Burgers onwetend over rol overheid bij online privacy
In de politiek staat online privacy hoog op de agenda, maar welke plannen de overheid op dit gebied bekokstooft is bij veel burgers onbekend.
De Nederlandse burger acht de overheid verantwoordelijk voor zijn online privacy, maar een groot deel vindt dat er te weinig gedaan wordt om deze te beschermen. Tegelijkertijd hebben velen maar weinig benul van wat de overheid ter bescherming eigenlijk doet en lijken ze daar behoorlijk onverschillig over.
Dat blijkt uit onderzoeksresultaten van onderzoeksbureau Right die donderdag gepresenteerd werden tijdens het Nationaal Online Privacy Debat. In de politiek staat online privacy hoog op de agenda, maar welke plannen de overheid op dit gebied bekokstooft is bij veel burgers onbekend. Van de duizend Nederlanders vanaf 18 jaar weet 90 procent niet welke wetsvoorstellen rondom online privacy er momenteel liggen en 86 procent heeft geen idee wat er gebeurt met gegevens die bij een online dienst worden opgeslagen. Een derde van de ondervraagden weet niet wat de overheid doet om online privacy te beschermen. Tegelijkertijd ziet 72 procent de overheid wel als degene met de grootste verantwoordelijkheid voor zijn online privacybescherming. Het vertrouwen dat dit goed verloopt lijkt desondanks niet al te hoog: een derde vindt dat de overheid te weinig doet om online privacy te beschermen, weer een derde van de ondervraagden acht de overheid zelfs onbetrouwbaar met burgerinformatie.
Gemak boven privacy
Maar hoe begaan is de burger eigenlijk met zijn online privacy als het er echt op aankomt? Een opvallend resultaat uit het onderzoek is dat de respondenten gemak, veiligheid en betere gezondheidzorg boven online privacy stellen. Weliswaar noemt het merendeel online privacy belangrijk, maar uit het onderzoek blijkt tegelijkertijd een laconieke houding: het merendeel weet niet of zijn online privacy wel voldoende beschermd is en meer dan de helft vindt zelfs dat hij onvoldoende maatregelen heeft genomen om zijn privacy te beschermen. Tekenend is dat 14 procent op de hoogte is van wat er gebeurt met persoonlijke gegevens in de massaal gebruikte cloud.
Onbeheersbare materie
De onverschillige burger is volgens hoogleraar Big Data Sander Klous een gevolg van een ‘voor de burger onbeheersbare materie’. ‘Online privacy beschermen is inmiddels zo complex dat het met name voor bijvoorbeeld ouderen en laaggeletterden amper te volgen is. Tegelijkertijd is dit ook de groep die snel geneigd is om websites te gebruiken die hun persoonlijke gegevens opslaan, omdat dit vaak de bekendste en eenvoudig te bedienen websites zijn, zoals bijvoorbeeld Google Maps. Het is belangrijk dat er meer bewustwording ontstaat bij de burger. En dan niet alleen bij hoger opgeleiden. Ik zie daarin een grote rol voor de overheid, die kan al beginnen in het onderwijs, op basisscholen. Momenteel worden er op dat gebied al goede stappen gemaakt. Het is ook belangrijk om het probleem rondom online privacy te benoemen en een discussie op te starten.’
Convenant
Ondertussen is bij de lokale overheid betrokken partijen er alles aan gelegen om informatieveiligheid voortdurende aandacht te geven. Bij de VNG werd donderdag een convenant ondertekend door onder meer de Vereniging van Gemeentesecretarissen, de Vereniging Directeuren Publieksdiensten, de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken, Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Volgens de VNG-directie maken gemeenten de laatste jaren veel progressie op het terrein van informatieveiligheid. Sinds 2013 financieren zij de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten.
Bereidheid om privacy op te geven
Martijn van Lom, manager van organisator Kaspersky Lab denkt dat burgers bereid zijn om online privacy op te geven, wanneer helder is wat dit oplevert. 'Nederlanders zijn het meest bereid om hun medische gegevens te delen en deze centraal op te laten staan voor medische hulp. Ook zijn ze positief over het opslaan van DNA voor het oplossen van misdrijven. Deze uitkomsten geven zowel bedrijfsleven als politiek te denken hoe om te gaan met ons privacy-beleid.'
Gereedschappen
Bas Filippini, voorzitter van Stichting Privacy First en één van de deelnemers van het debat, vindt dat de burger om zijn privacy te waarborgen nog te weinig 'tools' krijgt uitgereikt. 'De overheid probeert om op een nette manier om te gaan met de privacy, de intentie is het probleem niet. Er worden echter na verloop van tijd hoe dan ook fouten gemaakt waardoor privacy in het geding raakt, bijvoorbeeld door technologieën die achteraf niet goed blijken te werken. Ten eerste vind ik dat de overheid de verantwoordelijkheid voor privacy veel meer bij de burger zelf moet leggen. Te vaak wordt er nog gedacht dat de overheid alles moet controleren en regelen voor de burger. Ik vind juist dat de burger zélf de keuze moet maken over wat hij wel of niet deelt met de overheid en dat de burger daarvoor dus ook de nodige gereedschappen voor moet krijgen. De verantwoordelijkheid voor eigen privacy kan de burger met de juiste tools goed dragen.'
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Blijft natuurlijk wel een feit dat veel mensen weinig besef hebben van wat de consequenties zijn van onbeperkte toegang tot hun gegevens en dat ze daar toch zorgvuldig mee om moeten gaan. Maar dat is een kwestie van voorlichting en daar ligt m.i. een taak voor de overheid. Organisaties moeten hier ook naar toe willen, want zij beschikken niet langer over allerlei gegevens die uitermate interessant zijn voor criminele hackers die daar misbruik van maken. Lijkt me een duidelijke win-win voor iedereen! Nu alleen nog realiseren. Wie durft bij de overheid?
Kortom: geen benul. En het is ook zeer complex. Het is vechten tegen de bierkaai. Waar de overheid zich verantwoordelijk voelt, is maar een heel klein deel van de privacy-gevoelige informatie die mensen zelf op het web zetten (zgn afgeschermd of niet).
Ik verwijs naar de documentaire Panopticon van Peter Vlemmix.