Wetswijziging Participatiewet moet van tafel
Familieleden die gaan samenwonen om zorg te ontvangen en te verlenen, moeten niet op hun bijstandsuitkering worden gekort. Het wetsvoorstel om die uitzonderingsregel voor bloedverwanten in de tweede graad uit de Participatiewet te schrappen, moet van tafel. Dat stellen de Landelijke Cliëntenraad, Ieder(in) en Mind.
Familieleden die gaan samenwonen om zorg te verlenen en zorg te ontvangen, moeten niet worden gekort op hun bijstandsuitkering. Het wetsvoorstel om die uitzonderingsregel voor bloedverwanten in de tweede graad te schrappen, moet van tafel.
Haaks op beleid
Dat stellen de Landelijke Cliëntenraad, Ieder(in) en Mind. De maatregel staat haaks op het beleid van het kabinet dat burgers oproept zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Ook strookt het niet met hetgeen waarop het kabinet hamert; namelijk omzien naar elkaar en het zorgen voor elkaar, aldus de drie organisaties. Het voorstel staat bovendien haaks op het VN-verdrag handicap artikel 28; het recht op een behoorlijke levensstandaard en sociale bescherming. Woensdagavond debatteert de Kamer over de wetswijziging van de Participatiewet. De stemming volgt een week later.
Discriminerend
Als een zorgbehoevende samen met een broer, zus, opa of oma woont, kan gebruik worden gemaakt van een uitzondering op de (samenwoon)korting op de uitkering. Met de nu voorliggende wetswijziging wordt die uitzonderingsregel geschrapt. Deze is discriminerend, zo bepaalde de Hoge Raad eerder. De Hoge Raad adviseerde de wetgever de keuze te maken om de uitzondering te verbreden of te schrappen. Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft gekozen om de uitzondering te schrappen.
Ongewenste effecten
‘In plaats van de discriminatie op te heffen door de uitzondering ook toe te passen voor andere ongehuwd samenwonenden die voor elkaar zorgen, wordt de uitzondering voor iedereen geschrapt’, constateren de drie organisaties tot hun spijt. Zij wijzen op een aantal ongewenste effecten van de voorgestelde wetswijziging. Als mensen door de nieuwe maatregel afzien van het zorgen voor elkaar, moet de zorgbehoevende mogelijk worden opgenomen in een Wlz-instelling (Wet langdurige zorg). Zij die wel blijven samenwonen, kunnen worden gekort op hun bijstandsuitkering door de inkomens- en vermogenstoets. Dit kan weer leiden tot een groter beroep op zorg- en huurtoeslag. ‘Ook wordt er een aanslag gepleegd op de zelfredzaamheid van diegene die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen’, schrijven de drie organisaties aan de Kamer.
Schrijnend
Gemeenten mogen een uitzondering maken als het schrappen van de uitzonderingsregel inderdaad leidt tot opname in een Wlz-instelling. Dat staat in de Memorie van Toelichting. Vreemd, vinden de Landelijke Cliëntenraad, Ieder(in) en Mind. ‘Is dat dan geen discriminatie ten aanzien van andere ongehuwd samenwonenden die voor elkaar zorgen en wel als partners worden behandeld? Of kunnen zij dan ook een beroep doen op deze uitzondering?’ De drie organisaties vinden het onbegrijpelijk dat het kabinet niet kiest voor een ruimhartige oplossing om de discriminatie op te heffen en dit landelijk regelt. In de Memorie van Toelichting staat dat het aantal mensen dat door de wetswijziging wordt geraakt, gering is. De budgettaire gevolgen zullen volgens het kabinet niet groot zijn. ‘Dit maakt de maatregel nog schrijnender voor hen waar de individuele gevolgen wel groot zijn’, aldus brief van de belangenorganisaties aan de Kamer.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik ga er maar vanuit dat er niets verandert. Gemeenten hebben geen zin in dure onderzoeken "samenwoning" of "Wlz-inrichting" en zitten ook niet te wachten op toekomstige rechtszaken (van schrijnende gevallen).
Laten we eens stoppen met die kruideniersmentaliteit: de vlag moet toch uit als de kleinzoon van 40 gaat inwonen bij oma van 80 om haar te verzorgen. Dit zonder einde bijstand.