Burger kan burgemeester voorlopig niet kiezen
Eind september heeft de Eerste Kamer het eindverslag opgemaakt over de deconstitutionalisering van de benoeming van de burgemeester en de cdk. De plenaire behandeling kan nu snel volgen. Dat betekent dat deze benoemingswijze uit de Grondwet wordt gehaald, waardoor voortaan bij gewone meerderheid veranderingen in deze procedure kunnen worden aangebracht. De Tweede Kamer nam deze grondwetswijziging aan met een overweldigende meerderheid, alleen de SGP stemde tegen.
In de Eerste Kamer zal die meerderheid kleiner zijn, maar waarschijnlijk wel voldoende om het vereiste van twee derde te halen. Daarna kunnen minister Ollongren en het kabinet aan de slag om te bedenken op welke wijze de benoemingsprocedure zou moeten worden herzien. Daarbij doet zich een curieuze complicatie voor. In 2015 publiceerde het kabinet een notitie met daarin de verschillende benoemingsvarianten die kunnen worden toegepast, zoals een benoeming door de Kroon, door de gemeenteraad en een rechtstreekse verkiezing door de burgers. Wat dat laatste betreft zijn er nog weer enkele subvarianten. In die notitie werd echter terecht vastgesteld dat de meest scherpe variant – waarbij de burgemeester door de burgers wordt verkozen, zijn eigen wethouders gaat benoemen en de gemeenteraad kan worden ontbonden – pas kan worden ingevoerd indien de Grondwet opnieuw wordt aangepast. Immers, deze variant is in strijd met het hoofdschap van de gemeenteraad.
Als er twee kapiteins op het schip komen – raad en burgemeester – moet dat hoofdschap worden geschrapt. De Raad van State heeft zich in dezelfde geest uitgelaten. En dat betekent dat de deconstitutionalisering voor hen die een sterke gekozen burgemeester nastreven maar van zeer beperkte betekenis is.
Voorstanders van een door de burgers gekozen burgemeester vinden overwegend dat de burgemeester zich moet kunnen profileren, op een eigen programma moet kunnen worden verkozen en mogelijkheden moet bezitten om dat programma ook uit te voeren. De verkiezing van de burgemeester moet immers wel ergens over gaan en mag zich – zo is hun redenering – niet beperken tot een politiek-bestuurlijke beauty contest.
Maar het is nu net deze gekozen burgemeester die in Nederland ver buiten het zicht is, want een nieuwe grondwetsherziening vereist zeker een periode van tien jaar en het is zeer de vraag of voor een dergelijke figuur een tweederdemeerderheid bestaat in Tweede en Eerste Kamer. Dat betekent dat de discussie over de door de burgers te kiezen burgemeester zich de komende jaren zal moeten beperken tot de burgemeester zonder macht. Afgewogen moet worden of een verkiezing dan nog wel zinvol is.
In ieder geval ligt het in dat geval voor de hand om de benoemingsperiodes van raad en burgemeester uit elkaar te trekken. Hoe meer mogelijkheden aan de burgemeester worden gegeven om zijn of haar beleidskeuzes te realiseren, des te groter worden de spanningen met het hoofdschap van de gemeenteraad. Er zijn ook in dit minder vergaande model dus duidelijke constitutionele beperkingen en een ongrondwettigheid ligt steeds op de loer.
Ook de neutraliteit van het burgemeestersambt komt bij een rechtstreekse verkiezing onder druk te staan, want een burgemeester die iets wil of iets kan, zal zich niet meer afzijdig houden van de politiek-bestuurlijke besluitvorming. De plaats van de burgemeester in de veiligheids keten wordt dan snel problematisch, maar ook het voorzitterschap van de raad, de vertegenwoordiging in rechte etc.
Het wordt dus nog een hele puzzel om geschikte varianten in elkaar te steken. Maar duidelijk is in ieder geval dat de rechtstreeks gekozen burgemeester die is bekleed met politiek-bestuurlijke macht er in ons land voorlopig niet gaat komen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.