'Zingen en dansen helpt'
In de veertig wijken van minister Vogelaar heerst grote culturele achterstand. Meer voorzieningen en kunstbeoefening zouden de stedelijke vernieuwing hogerop helpen. Of is 'wijkkunst' vooral een doekje voor het bloeden?
Het begon in de achterbuurten van Casablanca, Caïro, Lille en Instanbul. Vanuit een EU-programma werkte regisseur Cees Bavius er aan de uitwisseling tussen kunstenaars, overheid en burgers. In 1998 werd zo het Bureau d'Arts sans Frontières geboren. Al snel ontstond het idee om dezelfde projecten ook in eigen land uit te voeren. Zoals in de Rotterdamse Millinxbuurt - in die jaren een no-go area met drugsoverlast en dichtgetimmerde panden. Om de laatste bewoners in de wijk te houden, ontwikkelden Bavius en schrijfster Pieta Bot een speelse vorm waarmee bewoners hun ervaringen en frustratie kwijt konden. Dat werd de MillinxSoap. De eerste bijeenkomst trok al twintig spelers (met een gastrol voor de wethouder), en dat werden er snel meer.
Het heeft gewerkt, zegt Bavius terugkijkend. Niet om structurele problemen op te lossen, want die zijn vrijwel altijd sociaal-economisch van aard. Maar wel om aan te zetten tot een 'dialoog' over opvoeding en omgangsvormen, tot een nieuw wij-gevoel. Intussen zit de Millinxbuurt in de lift: de huizen zijn opgeknapt, de overlast is ingedamd. Bavius: 'Kunst is nooit dé oplossing. Maar het is wel onmisbaar om een kentering tot stand te brengen. Wijktheater is uitlaatklep en integratiemiddel ineen. Het creëert het sociale cement dat voor stedelijke vernieuwing nodig is.' Het waren dan ook de gebiedsmanagers die zeiden: zonder die soap was de herstructurering niet gelukt.
Binnenkort beleven Bavius (oud-beleidsadviseur toneel bij de Rotterdamse Kunst Stichting) en Bot (voormalig beleidsambtenaar) hun jubileum. Dan hebben ze er tien jaar op zitten. Al die jaren zijn ze ingehuurd door gemeenten, welzijnswerk en woningcorporaties om in wat toen nog gewoon achterstandswijken heetten theater met bewoners te maken. Van dialogen en 'slooptheater' tot workshops en soaps. Twee jaar geleden werd ' Toneelwijk Wielwijk' in Dordrecht nog uitgeroepen tot het beste integratieproject.
Bijvangst
Steeds meer probleemwijken lonken naar community art. Dat 'cultuur' een rol speelt bij stadsherstel is geen novum; het ministerie van VROM, waarmee programmaminister Vogelaar samenwerkt, had er altijd al een klein potje voor binnen de stedelijke vernieuwing. Maar recent is wel de consensus over de maatschappelijke waarde van kunst en cultuur: die zouden verleiden tot burgerschap en sociale cohesie. Opmerkelijk genoeg vermeldt het actieplan van de minister nagenoeg niets over kunst en cultuur. Hooguit als bijvangst, als één van de 'middelen tot integratie'. Het aandeel cultuur in de wijkaanpak wordt hoofdzakelijk verzorgd door het ministerie van OCW, onder meer met de ondersteuning van brede scholen, sport en culturele instellingen. Dragen kunst en cultuur wel bij aan de vorming pracht- of krachtwijken?
'Vanuit de wijken worden de problemen gedefinieerd en wat de oplossingen zijn', zegt de woordvoerder van de minister. 'In sommige wijkactieplannen komen kunst en cultuur duidelijk terug, maar dus als lokale accenten. Voor ons is het geen vooropgezet doel.' Maar daarmee is het niet onbelangrijk. Zo faciliteert het ministerie een landelijke alliantie van 25 organisaties die de wijken moeten versterken. Daartoe behoren ook de Cultuurformatie (federatie van instellingen), het NAi (architectuur) en Kunstfactor (amateurkunst). Daarnaast is de minister met woningcorporaties een 'afsprakenkader' overeengekomen, dat hun de mogelijkheid biedt meer dan alleen fysieke investeringen te doen - zoals kunst en cultuur.
Voor de Haagse cultuurwethouder Jetta Klijnsma (PvdA) spreekt het lokale accent vanzelf. Juist op dat niveau kan cultuurparticipatie van de grond komen. Dat is wat Klijnsma met haar beleidsnota 'De vonk die overslaat' beoogt. Samen met een cultuurmakelaar, corporaties en professionele gezelschappen moeten er 'zinvolle dwarsverbanden' ontstaan. Verschillende podia en theaters zullen verrijzen, voor jong en oud talent. Volgend jaar opent in de wijk Escamp het Koorenhuis, een laagdrempelig buurttheater in samenwerking met het Nationaal Toneel en het Nederlands Danstheater. Klijnsma: 'Kunst kan het besef van gezamenlijkheid versterken, heft de dagelijkse sleur op en geeft plezier. Dat kippenvel wil ik overbrengen.'
