Hoe burger beleid ervaart, past niet in belevingswereld topambtenaar
In de toppen van de ministeries is geen kennis over de effecten van beleid. ‘Ze zijn er doof voor’, zegt emeritus hoogleraar Joop Koppenjan.
Alles is een crisis, die we met targets en ‘een hagelstorm van codes en regels’ te lijf gaan. Dat burgers zwaar onder die voortvarendheid kunnen lijden, bewijst de toeslagenaffaire. Emeritus hoogleraar Joop Koppenjan ziet dat gevaar nu bij de energietransitie en het stikstofbeleid.
Alles van waarde is weerloos, schreef Lucebert in de jaren 70. De beroemde dichtregel prijkt in neonletters op de gevel van een hip kantoorgebouw op de Rotterdamse Blaak. ‘De ontroerendste zin die ik ken’, zegt Joop Koppenjan (67).
Anonieme overheid
‘We lijken in een waardeloze tijd te leven’, zegt de emeritus hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit én ras-Rotterdammer. De titel van zijn afscheidsrede vorige week was niet voor niets Van alles is weer waardeloos. Ook de bestuurskunde? Koppenjan: ‘Crises stapelen zich op. De toeslagenaffaire, de aardbevingsschade, de jeugdzorg, boeren die snelwegen blokkeren. Misschien is het de Rotterdammer in mij, maar ik heb last van negativity bias.’
Daar hebben niet alleen Rotterdammers last van. Wij allemaal. Winterpret is code oranje; strandweer is een hitteprotocol. ‘Alles is een crisis, hè?’, reageert Koppenjan. Nou is de kinderopvangtoeslagaffaire ook geen kleinigheid. Het is een ongekend schandaal, net als (de afwikkeling van) de Groningse aardbevingsschade. Of de jeugdzorg. Koppenjan: ‘De waarden van burgers zijn meedogenloos vernietigd door een anonieme overheid. Wat zegt dat over de waarden van onze bestuurders, publieke managers en uitvoerders? Dat trek ik mij als bestuurskundige aan.’
Hagelstorm
Wat hij waarneemt, is een gebrek aan aandacht voor balans en maatvoering. ‘We zien een probleem, we duiken erop, het moet onmiddellijk met een hagelstorm van codes en regels worden opgelost. Terwijl er juist behoefte is aan bestuurders, publieke managers en dienstverleners die evenwichtige afwegingen maken, die relaties opbouwen met burgers en die oog te hebben voor lokale omstandigheden en behoeften. Het gaat om maatvoering en de menselijke maat. Daarvoor moet hun innerlijke kompas goed staan afgesteld en niet alleen wijzen naar effectiviteit en efficiency.’
Niets geleerd
Dat innerlijke kompas wordt versterkt door een lerende organisatie, aldus Koppenjan. In Ongekend onrecht – het eindrapport van de parlementaire commissie die de Toeslagenaffaire onderzocht – is volgens hem te zien dat in de toppen van de ministeries geen kennis is over de effecten van het beleid. ‘Ze zijn er doof voor. Vervolgens zien ambtenaren het kennelijk als hun core business om informatie voor de Tweede Kamer verborgen te houden. Dat blokkeert de terugkoppeling over de effecten van beleid, nodig om te leren. Dan vraag je je als bestuurskundige af: heb jullie niets geleerd op onze bestuurskundige opleidingen?’
Van de mensen die in Rotterdam bestuurskunde hebben gestudeerd, zijn er flink wat op hoge ambtelijke posities terechtgekomen. ‘En dat zijn intelligente mensen hoor. Maar die intelligentie gebruiken ze kennelijk vooral to get things done. Het rapport Ongekend onrecht laat zien dat topambtenaren en bestuurders daarbij geen idee hebben van de effecten van hun beleid. Hoe burgers beleid ervaren, past niet in hun belevingswereld. Hetzelfde speelt in het conflict met de boeren over de stikstof. Ze hebben geen idee wat het beleid voor individuele boeren betekent.’
Stikstofkaart
Misschien, zo denkt hij, zijn we in de bestuurskunde te veel met effectiviteit bezig geweest en te weinig met de checks & balances. In de kinderopvangtoeslagaffaire werden die volledig uitgeschakeld. Ook de rechtspraak liet zich meesleuren in het meedogenloze overheidsbeleid met zijn targets. Met de kinderopvangtoeslagaffaire zijn de targetfilosofie en het getting things done-denken niet verdwenen. Ze spelen nog steeds een voorname rol in het opereren van de overheid; dat is riskant, vindt Koppenjan. ‘Denk aan de klimaatcrisis. Alles is een crisis, toch? Onze faculteit gaat onderzoek doen naar de democratische inbedding van de energietransitie. Dat is goed, want het risico bestaat dat we die in onze haast vergeten. Hebben we weer geen idee. Bij het stikstofbeleid speelt dat ook. Als we het goed doen, gaan we gebiedsgericht en in overleg aan de slag. Maar dan zie je de technocratische stikstofkaart die minister Van der Wal van Natuur presenteert! Ja, zei de minister, als ik hierover had overlegd, had het maanden geduurd. Nou en? We waren al te laat, en nu moet het opeens heel snel. Pas nadat de minister haar kaart had gepresenteerd, zei ze open te staan om hem “opnieuw in te kleuren” en dat ‘samen met de boeren’ te willen doen. Hier geldt: als je snel wilt gaan, ga langzaam.’
Kwetsbaren
Koppenjan zie daar een taak voor de bestuurskunde: ‘Juist in deze tijd van onbesuisdheid en polarisatie is er behoefte aan een bestuurskunde die oog heeft voor de waarden van verschillende maatschappelijke partijen. Een bestuurskunde die zich richt op de oplossing van urgente problemen, en daarbij oog heeft voor de waarden van de democratische rechtstaat en voor een eerlijke verdeling van baten en lasten, en extra let op de bescherming van kwetsbare groepen.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 13 van deze week.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Gelukkig hebben we de boeren!