bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

10 jaar onderzoek naar organisatieontwikkeling

Het is de tijd van bezuinigingen. Uw afdeling moet zich staande zien te houden in tijden van kaasschaven, kerntakendiscussies en samenwerkingsvormen. Er moet meer gedaan worden met minder mensen en middelen. Er wordt meer creativiteit en wisselwerking met de samenleving gevraagd. Daarom veranderen gemeentes de wijze waarop ze georganiseerd zijn. We geven daar mooie namen aan als reorganisatie, doorontwikkeling, lerende organisatie, organische verandering, afslanking of herschikking van taken. Maar welk effect hebben al deze maatregelen op de ontwikkeling van uw organisatie?

27 augustus 2012

De Bestuursacademie Nederland onderzoekt al meer dan 10 jaar waar gemeenten en haar organisatieonderdelen staan in hun ontwikkeling. Tijd nu om, in al dit bezuinigings- en samenwerkinggeweld, eens terug te kijken naar de resultaten ervan de afgelopen 10 jaar. Wat kunnen we daaruit leren? Daarom hebben we 110 positiebepalingen en audits, die met behulp van het Overheidsontwikkelmodel zijn uitgevoerd, op een rijtje gezet. In deze onderzoeken wordt gekeken hoe de gemeente haar zaken heeft georganiseerd en naar de resultaten die met deze wijze van organiseren zijn behaald. Dit wordt vertaald naar een fase waarin de gemeente zich bevindt: activiteitgericht, procesgericht, systeemgericht of ketengericht.

Afbeelding

 

Gemiddeld in Nederland
Als eerste kijken we naar de gemiddelde scores van de fase van ontwikkeling: in welke fase bevinden de onderzochte gemeenten zich? De meeste gemeenten blijken zich op het moment van onderzoek tussen de activiteitgerichte en de procesgerichte fase te bevinden, met een score van 1,16. Dit houdt in dat er dus veel geleund wordt op het vakmanschap van individuele medewerkers, maar er is een begin gemaakt om zaken  vast te leggen in processen en om het functioneren van medewerkers procesmatig te benaderen en te borgen. Binnen afdelingen wordt al behoorlijk samengewerkt, waarbij de zaken vakinhoudelijk het best geregeld zijn. Is dit nu een goede of slechte score? Dat hangt nauw samen met uw ambities. Als uw ambitie is om veel in ketens met andere samen te gaan werken, biedt deze score u mooie aanknopingspunten om te kijken waar u de komende tijd uw energie in moet steken om daar te komen.

Zelfbeeld
En hoe objectief kijken deelnemers naar hun eigen functioneren? Bij de start van deze terugblik was de verwachting dat er in de positiebepalingen een positiever beeld van de organisatie is dan de onderzoekers bij de onafhankelijke audits aan treffen. Vaak is immers het zelfbeeld positiever dan het beeld dat  een objectieve buitenstaander aantreft. Dit vermoeden wordt inderdaad bevestigd: in de positiebepalingen wordt gemiddeld 1,41 voor de ontwikkelingsfase van gemeenten gescoord, terwijl in de audits de gemiddelde score 1,16 is. Organisaties vinden zichzelf dus procesgerichter werken dan uit de uitgevoerde audits blijkt. Opvallend daarbij is dat bij het organisatiegebied Management het grootste verschil wordt aangetroffen.


Het meten met het Overheidsontwikkelmodel heeft de deelnemers de afgelopen 10 jaar geholpen om objectiever naar hun organisatie te kijken.

Het onderzoek geeft nog meer inzicht in faseverschillen tussen afdelingen tussen beleidsterreinen. Het voert te ver om deze hier allemaal op te nemen. Als u geïnteresseerd bent, brengen we graag het volledige onderzoeksrapport bij u langs.


Dan kunnen we meteen kijken hoe afdelingen die vergelijkbaar zijn met uw afdeling de afgelopen 10 jaar hebben gescoord. En welke lessen u daaruit mee kunt nemen bij de verdere ontwikkeling van uw afdeling.

Meer informatie
Heeft u behoefte aan meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met Helga Witjes (h.witjes@bestuursacademie.nl / 06 - 50 21 6270).

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.