Sinds het 'fysisch determinisme' met de brede wijkaanpak van minister Vogelaar definitief is afgezworen, neemt de belangstelling voor wijkkunst alleen maar toe. Merkt ook kunsthistorica en adviseur Mira Kho. Al meer dan twintig jaar betrekt zij in opdracht van gemeenten en corporaties kunstenaars bij vraagstukken uit de samenleving. 'Maar sinds "Vogelaar" zijn we geen roependen in de woestijn meer', zegt Kho. 'Steeds meer partijen herkennen in kunst en cultuur een bondgenoot om vraagstukken van diversiteit, onveiligheid en de kwaliteit van de openbare ruimte te verbinden en te verbeelden.' Momenteel is Kho als curator voor de Vrede van Utrecht betrokken bij projecten in Kanaleneiland en Overvecht. In Amsterdam werkt ze als intendant mee aan de culturele ontwikkeling van de Westelijke Tuinsteden.
Culturele planologie
Recentelijk spraken deelnemers aan de Facta-studiemiddag 'Kunst en cultuur in de wijk' zich uit voor het beleidsinstrument 'culturele planologie' (een term van oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg): culturele voorzieningen en kunstbeoefening dragen het stadsherstel. Het is ook een bevinding van ABP Research, dat in opdracht van VROM onderzoek deed naar de veertig wijken. Conclusie uit het rapport Cultuurimpuls stedelijke vernieuwing: kunst en cultuur zijn 'waardemakers' en 'trekkers van stedelijke vernieuwing', maar juist in de Vogelaarwijken is sprake van 'grote culturele achterstand'.
De wijkactieplannen kunnen ervan getuigen. Sommige moeten nog door de colleges van B en W, maar het merendeel van de veertig plannen - leert een grove verkenning - lijken zich te beperken tot 'doorbraakthema's' als wonen, werken en veiligheid. Kunst en cultuur duiken vooral op in de vorm van brede scholen en middelen tot 'leefbaarheid en integratie'. Zo wil Rotterdam in 2010 tien procent meer deelname aan de lokale cultuur in zijn zeven probleemwijken. In de Arnhemse wijk Klarendal richt het wijkactieplan zich op amateurtoneel, een breed cursusaanbod en een kennismakingsprogramma kunst voor bewoners. In sommige steden, zoals Amsterdam, ligt het accent meer op de 'verheffing' tot culturele burgers; in andere steden, zoals in het Utrechtse Overvecht, staat vooral 'ontmoeting' door middel van sport en nieuwe media centraal. Veel onderlinge verschillen dus, maar ook veel consensus over het nut van kunst. Terecht?
Naïef
Jeroen Boomgaard, lector kunst en publieke ruimte aan de Rietveld Academie, waarschuwt voor te hoge verwachtingen. 'De rol van kunst is behoorlijk ingewikkeld, met veel riskante facetten. Zolang niet glashelder is wát je organiseert voor wíe, kan kunst een erg onzuivere rol spelen.' Die verwachtingen zijn in de eerste plaats gewekt door de cultuursector zelf, zegt Boomgaard. 'Daarna is het door de overheid verder ingevuld. Je ziet nu echt een soort "cohesie door kunst"-agenda ontstaan. Maar kunst kan nooit direct sociaal rendement opleveren. Het is naïef dat te denken.'
Community art is echter niet waardeloos. 'Het kan ander zicht op een wijk bieden, verhalen losmaken, reuring veroorzaken.' Maar kunst is óók vaak een doekje voor het bloeden, zegt hij. Een artistiek project kan sloop of verloedering niet tegenhouden. 'Het enige wat kunst echt kan, is kwaliteit toevoegen. Met publieke kunst kunnen politici en vooral ook corporaties laten zien dat een wijk hen kan schélen, dat de openbare ruimte zo'n investering waard is. Dat soort imago is vruchtbaarder dan projecten waarin bewoners gezellig mee moeten kleien.'
Daar komt nog iets bij. Kunst in probleemwijken heeft ook schaduwkanten, zegt Boomgaard. 'Veel projecten worden gesteund om de "identiteit" van individuen of groepen te versterken. Maar daar zit iets heel benauwends aan. Het houdt mensen niet alleen in een sociaal isolement en sluit ze op in hun subcultuur, maar benadrukt ook de stereotypen. Al die skatebanen en urban culture, vreselijk. Dat drijft mensen juist uit elkaar.' Denk goed na, zegt hij, of kunst wel het juiste middel is.
