Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Gronings zoutbad op het droge

Waar de overheid terugtreedt, stappen bewoners naar voren om te doen wat zij nodig achten in hun wijk. Een serie over burgerinitiatieven.

26 augustus 2016

Groningse koppigheid redde het zoutwaterbad te Loppersum. Sinds de bewoners het van de armlastige gemeente overnamen, is het mooier en duurzamer dan ooit. ‘En we hebben nu zelfs een financiële buffer.’ Slotdeel van een serie over burgerinitiatieven.

‘Moi.’ De al wat oudere gast kuiert langs het terras en groet het badpersoneel op z’n Gronings op weg naar de kleedhokjes. Handdoek over de schouder en een kwieke tred die routine verraadt. ‘Moi’ klinkt het synchroon vanaf de rand van het troebele natuurbad. Ook buiten hun dienstrooster komen de zwembadvrijwilligers vaak even een kijkje nemen. Een babbeltje maken met elkaar of met de badgasten. Bijvoorbeeld over het weer, een belangrijk onderwerp bij een openluchtbad. Of de temperatuur van het water. De vaste club zwemmers maakt het niet uit of de zon schijnt, of het miezert of dat de temperatuur eerder aanvoelt als herfst dan zomer.

De sportievelingen van een zekere leeftijd hoeven hun zwemabonnement in het zoutwaterbad K.P. Zijl te Loppersum trouwens niet te tonen. In het enige openlucht-zoutwaterbronnenbad van Nederland is het namelijk ons kent ons. En dat is niet voor niets, het gehele zwembad is daadwerkelijk van de bewoners zelf. Onderhoud, toezicht, kaartverkoop, begroting, personeelsbeleid, ja, zelfs de snoepverkoop en de ph-meting worden gedaan door de dorpsbewoners. Geheel vrijwillig wel te verstaan. Alleen de professionele badmeesters krijgen een salaris.

Het zoutwaterbad heeft nogal een geschiedenis. In 1933 kregen de lokale werklozen een schop in de hand geduwd en moesten ze een ‘zweminrichting’ graven. Bij diepteboringen stuitte men er op zout water. Vanaf die zomer opende er in Loppersum een modern, heilzaam en educatief openluchtzwembad de deuren. De hele regio leerde er zwemmen. “Geen ziekte van Weil en geen draaikolken-onheil“ was de pakkende slogan in de jaren dertig. De zaken gingen goed. Maar de Duitsers vernielden het bad in de oorlog waarna het tijden dicht bleef. De fameuze Loppersummer Koos Zijl kocht het zwembad in 1947, waarna het dankzij zijn liefde voor het bad én ondernemersgeest lange tijd goed ging. Zo compenseerde hij in de winter het gebrek aan inkomsten door in het zoute zwemwater grote hoeveelheden paling te kweken. Er zijn in Loppersum en omstreken legio anekdotes van achtergebleven palingen die ook het zwemseizoen nog even meepakten. De gemeente nam uiteindelijk het bad in 1976 over.

Niet rendabel
Op zonnige dagen zoeken honderden bewoners van Loppersum en omgeving verkoeling en vertier in het bad. En dan te bedenken dat die deuren, als het aan de gemeente had gelegen, zes jaar terug bijna voorgoed waren gesloten. Zoals op zoveel plekken in Nederland bleek het bad niet meer rendabel. In Loppersum kwam daar ook nog eens de druk van een artikel 12-status bij. Tussen 2008 en 2014 stond de gemeente onder curatele van het rijk vanwege de structureel slechte financiële situatie. Die kwam naar eigen zeggen nog voort uit een moeizame herindeling in de jaren negentig met ’t Zandt, Stedum en wilde in de voormalige gemeenten zoveel mogelijk voorzieningen in stand houden. Elk jaar kwam er weer discussie hoe de begroting sluitend te krijgen. Het zwembad werd de onvermijdelijke Kop van Jut.

‘Elk jaar was het weer hetzelfde’, vertelt Jan Dales, toezichthouder en vrijwilliger van de stichting die tegenwoordig eigenaar van het zwembad is. ‘Je kon er vergif op innemen dat het gemeentebestuur het zwembad wilde offeren. Er zijn hier al heel wat inzamelingsacties geweest om het bad open te houden, en dat lukte telkens op het nippertje. Maar leuk is het natuurlijk niet. Je weet dat een van de weinige recreatiemogelijkheden in de omgeving altijd weer een sluitpost is.’

Na jarenlang rekken was er in 2010 geen ontkomen meer aan, de gemeente trok definitief de stop uit het populaire openluchtzwembad. ‘We hebben met honderden bewoners letterlijk voor het gemeentehuis gelegen’, vertelt Dales. ‘Het hielp niets. Als wanhoopspoging staken we met een groep zwembadvrienden de koppen bij elkaar.’

