VNG wil eenvoudige Jeugdwet en extra geld van Van Rijn
Het budget voor 2014 voor de transitie is 'volstrekt onvoldoende'. De vereniging vraagt daar extra geld voor aan het kabinet.
Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA, VWS) moet ervoor zorgen dat de nieuwe Jeugdwet een stabiele wet wordt zonder 'onnodige bureaucratie'. Daarnaast moet er extra geld komen voor de transitie. Deze en andere wensen, verwoordt de VNG in een brief aan de staatssecretaris. Volgende week debatteert de Kamer over de nieuwe Jeugdwet.
Gemeenten willen dat het kabinet met een overzichtelijke en administratief eenvoudige kaderwet komen. Ze willen de jeugdzorg eenvoudiger organiseren en willen daarbij niet tegengewerkt worden door een te bureaucratische wet. De bepalingen die nu in het voorstel staan voor 'nadere regelgeving' moeten daarom geschrapt worden, aldus de VNG. De Raad van State heeft eerder een soortgelijk advies gegeven.
Extra geld
Daarnaast moet Van Rijn goed de vinger aan de pols houden voor wat betreft de financiële gevolgen van de wet, omdat de stelselwijziging gepaard gaat met een ingrijpende bezuiniging. 'Dat kan niet anders dan een aanzienlijke versobering van de zorg met zich meebrengen', schrijft de VNG. Van Rijn moet daarom goed in de gaten houden of de budgetten wel toereikend zijn. Daarbij vinden gemeenten het budget voor 2014 voor de transitie 'volstrekt onvoldoende'. De vereniging vraagt daar extra geld voor aan het kabinet.
Jeugd GGZ
Gemeenten pleiten er in de brief ook voor dat de jeugdGGZ bij de decentralisatie betrokken blijft. Vooral de jeugdGGZ zelf pleit er op alle fronten voor om niet mee te gaan in de transitie. Maar volgens de VNG is dit een noodzakelijk onderdeel van het nieuwe takenpakket. 'Door de Jeugd GGZ te decentraliseren kan hulp dichtbij in de buurt en integraal worden ingezet', zo staat in de brief.
Inspectie
De VNG wil verder dat gemeenten betrokken worden bij de jaarplannen voor de landelijke inspectie. Het toezicht op de jeugdzorg wordt bij en landelijk georganiseerd, maar volgens de VNG kan dat niet zonder betrokkenheid van de gemeenten. Die zijn immers verantwoordelijk voor de jeugd. Ook willen gemeenten dat de staatssecertaris onderscheid aanbrengt in kwaliteitseisen voor de verschillende vormen van jeugdhulp en zorg voor de jeugd.
- Durf te differentiëren in kwaliteitseisen voor de verschillende vormen van jeugdzorg/-hulp.
- Laat gemeenten meer betrokken zijn bij de landelijke inspectie.
- Volg de effecten van de bezuinigingen nauwgezet.
Frictiekosten die volgens koepelorganisaties hun eigen achterban nekken: wiens probleem is dat?Volgens VNG niet haar probleem of dat van gemeenten. Dat zegt veel over de omgevingsbewustheid en werkelijke samenwerkingsgedachte. Als de bank van een zorgorganisatie er de stekker uit trekt is het gewoon klaar met het bestuurlijke sprookje en dito positiespel.En staan de klanten gewoon in de kou.
Het roze bril- en amateurniveau druipt ervan af.
Op basis waarvan moet een ouder er gerechtvaardigd vertrouwen in hebben dat gemeenten de jeugdzorg goed aan kunnen? Laat het rijk eerst zelf die innoverende aanpak ter hand nemen! Het maakt toch geen bal uit wie dat doet?Eens kijken of het werkt en pas dan naar anderen overdragen met de dan verantwoord gebleken korting.
Ik vraag me af met welk mandaat VNG dit soort brieven schrijft. Welke gemeenteraden stemmen met dit soort voorstellen in? Zijn raden überhaupt aangehaakt bij het dossier, dat voor sommige gemeenten wel eens art. 12 zou kunnen worden?
En er is nog een vuiligheidje: die korting baseert het rijk op begrotingsbasis. Maar op rekeningsbasis heeft ze altijd een overschrijding. De werkelijke korting is dus hoger dan 20%.politiek slim, maar naar de jeugd achterbaks.
(Zie ik het verkeerd? Ik ben benieuwd naar de mening van anderen.)