Burgemeesters in vrije val
Het Genootschap van burgemeesters roept op om iets te doen aan de rechtspositie van burgemeesters, vooral wanneer deze om politiek-bestuurlijke redenen moeten aftreden. Daar is inderdaad wel reden voor.
Het valt weliswaar nog wel mee met de aantallen vallende burgemeesters, de druk op de politieke verantwoordelijkheid van de burgemeesters is de afgelopen jaren echter aanzienlijk toegenomen. De oorzaak daarvan is vooral dat politiek ‘Den Haag’ volstrekt onvoldoende rekening houdt met de meerledige positie van de burgemeester in het lokale bestuursstelsel.
De portefeuille van de burgemeester raakt steeds voller. De ene nieuwe openbare ordebevoegdheid heeft het Staatsblad nog niet bereikt of een nieuwe bevoegdheidsaanvulling is al weer in de maak. In vroeger tijden was uitgangspunt dat het eenhoofdig gezag van de burgemeester alleen werd ingezet als snelheid van handelen was vereist en om die reden de collegiale besluitvorming moest worden omzeild.
Dat uitgangspunt is allang en ver uit beeld verdwenen. De burgemeester krijgt nu vaak bevoegdheden die ook heel goed op collegeniveau behartigd kunnen worden. Dit ongeremd uitbreiden van de burgemeestersportefeuille lijkt op het eerste oog ook voor burgemeesters aantrekkelijk, maar op den duur ondergraaft dit het fundament van het Nederlandse burgemeestersambt en komt het functioneren van individuele burgemeesters onder druk te staan.
De burgemeester vervult in het lokale bestuursmodel drie rollen: (1) voorzitter en lid van het college, (2) voorzitter van de gemeenteraad en (3) afzonderlijk bestuursorgaan. In de laatste hoedanigheid is de burgemeester handhaver van de openbare orde en hoofd van de politie.
Vergelijkt men de positie van de burgemeester met die van de minister-president, dan zijn daar opmerkelijke verschillen. De premier is de politieke leider van het kabinet. Om die enkele reden is het onbestaanbaar dat de premier voorzitter is van de Tweede Kamer. Ook is de minister-president geen afzonderlijk bestuursorgaan met andere bevoegdheden dan die van de regering.
De burgemeester is niet de politieke leider van het college. De burgemeester is slechts zijdelings betrokken bij de collegevorming. Deze afstand tot de partijpolitiek maakt het mogelijk dat de burgemeester in een sfeer van neutraliteit de raadsvergadering kan voorzitten. Ook is lange tijd aangenomen dat de beperkte rol van de burgemeester als eenhoofdig gezag het mogelijk maakt dat er een zekere afstand kan blijven bestaan tot het partijpolitieke en dat de burgemeester vooral het algemene gemeentebelang behartigt. Deze uitganspunten zijn de laatste tijd hevig onder druk komen te staan.
Wie de burgemeester opzadelt met reeksen veiligheidsbevoegdheden moet als consequentie aanvaarden dat de Nederlandse burgemeestersfunctie een januskop krijgt. Veiligheidsbeleid is politiek beleid, vooral in de huidige maatschappelijke verhoudingen. Als een burgemeester enkele keren op rij te laat wordt geïnformeerd over een openbareorde-escalatie, dan zal het politieke verantwoordingsproces op het scherpst van de snede worden vormgegeven en hangt het aanblijven van de burgemeester aan een zijden draad.
Allerwegen is een sterke politisering waarneembaar van de rol van de burgemeester als afzonderlijk bestuursorgaan. Deze politisering heeft een reflexwerking naar de rol van de burgemeester in het college. Gemeenteraden nemen steeds minder vaak genoegen met verhalen over een papieren neutraliteit, terwijl de praktijk een grote politieke geïnvolveerdheid van de burgemeester laat zien. Als deze trend zich doorzet - en daar ziet het naar uit -, dan erodeeert het huidige burgemeestersambt in rap tempo en zal het aantal vallende burgemeesters scherp toenemen.
Er is derhalve alle reden bezwaar aan te tekenen tegen de Haagse manie die er uiteindelijk toe leidt dat het burgemeestersambt een politieke functie bij uitstek wordt. En als die politieke elementen ook tot uitdrukking gaan komen in de aanstelling van de burgemeester, dan zal de neiging groot worden om veel van de gegeven bevoegdheden weer terug te halen.
Douwe Jan Elzinga is hoogleraar staatsrecht aan de RU Groningen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.