Billijke regels, uniforme naleving
Stel, u wilt uw woning verbouwen. U dient daarvoor bij de gemeente een bouwaanvraag in. Na verloop van tijd krijgt u positief bericht: u krijgt een bouwvergunning. Een half jaar later wil uw collega, enthousiast geworden door wat hij bij u ziet, hetzelfde. Hij woont in een naburige gemeente in net zo’n rijtjeshuis als u, en wil exact dezelfde verbouwing. Maar hij krijgt de vergunning niet.
Vindt u het gek dat uw collega klaagt over ambtelijke willekeur? Er is weinig dat ons zó het bloed onder de nagels vandaan kan halen. Als burgers en bedrijven verwachten we dat de overheid ons in gelijke gevallen gelijk behandelt – en terecht. Willekeur is niet uit te leggen en in strijd met het rechtvaardigheidsbeginsel. Het zou niet mogen voorkomen.
Helaas is de werkelijkheid anders. Veel overheden vertonen een sterk wisselend gedrag bij het inkopen van diensten, waaronder ingenieursdiensten. Nlingenieurs ontvangt daar talloze klachten van leden over. Er klinken signalen over onredelijke en hoge eisen, korte termijnen, zware procedures en de verplichting om onzinnige informatie aan te leveren. Sommige (niet alle) opdrachtgevers stellen buitensporig hoge eisen aan de aansprakelijkheid; eisen die in geen enkele relatie meer staan tot de omvang van de opdracht. Het Ministerie van Economische Zaken heeft bureau Berenschot onlangs laten uitzoeken wat er op dit gebied allemaal gebeurt. Het rapport, gepresenteerd in september, spreekt boekdelen. Ik ben ervan geschrokken.
De nieuwe Aanbestedingswet zou daar verbetering in moeten brengen, maar de vraag is of dat gaat gebeuren. Beneden de zogenoemde aanbestedingsdrempel wordt in die wet namelijk alleen iets geregeld in de vorm van leidraden, zonder wettelijke status. Publieke opdrachtgevers schijnen er echter soms een sport van te willen maken om dergelijke leidraden en aanbevelingen te negeren. Met name decentrale overheden voelen zich al gauw in hun vrijheid beknot. Ze zijn dan ook huiverig voor de invoering van uniforme regels onder de aanbestedingsdrempel, zoals het bedrijfsleven graag wil.
Publieke opdrachtgevers lijken maar niet te willen beseffen hoeveel geld hiermee gemoeid is, zowel maatschappelijk als privaat geld. Daardoor is er veel onnodige irritatie. Goed gedrag wordt niet beloond, roekeloos gedrag wel. Sommige aanbieders durven in de concurrentiestrijd namelijk meer risico te nemen dan anderen. Een onverzekerbare aansprakelijkheid nemen ze soms zelf voor lief, als men de opdracht maar verwerft. En als het verkeerd gaat? Dan zit ook de opdrachtgever met lege handen.
Het is nu van groot belang dat de overheid als opdrachtgever één lijn trekt. Ik roep alle partijen op om billijke regels met elkaar af te spreken en die waar mogelijk wettelijk vast te leggen. Of, als dat niet mogelijk is: om leidraden en reglementen die binnen het wettelijk kader worden opgesteld, als bindend te behandelen. Het bedrijfsleven heeft behoefte aan uniform en consequent handelende opdrachtgevers, zodat het de leveringsvoorwaarden hierop redelijk en billijk kan afstemmen.
Als dat niet gebeurt, voorzie ik dat steeds meer organisaties namens hun achterban collectief de strijd met deze opdrachtgevers zullen aangaan. Ik voorzie ook dat steeds meer bedrijven de overheid als opdrachtgever zullen gaan mijden, hoe moeilijk ze dat ook vinden. Beide ontwikkelingen zijn uiterst onwenselijk. We hebben elkaar de komende jaren hard nodig om een antwoord te vinden op de uitdagingen waarvoor de klimaatcrisis en de energiecrisis ons plaatsen. Laten we daar samen energie in steken, in plaats van in een onzinnige verspilling van geld en aandacht die aan niemand is uit te leggen.
Ed Nijpels
Voorzitter NLingenieurs, brancheorganisatie van advies-, management- en ingenieursbureaus
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.