Zonder hulp overheid geen nieuwe Kuip

De directie van Stadion Feijenoord heeft samen met de gemeente Rotterdam plannen ontwikkeld voor de bouw van een nieuw multifunctioneel stadion aan de oever van de Maas. Het stadion moet verrijzen op een plek waar nu nog bedrijven zijn gevestigd. De plannen maken deel uit van een gebiedsontwikkeling die behalve het stadion onder meer ook de aanleg van een metrolijn, de komst van een schaatsbaan, uitbreiding van het bestaande Topsportcentrum en de bouw van studentenwoningen betreft.

In een lezing voor de Alumnivereniging Bestuurskunde Erasmus Universiteit Rotterdam schetste stadiondirecteur Jan van Merwijk dinsdagavond de stand van zaken rond de planvorming voor het stadion. De Nieuwe Kuip, zoals het project in de volksmond wordt genoemd, moet plaats gaan bieden aan 80.000 toeschouwers. Het voetbalveld moet naar buiten kunnen worden geschoven, zodat het stadion ook geschikt is voor het houden van onder meer concerten. Ook moet er een schuifdak op komen.

Van Merwijk heeft laten berekenen dat met het project een investering van bijna 600 miljoen euro is gemoeid. Een derde van dat bedrag moet bijeen worden gebracht door de uitgifte van aandelen. Nog eens een derde zal worden geleend van banken en pensioenfondsen. De overheid zou over de brug moeten komen met een achtergestelde lening van 200 miljoen.

Van Merwijk hoopt dat de stad Rotterdam als aandeelhouder wil deelnemen in het project. ‘De banken zijn bereid om maximaal 40 procent te financieren, bij een looptijd van tien tot maximaal vijftien jaar. Overheidsparticipatie is daarbij gewenst - of zeg maar gerust: dat wordt geëist.’ Om de vaart er in te houden, hoopt Van Merwijk dat de nieuwe coalitie zich na de verkiezingen hard wil maken voor het stadionplan. Dat is volgens hem ook van nationaal belang: ‘Nederland wil samen met België een gooi doen naar de organisatie van wereldkampioenschap voetbal in 2018 of eventueel 2022. De beslissing daarover wordt in december genomen. Rotterdam moet finalestad worden, want een geschikt stadion met 80.000 toeschouwers is elders in Nederland of België niet voorhanden. Vóór december moet er dus duidelijkheid zijn.’

Van Merwijk beseft dat er nog veel politieke discussie zal worden gevoerd. ‘Een schouwburg of zwembad hebben ook een onrendabele top. Bij een stadion is dat net zo. ’ Vooralsnog verloopt de samenwerking met het stadsbestuur volgens Van Merwijk goed. Zo is de gekozen locatie, ingeklemd tussen de Maas en een zeewerende dijk, in nauw overleg tot stand gekomen. Als de organisatie van het WK niet doorgaat, wordt een kleiner stadion ‘van een andere allure’ gebouwd, aldus Van Merwijk. ‘Maar dat nieuwe stadion komt er.’