De dorpelingen kwam er al snel achter dat de bedragen zoals de gemeente die opvoerde met gemak naar beneden bijgesteld konden worden wanneer het zwembad onder beheer van de bewoners zelf zou komen.

‘Veel kosten konden vermeden worden wanneer de kennis, creativiteit en mankracht uit het dorp werd gebruikt,’ legt Klaas Jan Bolhuis, toenmalig penningmeester, uit. ‘Op mijn vakantieadres heb ik dagenlang met mijn laptop in Excel zitten rekenen. En toen bleek uiteindelijk dat het behoud van het zwembad in theorie uit zou moeten kunnen.’

Peperdure pomp
Het was een optimistisch scenario, er kon nog veel misgaan, vervolgt Bolhuis. ‘Er was namelijk niet alleen achterstallig onderhoud; er moest ook een nieuwe, peperdure pomp worden aangeschaft. We hadden ondertussen goed contact met de gemeente, die beloofde ons structureel te willen steunen en een bruidsschat mee te geven. Maar voor de exploitatie was dat niet voldoende.’

Uiteindelijk kwam de oplossing van de mensen zelf, woonachtig in de omringende dorpen als Westeremden, Middelstum en Stedum. ‘Deur voor deur zijn vrijwilligers langsgegaan’, zegt Bolhuis trots. ‘In totaal is er toen 11.500 euro opgehaald bij zo’n 950 adressen.

Genoeg om de pomp aan te schaffen, het ergste achterstallige onderhoud aan te pakken en het voorlopig even uit te zingen. En er dienden zich meer dan 200 vrijwilligers aan. We moesten zelfs een wachtlijst aanleggen.’ Vanzelfsprekend was het belangrijkste credo bij de riskante onderneming: zuinigheid met vlijt. Er werd daarom veel aangeklopt bij lokale ondernemers. Blikken verf van een restpartij werden voor 100 euro op de kop getikt zodat al het houtwerk het broodnodige onderhoud kreeg.

Andere hulpmiddelen kreeg de stichting vaak tegen inkoopsprijs. Maar de gespecialiseerde titanium zwembadpomp uit Italië bleek toch niet zo goed tegen het Groningse zoute roestwater te kunnen en gaf al snel de geest. Uit wanhoop werd er maar een goedkoop universeel exemplaar van kunststof geplaatst. En die loopt tot ieders verbazing nog steeds als een zonnetje.

En wat Bolhuis’ spreadsheet al eerder aangaf: het lukte. De bewoners van de gemeente Loppersum hadden hun zwembad gered door het zelf over te nemen. Maar schade door aardbevingen was in het plan niet voorzien. Loppersum bleek juist in die periode met de regelmaat van de klok in het epicentrum te liggen. ‘We kwamen er na een zware schok achter dat er scheuren in de zwembadwanden zaten’, vertelt Klaas Jan Bolhuis. ‘Maar we wisten niet hoe lang dat al het geval was. Misschien was het wel achterstallig onderhoud, dat konden we niet bewijzen. Van de NAM kregen we daarom slechts een kleine schadevergoeding.’

Energieneutraal
Maar de Nederlandse Aardolie Maatschappij was onder de indruk van het sterke staaltje burgerparticipatie wat de Loppersummers bij het zwembad hadden geleverd en deed alsnog een forse donatie. ‘Zo komen we aan de zonnepanelen’, vertelt Bolhuis terwijl hij naar de glimmende plateaus wijst. ‘We zijn nu zelfs helemaal energieneutraal. En omdat we al wat sponsors hadden en het vanuit ons eigen netwerk voor een vriendenprijsje hebben laten installeren is er aardig wat geld overgebleven. ‘Zo hebben we ook eindelijk een beachvolleybalveld kunnen aanleggen. De plaatselijke volleybalvereniging was daar al jaren tevergeefs mee bezig geweest. Er bleef zelfs nog een beetje geld over om de begroting voor het plaatsen van een betonnen tafeltennistafel.’

Bolhuis vult aan: ‘We hebben nu zelfs een financiële buffer opgebouwd. Handig, helemaal als je zo’n zomer hebt als nu’, zegt hij met een lichte frons. Sinds de bewoners zich er in 2010 over hebben ontfermd, heeft het bad er nog nooit zo mooi bij gelegen. De redding van het zwembad leidde niet alleen tot behoud van een gezamenlijke faciliteit. Het was ook een morele overwinning op de teloorgang van voorzieningen in kleine dorpen in een krimpgebied.

De ene redding leidde tot de andere. Ook het voortbestaan van drie te kleine scholen hing er jarenlang aan een zijden draadje. Maar deze deuren hielden de Loppersummers eveneens open, tegen alle verwachtingen in. Uit heel Nederland krijgen ze nu telefoontjes hoe ze dat toch geflikt hebben. Groningse eigenzinnigheid wellicht, koppigheid mogelijk. Misschien zit het er gewoon in het water.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie