Zorgen over kwaliteit taalonderwijs aan inburgeraars
De lat voor inburgeraars gaat per 1 januari omhoog. Nu doet bijna iedereen taalexamen op niveau A2, als de nieuwe inburgeringswet is ingevoerd moet dat B1 worden. Gemeenten gaan de taalcursussen weer inkopen, maar kunnen de taalbureaus de ambities waarmaken?
De lat voor inburgeraars gaat per 1 januari omhoog. Nu doet bijna iedereen taalexamen op niveau A2, als de nieuwe inburgeringswet is ingevoerd moet dat B1 worden. Gemeenten gaan de taalcursussen weer inkopen, maar kunnen de taalbureaus de ambities waarmaken?
Helemaal opnieuw
‘Met aanbesteden haal je de rotte appels er misschien tussenuit, maar ik ben er niet van overtuigd dat gemeenten beter op kwaliteit selecteren’, stelt Jaco Dagevos, hoogleraar integratie en migratie bij de Erasmus Universiteit en wetenschappelijke medewerker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. ‘Voor 2013 waren gemeenten ook verantwoordelijk voor de inkoop en toen ging het aanbesteden van taalcursussen heel moeizaam. Inmiddels is de kennis over de inburgeringsmarkt weg. Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen.’
Scepsis
De scepsis van Dagevos is niet uit de lucht gegrepen. De aanbesteding van de Onderwijsroute, die 18- tot 28-jarige statushouders klaarstoomt voor een studie in het mbo of hoger onderwijs, dreigt in Rotterdam net als elders in het land te mislukken. Mogelijke aanbieders van taalschakelprogramma’s (mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten) schrijven niet in op de aanbestedingen omdat ze het beschikbare budget ontoereikend vinden, blijkt uit onderzoek dat Anderson Elffers Felix half oktober afleverde.
Te schools
‘Het inburgeringsonderwijs is vaak te schools, te weinig praktijkgericht en sluit ook niet aan bij behoefte van de cursisten, stelt Jaco Dagevos. Op papier is er in het nieuwe systeem meer ruimte voor maatwerk en voor leren in de praktijk. ‘Er wordt veel verwacht van duale trajecten waarbij statushouders de taal leren op een werkplek. Maar die trajecten blijken in de praktijk heel lastig vorm te geven.’
Standaard
Taalschool-eigenaar Payman Moghaddam vreest dat het nieuwe inburgeringsaanbod een variatie op het oude zal worden. ‘Gemeenten laten de invulling van de routes over aan de taalscholen die de aanbesteding hebben gewonnen. Zij hebben waarschijnlijk een scherp aanbod gedaan. Het zal er daarom op neerkomen dat het lesgeven met standaard leerboeken wordt in plaats van maatwerk. En de taalaanbieders zullen met groepen van 15 tot 20 personen moeten werken om het rendabel te houden. In grote groepen kun je als docent geen rekening houden met individuele leerbehoeften.’
Fraude
Wat Moghaddam het meest verontrust is dat gemeenten vooral bezig zijn met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en het voorkomen van fraude. ‘Rotterdam heeft een kwaliteitsconvenant gesloten met alle taalscholen en daarin draait het vooral om het controleren van de eisen die aan taalscholen gesteld worden.’ Terwijl het gesprek zou moeten gaan over hoe je het leerproces van statushouders kunt verbeteren, vindt hij.
Moedertaal
‘Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat je een tweede taal veel effectiever leert als je uitleg krijgt in je moedertaal’, aldus Moghaddam. ‘Daarom werken wij bij Hamrah met moedertaalcoaches. Nederlands zit heel anders in elkaar dan het Farsi, Turks of Russisch. Het helpt als een moedertaalspreker een grammaticale kwestie kan uitleggen.’
Maatwerk
Moghaddam zou graag experimenteren met taalcursussen die toegespitst zijn op het vak dat een statushouder wil gaan beoefenen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste inburgeraars het B1-niveau kunnen halen als je de taalcursus afstemt op hun vak. Iemand die in de bouw gaat werken moet niet alleen bouwtechnische termen in het Nederlands kennen, maar ook de juridische taal om bouwvoorschriften te begrijpen. Het moet dus maatwerk zijn. Dat zou je kunnen leveren als je met Nederlandse praktijkdocenten uit het beroepsonderwijs zou werken, maar dat kan niet omdat alle inburgeringsdocenten een NT2-diploma moeten hebben’, verzucht hij.
Verwaarloosd
‘Iedereen vindt inburgering heel belangrijk, maar er is heel weinig aandacht voor de kwaliteit van de inburgeringscursussen’, stelt Monique Kremer, voorzitter van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). ‘De onderwijskant van de inburgering is extreem verwaarloosd. Dat zie je ook aan de manier waarop het toezicht op de kwaliteit is georganiseerd’, stelt Kremer.
Controlesysteem
Er is veel kritiek op keurmerkverlener Blik op Werk die de kwaliteit aanvankelijk controleerde aan de hand van slagingspercentages, tevredenheidscores en de aanwezigheid van een klachtenregeling. Vier jaar geleden is daar toezicht in de klas bij gekomen, maar dat systeem is onvoldoende gericht op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, vindt Kremer. ‘Het is weer een controlesysteem’, stelt Payman Moghaddam. ‘Ze komen in de klas kijken naar de uitvoering van de lessen, maar je krijgt geen feedback op je onderwijsaanpak.’
Kennis en expertise
‘Je kunt er ook niet vanuit gaan dat gemeenten goede kwaliteitsafspraken maken met taalaanbieders, vindt Kremers. ‘Het is de vraag of gemeenten daarvoor de kennis en expertise in huis hebben. Dat zal in een aantal grote gemeenten misschien wel in orde komen, maar er zijn ook veel gemeenten waarvoor dat niet geldt.’
Lees het hele verhaal over de taalcursussen deze week in BB20 (inlog).
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.