Beste gemeente, wat kan er wél?
Een behulpzame ambtenaar die meedenkt in plaats van een ambtenarenapparaat achter een woud van vergunningen. Zo kan het ook, volgens Basile Lemaire.
Cor is een Bredase ondernemer. Hij heeft naast zijn café-restaurant een snackbar. Bij slecht weer moeten mensen in de regen op hun bestelling wachten. Cor wil daarom graag een afdakje plaatsen zodat zijn klanten droog blijven.
Hij vraagt een vergunning aan maar krijgt geen toestemming. Daarop wordt hij een voor hem onbegrijpelijke vergunningsprocedure ingezogen. Steeds komt zijn aanvraag terug en ogenschijnlijk om steeds een andere reden.
Ondertussen besluit hij dan maar om zonder toestemming een afdakje te plaatsen. En na twee jaar soebatten met de gemeente volgt uiteindelijk ook de vergunning. Blijkbaar kan en mag het dus wel, dat afdakje. Alleen heeft het Cor nu onnodig veel tijd gekost. En niet alleen hem: ook aan de kant van de gemeente heeft het veel inzet van ambtenaren en dus geld gekost.
De vraag is waarom de gemeente niet bij de eerste vergunningsaanvraag duidelijk heeft aangegeven onder welke voorwaarden het afdakje wél kon? Dat zou toch voor alle partijen veel eenvoudiger, sneller en goedkoper zijn geweest?
Cors snackbar is een succes. Mensen komen er graag. Ze kunnen nu bij regen droog hun bestelling doen, maar nog niet droog opeten. Cor wil z’n klanten een overdekte eetruimte bieden. Hij gaat in overleg met zijn buren en niemand heeft bezwaar tegen uitbreiding. Sterker nog, de omgeving staat wel sympathiek tegenover het initiatief.
Tot teleurstelling en ergernis van Cor wordt ook voor de eetruimte door de gemeente geen vergunning verleend. Hij krijgt echter – aanvankelijk – wel toestemming voor het neerzetten van twee partytenten. Maar als deze er dan daadwerkelijk staan, ontvangt Cor een brief waarin de gemeente alsnog stelling neemt tegen de tenten.
Cor wordt gesommeerd om voor een commissie te verschijnen: een gemeentelijke delegatie van maar liefst vijf man. De voorzitter van de commissie trapt af: “Er is misschien wel toestemming gegeven, maar zó hadden we het niet bedacht. Daarbij komt, het is nog maar de vraag of daar eigenlijk wel ruimte is voor een cafetaria. Er is op zoveel mensen maar plek voor zoveel cafetaria’s en u bent er als laatste bijgekomen, dus…”
Cor begrijpt dit dreigement van de commissie niet, of met welk publiek belang men dit doet. Per slot van rekening had hij toestemming en onderneemt hij binnen de kaders van het bestemmingsplan. Als hij daar de commissie mee confronteert, wil men daar niet verder op in gaan: “Ehhh… dit zijn geen partytenten, u hebt er naar onze mening een feestzaal van gemaakt.”
“Ik laat me niet door jullie intimideren!” laat Cor de comissie weten. Hij laat zijn tenten staan. En de commissie blijkt uiteindelijk geen zaak tegen hem te hebben.
Het lot lijkt Cor minder goed gezind. Een zware storm veroorzaakt scheuren in de tentdoeken. Als Cor zijn klanten droog hun frietjes wil laten opeten, zal er toch een steviger, meer permanente constructie moeten komen. Cor vreest dat de gemeente zich uit rancune schrap zal zetten voor maximale tegenwerking.
Maar het pakt anders uit. Er is een nieuwe gemeenteambtenaar die Cor uitnodigt op het stadskantoor. Deze ambtenaar stelt de vraag wát het is dat Cor zou willen. In één sessie kijken ambtenaar en ondernemer wat er, binnen de regelgeving, vooral wél kan. Wat vervolgens echt niet kan, legt deze ambtenaar uit met redelijke argumenten. Hij verschuilt zich niet achter de regels. Vervolgens wordt Cors vergunningsaanvraag voor een houten bijgebouw in één keer gehonoreerd.
Opeens is het geregeld. Omdat één ambtenaar meedenkt met de ondernemer en vooral kijkt wat er wél kan. Het scheelt de ondernemer tijd, geld en een hoop frustratie. Daarnaast scheelt het ook de gemeenschap een hoop geld. Omdat het via één ambtenaar in één keer geregeld is, zonder jarenlange touwtrekkerij waar een hoop ambtenaren hun uren in moeten steken en zonder onzinnige, vijfkoppige commissies. Zo kan het dus ook.
Basile Lemaire is bestuurskundige en auteur van het boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden”
Die Cor is wel een bofkont hoor. Dat had hij in Hoogeveen niet zo snel voor elkaar gekregen. Daar handelen de bestuurders naar eer en geweten, hanteren hun eigen wetjes ! Op z'n zachts gezegd een walgelijke criminele organisatie. De bewijzen spreken voor zich ! Politie Drenthe die de walgelijke praktijken mee speel, en zich voor het corrupte karretje laat spannen . Overal het zelfde liedje ! Als klap op de vuurpijl, het word steeds grimmiger!. Klokkenluider misbruik & corruptiepraktijken Hoogeveen Alescon gehandicapten Drenthe. Vriendelijke groet , het ga u goed. H. Okken.