Bestuurlijke hufterigheid
De argumentatie van Van der Burg lijkt op die uit de sciencefictionklassieker Hitchhiker’s Guide to the Galaxy.
Op het eerste gezicht vond Arthur Dent het wel gezellig, dat gele ding voor zijn keukenraam. Het duurde even voordat hij registreerde dat het een bulldozer was, die kwam om zijn huis te slopen. Pas gisteren vond hij uit dat zijn woning plaats moest maken voor een afrit. En al vandaag is het zover.
‘U heeft de aankondiging toch gezien? De plannen lagen ter inzage,’ zei de verontwaardigde grondwerker die de buitenstormende Arthur tegemoet kwam. ‘Die lagen op het stadhuis,’ foetert Dent armenzwaaiend verder. De bouwvakker haalt z’n schouders op. Waar anders? ‘Ze lagen in een donkere kelder,’ legt Dent uit. ‘Zonder ladder. In de onderste la van het kastje met het bordje: kijk uit voor het luipaard.’
Het is natuurlijk niet te zeggen hoe ze in Tubbergen in hun klassieke sciencefiction zitten, maar het gemeentebestuur van de Twentse plaats moet zich ongeveer hetzelfde hebben gevoeld als de hoofdpersoon uit Douglas Adams’ meesterwerk The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. Pas dinsdag kreeg burgemeester Wilmien Haverkamp een telefoontje van staatssecretaris Eric van der Burg van Asielzaken. Hij had het COA de opdracht gegeven, zo vertelde hij, een hotel in het dorp Albergen te kopen. Het is de bedoeling er asielzoekers te plaatsen, om het overvolle Ter Apel te ontlasten. Het hotel bleek de vrijdag ervoor al te zijn aangekocht.
Dat er in Ter Apel moet worden bijgesprongen, is evident. De beelden van tentenkampen met vluchtelingen snijden me in de ziel. Zeker omdat je zoiets binnen onze landsgrenzen niet verwacht.
Al sinds het voorjaar zoekt het kabinet naar nieuwe plekken. Ook met Tubbergen is gesproken, erkent het gemeentebestuur. Al eerder deed het COA het verzoek het betreffende hotel te gaan gebruiken voor – toen nog – noodopvang. Ook toen zou het gaan om mogelijk 300 personen. Dat vond het gemeentebestuur van Tubbergen wat veel. Met 300 plaatsen in een hotel wat nu maximaal 80 logees herbergt, wordt het hutjemutje. Dat biedt weinig plek voor algemene ruimtes, zelfs privacy van de AZC-bewoners wordt dan lastig. Vergeet niet dat asielzoekenden in de eerste maanden van hun verblijf geen werk mogen zoeken.
Buiten het AZC hoeven ze het vertier niet te zoeken. Het dorpje Albergen heeft ongeveer 3.000 volwassen bewoners. Het is een kleine woongemeenschap zonder veel faciliteiten. Er is – sorry Albergen – geen reet te beleven.
De Albergense gemeenschap zonder extra faciliteiten opzadelen met 10 procent verveelde en getraumatiseerde bewoners is misschien niet zo’n goed idee, stelde het Tubbergense bestuur. COA begreep dat, zei burgemeester Haverkamp gister in een persconferentie. En daarna was het af. Er is verder niet over de grootschalige opvang in het Albergse hotel gesproken.
Een halfjaar verder ligt er tóch een besluit er een AZC in te vestigen. Niet zomaar een besluit. Met de aankoop van het hotel moet het Rijk de gemeente Tubbergen bestuurlijk passeren. Laat dat even op je inwerken: het rijk zet een gekozen gemeenteraad buiten spel om zijn zin door te drukken.
De argumentatie van Van der Burg is ongeveer hetzelfde als van de bulldozerchauffeur voor Arthur Dents huis: u had dit kunnen weten. Maar is dat zo? Volgens Tubbergen is er een halfjaar lang niet over grootschalige opvang gesproken. De staatssecretaris moet nog uitleggen waarom hij denkt dat het wél het geval is. Onwilligheid van Tubbergen kan het niet zijn. De gemeente huisvest nu al immers asielzoekenden in het hotel. Dertig, een te overzien aantal.
Dat het rijk een gemeentebestuur buiten de orde plaatst is op zichzelf niets nieuws. Bij de plaatskeuze voor windmolenparken of aanleg van hoogspanningskabels gebeurde het eerder. Ook de gemeente Westland werd al eens gepasseerd bij de vergunningverlening voor een islamistische school. In die gevallen was de aanleiding voor het overrulen duidelijk. De gemeente hield zich zelf niet aan gemaakte afspraken of, in het geval van Westland, aan de wet.
Hier niet. Uit niets blijkt dat er afspraken met Tubbergen zijn gemaakt. Laat staan dat er eerst een formeel verzoek is geweest. Als de gemeenteraad daar dan tegen had gestemd, had de staatssecretaris met recht Tubbergen ‘weigergemeente’ kunnen noemen. Ook is nog verre van duidelijk of het vorderen van het bestemmingsplan de de laatste optie van het kabinet was. Waarom geen kantoorgebouw in een plaats met meer faciliteiten en betere ontsluiting? Of containerwoningen of portocabins terwijl je opzoek gaat naar meer permanente oplossingen.
Begrijp me goed, er moet alles aan worden gedaan om de mensonterende toestanden bij Ter Apel op te lossen. En voortaan te voorkomen. Maar het venijn zit in het woord ‘alles’. Het is nu aan de staatssecretaris om uit te leggen waarom dat ‘alles’ nu eindigt met het passeren van een hoogste orgaan van de gemeente Tubbergen, zonder dat deze ooit formeel gesprekspartner is geweest.
Dergelijke bestuurlijke hufterigheid moet immers net zo goed worden tegen gegaan. En, voor het vervolg, worden voorkomen.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.