'Kijk', reageert wethouder Jetta Klijnsma, 'ik ben acht jaar wethouder zorg en welzijn geweest, dus ik weet drommels goed wat er zich in de wijken afspeelt. Zingen of dansen lost problemen niet op; maar het helpt wel. Ella was laatst hier, ook zij denkt verder dan "stenen stapelen". Als je een wijk wilt opbouwen, zijn kunst en cultuur de instrumenten voor gemeenschapszin.' Onlangs nog woonde Klijnsma een dansuitvoering bij van veertig dochters met hun moeders - allochtone vrouwen die anders nooit in het theater zouden komen. 'Dat is wat ik zoek', zegt ze. 'Dwarsverbanden mét artistieke kwaliteit, want dan krijg je mensen mee. Ik heb echt het gevoel dat we zo iets in de wijken tot stand kunnen brengen.'
Corporaties
Onlangs trok Klijnsma's collega Marnix Norder van bouwen en wonen samen met de wethouders van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht bij het kabinet aan de bel. De investeringen in de veertig wijken staan onder druk nu de corporaties jaarlijks vijfhonderd miljoen aan vennootschapsbelasting moeten betalen. En corporaties nemen niet alleen steeds meer taken van gemeenten over (van welzijn tot muziekscholen), maar zijn ook de kurk waarop de aanpak van de Vogelaarwijken drijft. Toch maakt wethouder Klijnsma zich niet meteen zorgen. 'De corporaties in Den Haag werken hier in de regel goed mee. Ook als het gaat om over kunst en cultuur na te denken. Maar Marnix heeft er terecht op gewezen dat het kabinet álle corporaties in Nederland bij de aanpak rond de krachtwijken moet zien te betrekken, niet alleen die in de grote steden.'
Verschillende corporaties hebben aangegeven dat het belastingplan van het kabinet de 'investeringstoezeggingen' op losse schroeven zet. Zoals een grote corporatie als Portaal met 58.000 woningen, waarvan veel in de Vogelaarwijken. 'Wat we moeten afdragen kunnen we niet uitgeven', zegt Henk Peter Kip, regiodirecteur van Portaal Nijmegen (12.000 woningen). Toch, zegt hij, gaat Portaal gewoon door met wat ze altijd deed: woningen bouwen en verhuren. 'Ongeacht de plannen van het kabinet.'
Al jaren wordt corporaties gevraagd 'iets met kunst' te doen. Maar net als Rietveld-lector Boomgaard verzet Henk Peter Kip zich tegen te hoge verwachtingen. 'Ik ben er niet tegen, ik zeg alleen: is dat wel ónze taak, of die van de overheid? Wij bouwen en verhuren huizen. Dat is de basis en die moeten we eerst op orde krijgen. Pas als een causaal verband is aangetoond, en kunst en cultuur daadwerkelijk effect blijken te hebben, kunnen we erover nadenken.' En, voegt hij toe, daarbij moet het niet de slager zelf zijn die zijn vlees keurt. 'Het kan toch niet de culturele sector zelf zijn die bepaalt welke kunst goed is voor de wijk?'
Vechten met ambtenaren
Is gemeenschapskunst dus een verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur? Regisseur Cees Bavius moet even nadenken. Daar is zijn Bureau d'Arts sans Frontières toch voor? Daar zijn hij en zijn partner toch geschoolde professionals voor? De reden waarom hij nooit een structurele subsidie wilde, is zijn huiver om 'geïnstitutionaliseerd' te raken. Bavius: 'Kunst wordt toch het nieuwe opbouwwerk. Maar de overheid wil alles vastleggen, kant-en-klaar aan de tekentafel ontworpen. Ik moet vechten met ambtenaren om invulling aan projecten te kunnen blijven geven.' Hoe populair community art ook is, het is volgens Bavius nooit kopieerbaar.
'Het is veeleisend en kwetsbaar. Je moet projecten precies op maat snijden, met de specifieke omstandigheden als uitgangspunt. Anders gaat het fout.' Daarom vindt hij het ook 'heel erg' dat minister Vogelaar niet méér aandacht heeft voor kunst en cultuur. Niet omdat er te weinig in de wijken gebeurt, maar omdat de kwaliteit vaak 'beneden peil' is. Een voorbeeld. Laatst werd hij gebeld door een ambtenaar die van de MillinxSoap had gehoord: of ze dat even in een sloopwijk wilden doen. Bavius: 'Je bent hartstikke gek, zei ik. Een soap schept verbindingen, bouwt iets op. Dat doe je in een wijk die kan groéien. En zo is het met alle kunstprojecten: als je niet heel goed weet wat je doet, kun je er beter niet aan beginnen.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.