Ale blie...nie
Ale blie’ was jarenlang een veelgebezigde slogan in het dorp Aarle-Rixtel (Zuidoost-Brabant) in de tijd dat er sprake was van mogelijke annexatie door de gemeente Helmond. ‘Ale blie’, dat wil zeggen: Aarle- Rixtel blijft.
De annexatie is er nooit gekomen, maar Aarle- Rixtel is desondanks geen zelfstandig dorp meer. Het naambord bij de toegangswegen tot het dorp is er nog wel, maar er staat nu bij dat Aarle-Rixtel behoort tot de gemeente Laarbeek, een fusiegemeente, die in 1997 van start ging, en waarvan behalve Aarle-Rixtel ook Beek en Donk, Mariahout en Lieshout deel uitmaken.
Vanwege die laatste plaats - in Lieshout staat een grote brouwerij - is er nog het voorstel geweest om de nieuwe gemeente Bavaria-city te noemen. Dat zou misschien wat al te frivool zijn geweest, maar met Laarbeek is wel een héél saaie naamkeuze gemaakt.
Na 13 jaar Laarbeek moet je vaststellen dat het overgrote deel van de nieuwe Laarbekers zich geen Laarbeker voelt. Hun klacht is bovendien dat hun kerndorp achtergesteld wordt bij de andere kerndorpen. Die veronderstelling is natuurlijk niet waar, want het wordt in elke kerkdorp gezegd, dus kan het niet waar zijn, maar de klacht geeft wel aan dat de integratie van de kerndorpen vooralsnog mislukt is, of liever gezegd: de meerwaarde van de fusie wordt door veel Laarbekers niet gevoeld.
De voornaamste oorzaak is een heel algemene: een zelfstandig dorp dat moet fuseren met andere dorpen, wordt daardoor zelf altijd kleiner. Vergelijk het met een zelfstandig bedrijf dat opgekocht wordt en verdergaat als filiaal. Daarbij komt dat de dorpenfusie een soort afronding is geweest van een verschralingsproces dat al langer aan de gang was. Rond 1965 telde Aarle-Rixtel - met de helft van het huidige aantal inwoners - niet minder dan vijftien kruidenierswinkels. Vijftien. Nu is er welgeteld één en dat is een supermarkt.
Die ontwikkeling of die teloorgang van de kleine kruidenier is tekenend voor veel dorpen. Die vijftien kleine kruideniers in Aarle-Rixtel kenden hun klanten en verleenden aan hen in zekere zin identiteit. En het gaat er hier niet om die tijd van toen op te hemelen alsof het een ‘goede oude tijd’ was, want zo goed was het lang niet allemaal, maar je was er als persoon, als gezin wel zichtbaarder dan nu.
Het administratief opheffen van Aarle-Rixtel als zelfstandig dorp heeft de gegroeide onzichtbaarheid van mensen compleet gemaakt. De nieuwe identiteit die ervoor in de plaats zou moeten komen - de Laarbeker-identiteit - is er nog te weinig, alle inspanningen van het gemeentebestuur ten spijt, want dat bestuur en het bijbehorende ambtenarenapparaat doet echt wel z’n best. Daar ligt het niet aan.
En het is ook niet zo, dat de inwoners het gevoel moeten krijgen dat ze een nieuwe mens zijn geworden. Dat zou overdreven zijn. Maar van een Aarle-Rixtelnaar een Laarbeker maken, vereist wel veel meer dan alleen boekhoudkunde, in ieder geval heel veel psychologie. Een aansprekende nieuwe fusienaam had al een beetje geholpen.
Wim Daniels
Wim stelt vast dat nog steeds geen sprake is van een Laarbeekidentiteit. Maar beste Wim, dat was ook niet de inzet van het comité. Een fusie tussen de drie plattelandsdorpen zou het voorbestaan van de eigen identiteit van de afzonderlijke kernen juist moeten garanderen en versterken. En daar zijn we in Aarle-Rixtel respectievelijk Laarbeek in geslaagd. Want waarom zouden wij ‘Laarbekenaar’ moet worden?
Laarbeek is een bestuurlijk instituut, net als elke andere gemeente, overigens een gezonde gemeente! Deurne bestaat al meer dan 100 jaar uit de kernen Deurne, Liessel, Neerkant en Helenaveen, maar een Neerkantse zal zich nooit Deurnese voelen..Wanneer een Aarle- Rixtelnaar zich over 50 jaar nog steeds Aarle-Rixtelnaar kan blijven voelen is Laarbeek en daarmee ‘Ale Blie’ een succesformule gebleken! En binnen die context is Laarbeek een prima naam.