Verslaafde ouders
Het staat wetenschappelijk buiten kijf dat kinderen van verslaafde ouders ernstig in hun veilige ontwikkeling worden bedreigd. Als de kinderen verslaafd geboren worden is er een zeer aanzienlijke kans op blijvende schade in de hersenen die later tot allerlei gedragsstoornissen kan leiden.
Verslaving van ouders is een chronische ziekte, waarvan het heel moeilijk definitief afkicken is. Om veilig op te groeien hebben kinderen kort gezegd liefde en structuur nodig. Sommige verslaafde ouders zijn niet in staat tot het geven van voldoende liefde, maar er zijn ook verslaafde ouders die daartoe nog wel in staat zijn. Maar vrijwel geen enkele verslaafde ouder is in staat om een kind voldoende structuur te bieden, hoe veel ze ook van hun kind houden. Daarvoor is de verslaving een te dominante factor in een dus per definitie disfunctioneel gezinssysteem.
Ik ken talrijke voorbeelden van wat het doet met kinderen van verslaafde ouders, wanneer die toch in eerste instantie de kans krijgen om het kind zelf op te voeden. Dat gaat bijna altijd en dan ook meteen zeer schrijnend fout. De eerste jonge jaren opgroeien in een gezin met verslaafde ouders leidt tot veel schade voor het kind die, na de veelal onvermijdelijke ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, op wat latere leeftijd bijna altijd leidt tot een lange pijnlijke mars door het jeugdzorgsysteem.
Van crisisopvang via psychiatrische behandelplek en gesloten jeugdzorg naar een jeugdgevangenis en vice versa. Ondanks de grote inspanningen van alle betrokken jeugdzorg en justitiële instellingen wordt het in de jonge jaren al zwaar belaste kind daar over het algemeen niet beter van, ook al is het alternatief van terugplaatsing naar de verslaafde ouders nog slechter. Op zijn/haar 18de is het resultaat van dit alles een definitief beschadigd kind dat verder aan zijn/haar lot wordt overgelaten, tenzij het als volwassene vrijwillig bereid is om verdere hulp te accepteren. Dat is vaak niet het geval, omdat men ook alle vertrouwen in de zorg is verloren. Dan is het meestal een kwestie van wachten totdat er een ernstige crisis volgt waarbij er sprake is van gevaar voor zichzelf of zijn/haar omgeving (alleen dan is gedwongen opname en behandeling mogelijk) of totdat er een strafbaar feit wordt gepleegd (opsluiting) en dit patroon kan zich lang blijven herhalen. Door in het begin niet zwaar in te grijpen wordt het onschuldige kind op jonge leeftijd in een negatieve zichzelf versterkende spiraal gebracht die vrijwel onmogelijk te stoppen is.
Zo moet jeugdbescherming in Nederland mijns inziens niet werken. Excellente jeugdbescherming betekent mijns inziens dat kinderen van verslaafde ouders altijd bij de geboorte uit huis worden geplaatst in een pleeggezin, ook als één van de ouders niet verslaafd is. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen ouder en opvoeder. Het pleeggezin wordt de opvoeder bij voorkeur voor de hele periode van 18 jaar. Voorzover verslaafde ouders daartoe bereid en in staat zijn, kunnen ze via een omgangsregeling hun rol als (biologische) ouder blijven vervullen. Het enige alternatief dat ik kan bedenken is een samenwerking tussen verslavingszorg en jeugdzorg waarbij in een combinatie van gezinshuizen met “aanleunwoningen” voor verslaafde ouders intensiever contact tussen kind en ouders mogelijk wordt gemaakt.
Lastiger wordt het wanneer verslaafde ouders vlak voor of tijdens de zwangerschap afkicken, vooral omdat het vrij moeilijk is om te controleren of dit daadwerkelijk het geval is. “Verslavingsvrije urine” is bijvoorbeeld makkelijk op de kop te tikken. Maar stel dat we dat door zeer strenge en intensieve controles voor elkaar zouden kunnen krijgen, hoe positief moeten we zijn over de verwachtingen van de opvoedkwaliteiten van ouders die vlak voor of tijdens het krijgen van een kind pas afkicken? Hoe groot is de kans dat het hebben van een kind tot zoveel zelfdiscipline leidt dat men afgekickt blijft? Neem daarbij het gegeven dat ex-verslaafde ouders over het algemeen niet de meest stabiele persoonlijkheden zijn en mijn conclusie is dat ook dan beter tot plaatsing in een pleeggezin kan worden besloten. De veiligheidsrisico’s voor het kind in kwestie zijn simpelweg te groot.
