Ambtenaren huiverig om regels op te rekken
Ambtenaren zoeken te weinig “rek” in de regels, terwijl die er vaak wel is. Niet om burgers en andere belanghebbenden de voet dwars te zetten, maar omdat ze bang zijn voor beren op de weg. Dat zegt Boukje Keijzer, directeur van het adviesbureau 7zebra’s (‘een creatief realisatienetwerk’) en auteur van het recent verschenen ‘De regels en de rek’.
Ambtenaren zoeken te weinig “rek” in de regels, terwijl die er vaak wel is. Niet om burgers en andere belanghebbenden de voet dwars te zetten, maar omdat ze bang zijn voor beren op de weg.
Dat zegt Boukje Keijzer, directeur van het adviesbureau 7zebra’s (‘een creatief realisatienetwerk’) en auteur van het recent verschenen ‘De regels en de rek’. Keijzer onderkent het nut van regels. ‘Ze geven houvast en bescherming. Ze zorgen dat dingen niet uit de hand lopen. Maar soms belemmeren ze bij het vinden van oplossingen.’ In tijden van onzekerheid is de aanvechting om erop terug te grijpen groter en wordt de risicomijdendheid groter, terwijl de overheid juist zegt te willen snoeien in het regelbos.
Beren op de weg
In het boek dat Keijzer samen met collega’s van 7zebra’s schreef, maakt ze gebruik van de ervaringen van (gemeentelijke) ambtenaren en maatschappelijke initiatiefnemers. Het boek ontleedt ‘van hard naar zacht’ verschillende soorten regels: wetten, bestemmingsplannen, subsidiecriteria, handreikingen, verordeningen. ‘We hebben er veertien beschreven. Tegelijk noemen we veertien soorten “rek” die je kunt opzoeken als je echt iets voor elkaar wilt krijgen, van uitzonderingen maken tot en met context verbreden of zelfs regels afschaffen.’ Praktisch gezien bevat het boek per domein/beleidsterrein een overzicht van relevante regels. Plus een hoofdstuk over veelgehoorde “beren op de weg” die mensen er van weerhouden om de rek op te zoeken, met tips hoe je die kunt “verjagen”.
Hoofdbrekens
De overgang van een sturende of regisserende overheid naar een faciliterende kost ambtenaren hoofdbrekens, constateert sociaal psychologe Keijzer. Bijvoorbeeld in het sociale domein, waar zelfredzaamheid en eigen regie de norm zijn geworden. Omdat de praktijk daar nog volop in beweging is en nieuw terrein wordt betreden, treedt volgens haar vaak een soort verkramping op. Ambtenaren weten soms niet hoe ze op veranderende contexten en verschuivende rollen van overheid en samenleving moeten reageren, terwijl het hen aan goede wil vaak niet ontbreekt. Ze zijn ook vaak bedrevener in het vinden van ruimte voor “eigen” gemeentelijke projecten, dan voor initiatieven of verzoeken van buiten, en klampen zich extra vast aan (deel)regels als zo’n initiatief domein-overschrijdend is. Dan durven ambtenaren hun nek niet altijd uit te steken, omdat de zoektocht naar de “rek” zichtbaar wordt voor de buitenwereld en dan vertroebelt de integrale blik die er vaak wel is bij “eigen” projecten of initiatieven.
Beleidsvrijheid
Dat laatste frustreert creatieve oplossingen en innovatie, een constatering die ook Han Noten, voorzitter van de Transitiecommissie Sociaal Domein, onlangs deed in Binnenlands Bestuur. Noten bepleit dat professionals in sociale wijkteams en beleidsambtenaren meer gebruik maken van hun beleidsvrijheid, maar ziet vaak een omgekeerde beweging. De bescherming die de bureaucratie in het verleden bood, is weggevallen; uit angst in de fout te gaan, zoeken zij naar nieuwe vormen van veiligheid, door vast te houden aan (nieuw ontworpen) protocollen.
Protocol
Iets wat Keijzer onmiddellijk herkent. Het kan anders, volgens haar. In hun boek noemen de makers als voorbeeld een casus van een sociaal wijkteam, dat opereert zonder mandaat. ‘De teamleden mogen volgens het protocol bepaalde handelingen niet verrichten, maar doen dat wel, naar ieders tevredenheid. De leidinggevende komt er bij een tussentijdse evaluatie achter dat de protocollen niet overeenkomen met de gehanteerde werkwijze. Hij besluit de situatie te gedogen, tot de regels zijn aangepast aan de behoeften van de praktijk. Zo wordt de praktijk feitelijk gelegaliseerd.’
Reacties: 15
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Is dat de rol van de ambetenaar? Nee. Wel moet hij kunnne anageven dat er ruimte is (of niet) en wat de risico's zijn.
Jurisprudentie heeft hierover 1 ding geleerd: als men de ruimte binnen de grenzen wil opzoeken, kan deze ook benut worden. Immers er bestaat voor een ambtenarenapparaat altijd een beoordelingsvrijheid.
De opmerking die in de comments gemaakt wordt dat de overheid wordt gezien als een commercieel bedrijf vind ik onterecht. Men kan zich ten minste er naar toe gedragen. Immers met een initiatief worden er leges betaald, dus mag een initiatiefnemer er van verlangen dat zijn verzoek, naast het belang van de omgeving, serieus wordt beoordeeld.
Hoe meer van dit soort onzin ik lees hoe rechtlijniger ik word. Hoe onderscheidt Nederland zich van een bananenrepubliek? Niet.