Appen over de Dam. De Wob matters…
Een vrijgegeven app-wisseling tussen de burgemeester van Amsterdam en de minister van Justitie en Veiligheid heeft menig oor doen klapperen. Kennelijk onder druk van de PVV heeft de minister gemeend de app-wisseling openbaar te moeten maken. Een zeer transparante wijze van opereren die valt te prijzen. Te meer gegeven de nieuwswaardigheid van de berichtenstroom – de krantenberichten, tweets en andere updates zijn niet bij te houden kort na bekendmaking van de informatie. Er wordt op interessante wijze inzicht gegeven in de gedachten, overwegingen en afwegingen van een bestuurder tijdens een crisis of incident.
Wonderlijk is dat al redelijk snel het woord Wob valt. De dreiging van de Wet openbaarheid van bestuur is kennelijk iets dat ‘on top of mind’ is bij een bestuurder. Niet geheel vreemd natuurlijk, nu journalisten en andere geïnteresseerden nogal eens informatie opvragen via de Wob. En ook niet vreemd nu nog niet zo heel lang expliciet duidelijk is gemaakt door de Raad van State dat ook WhatsApp-berichten onder het bereik van de Wob vallen.
Los van de verbazing over het zo aanwezig zijn van de dreiging van de Wob terwijl er vooral ook andere zaken aandacht vroegen, wekt ook het proces van openbaarmaking door de minister enige verbazing. Want de praktijk leert dat WhatsApp-berichten soms moeilijk te achterhalen zijn. En als ze er al zijn, dan wordt toch al snel de bescherming van persoonlijke beleidsopvattingen in een document van intern beraad of de onevenredige benadeling van betrokkenen ingeroepen om bepaalde onderdelen zwart te lakken (of geel, oranje of wit). Hoe ook, de minister ziet hiervoor geen aanleiding in dit verband.
Gesteld kan worden dat, als het verzoek van de PVV kwam, natuurlijk niet de Wob maar de Grondwet het relevante juridische kader vormt voor al dan niet verstrekken. Hoezeer in dat verband veel te zeggen valt voor eerdere openbaarmaking dan via de Wob, is het gegeven recente discussie tussen de Kamer en het kabinet wel weer interessant om te zien dat de minister hier in die grondgedachte opereert. Want is in de vele discussies over de belastingtoeslagen of PFAS e.d. niet juist soms de stelling van het kabinet dat zij terughoudend moet omgaan met het verstrekken van documenten en ook op andere wijze aan informatievoorziening kan doen?
Zo lijkt openbaarheid soms goed uit te komen. Of daarbij de juridische uitgangspunten (openbaarheid als gegeven, niet verstrekken of niet openbaar maken als uitzondering) de doorslag geven bij de te maken afweging van belangen is van afstand bezien de vraag. Enige (doorslaggevende) invloed van de politiek-bestuurlijke context en gevolgen kan niet worden uitgesloten.
Cornelis van der Sluis
Lees hier alle columns van Cornelis van der Sluis
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Deze snelle move diende slechts om het eigen stoepje schoon te vegen, wat op zich prima is, maar een minuscuul rimpelingetje in de Hofvijver veroorzaakt.
Na de toelagen affaire en de bonnetjes affaire beginnen ze het bij het Rijk eindelijk te leren door essentiële informatie direct openbaar te maken.
U bent wel heel optimistisch...volgens mij heeft de Kamer dit kabinet al meerdere keren moeten herinneren aan het grondwettelijk informatierecht...en krijgne ze de gevraagde stukken niet