penitentiarie inrichting verblijft.

 

Waaraan maakte de ambtenaar zich schuldig?
Uit de uitspraak blijkt dat de ambtenaar waar het om gaat het nodige ‘op zijn kerfstok’ had. Het ging om zaken die (voorzichtig uitgedrukt) niet bij het integriteitsbeleid van een overheidswerkgever passen. Volgens het Ministerie had de ambtenaar zijn geheimhoudingsplicht geschonden en misbruik gemaakt van de bedrijfsmiddelen door o.a. bovenmatig surfgedrag. Schokkender is dat de ambtenaar informatie uit de systemen doorspeelde aan criminelen voor de smokkel van verdovende middelen. Opmerkelijk is dat de ambtenaar niet meteen ontslagen werd. Hij werd al op 17 april 2018 aangehouden en daarna geschorst en die schorsing werd telkens verlengd.

 

Uitspraak van de strafrechter
Met een uitspraak van de strafrechter op 17 februari 2020 werd de ambtenaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, wegens deelname aan een criminele organisatie, medeplegen van opzettelijke uitlokking van poging tot afpersing, medeplegen van schending van het ambtsgeheim.

 

Ontbindingsverzoek na een strafrechtelijke veroordeling
Pas nadat de ambtenaar als gevolg van de uitspraak van de strafrechter in detentie terecht kwam, werd zijn bezoldiging gestopt en daarna werd om ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevraagd op de e-grond (verwijtbaar handelen). Omdat de ambtenaar zich niet verweerde, is dit verzoek eenvoudigweg toegewezen.

 

Opmerkelijk is dat de kantonrechter geen overweging opneemt over het feit dat de ambtenaar hoger beroep tegen het strafvonnis had ingesteld. In het verzoek stelde de Minister daarover: “Ondanks het herroepelijke karakter van de uitspraak is het gedrag dat ten grondslag ligt aan de veroordeling absoluut onaanvaardbaar.”

 

Juridisch interessant is wat het gevolg kan zijn van een vrijspraak in hoger beroep, zeker in het licht van een recente uitspraak daarover van de Centrale Raad van beroep 5 maart 2020.

Binnenkort zal een artikel van Marien Korevaar daarover verschijnen in het Tijdschrift voor Ambtenarenrecht.


3. Ontbinding van arbeidsovereenkomst van gemeenteambtenaar met een hennepkwekerij in zijn schuur

In een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam gaat het over een gemeenteambtenaar, waarvan was vastgesteld dat die een hennepkwekerij in zijn schuur had.

 

Geen twijfel over de feiten; geen twijfel over het feit dat overheidswerkgever het niet toestond
Volgens de uitspraak stond vast dat de ambtenaar een hennepkwekerij in zijn schuur had en ook dat de ambtenaar had erkend te hebben geweten dat dit door zijn werkgever niet was toegestaan. Hij had aangegeven “dat hij vanwege zijn schulden geen andere uitweg zag”.

 

De gemeente durfde een ontslag op staande voet kennelijk niet aan en twijfelde kennelijk ook een beetje over de haalbaarheid van een ontbinding op de e-grond omdat subsidiair een ontbinding op de g-grond en meer subsidiair op de d-grond werd gevraagd. Die twijfel was niet nodig. De kantonrechter ontbindt kort en krachtig op de e-grond wegens verwijtbaar handelen. Dat lijkt ook terecht voor een gemeenteambtenaar die welbewust iets doet waartegen zijn eigen overheidswerkgever juist moet optreden.


4. Grootschalig privégebruik van leaseauto en NS businesscard door (dochter van) ambtenaar van het Kadaster onvoldoende voor een ontbinding arbeidsovereenkomst

Een opmerkelijke uitspraak over een ambtenaar van het Kadaster is gedaan door de kantonrechter van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland.

 

De zaak gaat over een ambtenaar van het Kadaster die een zeer groot aantal privékilometers met een leaseauto bleek te hebben gereden (op enig moment 50.000 kilometer per jaar), wat volgens het Kadaster een excessieve overschrijding was van het in de gebruikersovereenkomst genoemde aantal kilometers. Daarnaast bleek dat met de businesscard van de ambtenaar op grote schaal privékilometers waren gemaakt, waarvan vaststond dat dit volgens de interne regels niet was toegestaan. Daarop vroeg het Kadaster een ontbinding van de arbeidsovereenkomst (wegens verwijtbaar handelen, subsidiair wegens verstoorde verhoudingen).