Nog lastiger wordt het wanneer ouders na de uithuisplaatsing van hun kind daadwerkelijk bewijzen langere tijd clean te blijven. Want na bijvoorbeeld een jaar zijn de kinderen net veilig gehecht aan hun pleegouders en dan is terugplaatsing naar de biologische ouders ook een vorm van kindermishandeling. En de kans op terugval van de ouders met opnieuw een uithuisplaatsing blijft zeer reëel. Toch ben ik geneigd om in dit geval vooralsnog (we moeten ervaring op doen of dit werkt) te kiezen voor terugplaatsen van de kinderen bij de biologische ouders in combinatie met intensieve begeleiding en voortgaande controle op terugvalgedrag. Na één keer terugval moet dan vervolgens wel besloten worden tot definitieve plaatsing in – bij voorkeur het zelfde – pleeggezin.
In zeer extreme gevallen waarin drie dubbel en dwars duidelijk is dat verslaafde ouders niet voor hun baby kunnen zorgen (moeders die niet willen afkicken en roepen dat ze net zo lang zwanger blijven worden totdat de overheid stopt met weghalen van haar kinderen, situaties waarin ook anderszins sprake is van onveiligheid zoals geen vaste verblijfplaats en inkomen, situaties waarin sprake is van een negatieve “track record” omdat eerdere kinderen al uithuis zijn geplaatst) worden kinderen van verslaafde ouders direct na de geboorte uit huis geplaatst. Maar dat we in Nederland nog ver van de door mij bepleitte aanpak verwijderd zijn blijkt uit vele zaken waarin ook kinderrechters niet bereid zijn om tot directe uithuisplaatsing over te gaan. Ik ken zelfs een recente zaak waarin meerdere oudere kinderen van verslaafde ouders definitief uit huis zijn geplaatst en de ouders toch bij de volgende baby nog weer een kans kregen van de kinderrechter in het vrijwillige kader. De op zich terechte standaardbenadering dat ouders eerst moeten hebben bewezen niet zelf voor hun kinderen te zorgen wordt in het geval van verslaafde ouders mijns inziens te rigide toegepast.
Volgens mij is het strijdig met de rechten van het kind om verslaafde ouders een kans te geven om hun kinderen zelf op te voeden. De kans dat het mis gaat is simpelweg te groot met alle levenslange zeer schadelijke gevolgen voor kind en maatschappij van dien.
Één groot dilemma doemt nog wel op. Kiezen we voor deze nieuwe aanpak alleen voor het relatief beperkte aantal drugsverslaafde ouders, ook passen we de aanpak ook toe op de veel grotere aantallen alcohol en nicotine verslaafde ouders? Het feit wil namelijk dat de fysiologische en contextuele effecten van alcohol- en nicotinegebruik vaak nog ernstiger zijn voor kinderen dan de effecten van drugsgebruik. Kiezen we voor een praktische lijn of voor een consistente lijn?
Ik kijk uit naar uw reacties.
Ondanks mijn 'kansloze' bestaan, heb ik al mijn studies (2xmbo, hbo, uni master) allen, versneld, afgerond. Vind ik wel knap voor een kansloos persoon.
Veel belangrijker dan het kijken naar wat voor problemen ouders hebben, is het om te kijken naar de behoeftes van kinderen, en de liefde die kinderen van hun ouders krijgen (los van een verslaving).
Om dit bericht niet exceptioneel lang te maken, rond ik deze nu maar (bijina) af, maar niet voordat ik nog wat stellingen uit:
- Ik kan me bijna niet voorstellen de de heer Gerritsen dit meent, en niet enkel heeft geschreven om mensen op de kast te jagen.
- Als je toch ouders hun kinderen wilt ontzeggen, doe dat dan op basis van het gebrek aan liefde dat ouders de kinderen geven.
- Ik hoop dat de mensen op hoge functies, eindelijk, wat minder zelfingenomen gedrag laten tonen en geen beslissingen maken waar ze, schijnbaar, geen begrip over hebben.
- Mensen die NIET door 1, of meerdere, verslaafde ouders zijn opgevoed, hebben niet de kennis om hier uitspraken over te doen. Als deze dan toch gedaan moeten worden, vraag dan om raad bij meerdere mensen die deze ervaring wel hebben!