 

Op het eerste gezicht lijken de genoemde feiten een ontbinding te rechtvaardigen. Toch loopt de zaak anders af. Voor wat betreft de autokilometers heeft dat ermee te maken dat volgens de rechter onvoldoende duidelijk was dat het niet was toegestaan het aantal genoemde privékilometers in de gebruiksovereenkomst te overschrijden en dat er geen sprake was van aantoonbaar misbruik. Ten aanzien van het gebruik van de NS businesscard was doorslaggevend dat de dochter van de ambtenaar onder ede verklaarde dat zij stiekem de card uit de tas van haar moeder had gehaald en dat moeder niet wist dat zij deze gebruikte voor reizen in de weekenden. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster aannemelijk had gemaakt dat zij hiervan niet wist (waar de werkgever kennelijk anders over dacht).

 

Het is een uitspraak waar de specifieke omstandigheden van het geval een belangrijke rol spelen. Daaruit mag zeker niet afgeleid worden dat door de normalisering minder gewicht aan integriteitsregels toegekend wordt door de rechter. Dat maakt de kantonrechter expliciet duidelijk met de volgende overweging: 

Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook geen sprake van misbruik van bedrijfsmiddelen, ook niet gelet op de hogere maatstaf van integriteit die voor [werkneemster] als ambtenaar geldt.

In gevallen waarin wel wordt aangenomen dat er sprake is van misbruik van bedrijfsmiddelen door ambtenaren zal de uitkomst naar verwachting dus anders zijn.


5. Ontslag op staande voet van trouwambtenaar die publiekelijk het coronabeleid van de gemeente bekritiseert

Dat voor ambtenaren, ook na de Wnra, bijzondere (integriteits)regels zijn blijven gelden, zoals ook vastliggen in de Ambtenarenwet 2017, en dat kantonrechters daar zeker acht op slaan, blijkt ook uit een duidelijke uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, gepubliceerd op 22 juli 2020. Het is een uitspraak die in integriteitstrainingen voor ambtenaren vast nog vaak aangehaald zal worden.

Het betrof een ambtenaar die op Facebook uiting had gegeven aan haar standpunten over een naar haar idee ontoereikend coronabeleid van de gemeente en van de overheid. Daarna had zij contact met een journalist van de Gelderlander, wat leidde tot een artikel met de spraakmakende titel: “Nijmeegse trouwambtenaar: ‘Bruiloft met dertig aanwezigen is uitlokking’”. De ambtenaar kreeg daarna ontslag op staande voet en dat heeft de kantonrechter in stand gelaten.

 

De ambtenaar had niet de publiciteit mogen zoeken! Dat is kort samengevat het oordeel van de kantonrechter, zoals o.a. blijkt uit de volgende twee zinnen:

Ter zitting heeft [werkneemster] verklaard dat zij het artikel wilde gebruiken als platform met een groter bereik zodat zij de landelijke politiek ook kon bereiken. Dit kan haar worden verweten.

 

Waarom de kantonrechter oordeelt dat dit aan een ambtenaar kan worden verweten, motiveert hij ’volgens het boekje’:

Voor [werkneemster] gelden, naast de gebruikelijke werknemersverplichtingen, aanvullende verplichtingen als ambtenaar. Zo dient [werkneemster] de op haar rustende en uit haar functie voortvloeiende verplichtingen te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt (op grond van artikel 6 lid 1 AW). Als ambtenaar dient zij zich (onder meer) te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens, indien bij openbaring de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met haar functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd (artikel 10 lid 1 AW).

 

Marien Korevaar



Cursus: Actualiteiten (publiek) arbeidsrecht ‘stand van zaken na de Wnra’

Met de cursus ‘Actualiteiten (publiek) arbeidsrecht ‘stand van zaken na de Wnra‘ bent u in één middag op de hoogte van de laatste wet- en regeling en de actuele jurisprudentie. De cursus wordt open inschrijving aangeboden op 15 september 2020 en is ook incompany in te zetten.

Lees meer over deze cursus

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.