Schuldhulp die werkt
Het aantal mensen met problematische schulden is fors gestegen. Gemeenten moeten deze mensen helpen. Maar hoe? Staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA, Sociale Zaken) bereidt een wetswijziging voor. Leeuwarden en Amersfoort boeken, elk op hun eigen manier, nu al succes.
In de wijk of in de winkel: schuldhulp in Leeuwarden
Leeuwarden behoort al jaren tot de koplopers als het gaat om het aanpakken van mensen met schulden. Nu zijn er in de Friese hoofdstad ook veel mensen met problematische schulden: 15 procent van de kinderen groeit op in armoede. De noodzaak voor een goede aanpak werd er al langer gevoeld. Maar de manier waarop, in de wijk, samen met andere instellingen en gericht op preventie, werpt zijn vruchten af. Het aantal mensen dat met succes een schuldhulptraject doorloopt, is gestegen tot 95 procent, terwijl dat landelijk 66 procent is. Het aantal mensen in een schuldhulptraject daalt.
Leeuwarden begon al in 2012 met het analyseren van de problematiek. Er werd al enige tijd gewerkt met frontline teams, voorlopers van de wijkteams die waren voortgekomen uit de wijkaanpak van voormalig staatssecretaris Vogelaar. ‘Die hadden een heel persoonlijke aanpak’, vertelt Harry van der Molen, verantwoordelijk wethouder (CDA). ‘Aanbellen, gesprekken aangaan, luisteren waar de problematiek zit.’
Hoeksteen
Wat opviel, volgens Van der Molen: ‘Als een hulpverlener langskomt voor problemen over drugs of huiselijk geweld, blijkt dat er in 80 procent van de gevallen ook financieel problemen zijn. Misschien nog niet op het niveau van schuldsanering of schuldhulp, maar wel degelijk prangend. Dat was voor ons het moment om die schulden als hoeksteen van de nieuwe aanpak te nemen.’
In 2014 werkt Leeuwarden met wijkteams om ook de andere taken in het sociaal domein op te pakken. Belangrijk daarbij is dat ook de ingang voor mensen met financiële problemen in de teams is opgenomen. Er zitten getrainde vrijwilligers bij van bijvoorbeeld Humanitas, Schuldhulpmaatje of kerkelijke instellingen. Ze helpen met administratie en budgetteren, wijzen de weg naar toeslagen, zoeken oplossingen voor de problemen en geven voorlichting. Als de problemen groter zijn, wordt doorverwezen naar de kredietbank voor een schuldsaneringstraject. Ook die mensen zitten in het wijkteam. En zo blijven de lijntjes kort en is de stap voor de schuldenaar niet groot.
De tweede poot waar de Leeuwarder aanpak op steunt, is gezamenlijkheid. Zorgverzekeraars, woningcorporaties en energieleveranciers merken vaak als eerste dat er geldzorgen zijn. Met hen sloot de gemeente een convenant om problemen eerder in kaart te kunnen brengen. ‘Zo’n convenant heeft nogal wat haken en ogen’, aldus Van der Molen. ‘Er zijn privacywetten waardoor je niet alle informatie zomaar kunt delen. Wij hebben een goedwerkend convenant weten te maken dat aan alle wetten voldoet. Informatie wordt alleen gedeeld met mensen die het in mogen zien en tegelijkertijd kunnen die instanties een signaal aan het wijkteam afgeven.’ Ook probeert Van der Molen om met corporaties afspraken te maken over het duurzamer maken van woningen om zo iets aan de woonlasten van mensen te doen. De corporaties verleiden, noemt hij het. En de bewoners probeert hij te overtuigen van het nut van tochtstrips, want alle kleine beetjes helpen.
Coördinerend wethouder
En als derde punt moet er ook op het gemeentehuis meer worden samengewerkt. Leeuwarden heeft daarom een coördinerend wethouder aangesteld. Van der Molen: ‘Als ik de woonlasten voor mensen op het sociaal minimum wil terugdringen, heb ik mijn wethouder wonen daarvoor nodig. Als ik wil dat mensen met kinderen meer te besteden hebben, heb ik de onderwijs-wethouder nodig voor een afspraak over schoolkosten. En om mensen te laten sporten, heb ik de sport-wethouder nodig. Kortom: het hele college moet zich hieraan verbinden en er moet iemand zijn die het coördineert. En dat ben ik. Ik loop makkelijk bij anderen binnen, omdat we ons als college hieraan verbonden hebben. Die afstemming is heel belangrijk.’
Natuurlijk kost een focus op de aanpak van armoede geld. Maar, verzekert Van der Molen, het kost niet zo heel veel meer. Het extra rijksgeld dat vorig jaar beschikbaar kwam voor de aanpak van armoede is welkom, maar het gaat er vooral om dat er vanuit alle beleidsvelden aandacht is. In de aanpak huiselijk geweld zit nu een deel armoedebeleid, dat werkt preventief. Met alle activiteiten die Leeuwarden nu al inzet, is de aanpak nog niet klaar. ‘We zijn bezig met projecten voor 2018, als Leeuwarden Culturele hoofdstad van Europa is’, vertelt de wethouder. ‘Dan gaan we kijken hoe kinderen uit bijstandsgezinnen hieraan mee kunnen werken. En er is een coproductie tussen de wijkteams en de voedselbank in de maak om vijf gezinnen intensief te begeleiden en ondersteunen.’
Geldloket
De gemeente Amersfoort werkt sinds 2012 met het Geldloket. Een winkel midden in de stad waar mensen die financiële problemen of vragen over geld hebben binnen kunnen lopen. Staatssecretaris Klijnsma sprak onlangs tijdens een werkbezoek over het loket als ‘een prachtige uitgestoken hand’. Ze roemt het feit dat het loket laagdrempelig is en doet haar best de Amersfoortse aanpak uit te dragen. Want, ‘goed voorbeeld doet goed volgen’, vindt ze.
‘We zagen steeds meer “nieuwe armen”: mensen die wel werken maar door de crisis toch in de problemen komen, zoals zzp’ers’, vertelt wethouder Menno Tigelaar. Bij het Geldloket kunnen ze terecht met vragen en worden ze geholpen. Het mes snijdt aan twee kanten; er wordt hulp geboden en tegelijkertijd doet het Geldloket kennis op over deze nieuwe groep armen.
Het Geldloket is onderdeel van Stadsring51 dat voor Amersfoort de schuldhulpverlening organiseert. Mensen met schulden kunnen daar terecht voor schuldhulpverlening. ‘De kracht zit ‘m erin dat we maatwerk bieden’, aldus Tigelaar. ‘Per persoon wordt gezocht naar de beste aanpak. Sommigen krijgen een schuldregeling, anderen zijn daar nog niet aan toe. Dan wordt eerst gekeken hoe de situatie is te stabiliseren.’
Preventie en nazorg
Maar er gebeurt ook veel op het gebied van preventie en nazorg. Zo wordt er ook in Amersfoort nauw samengewerkt met vrijwilligers organisaties als Humanitas en Schuldhulpmaatje. Daarnaast worden spreekuren gehouden op plaatsen waar mensen komen die het niet makkelijk hebben. ‘Door een spreekuur bij het wijkteam te houden, of bij de voedselbank, komen we op een laagdrempelige manier in contact met mensen’, aldus Tigelaar. En voor de nazorg zijn budgetcoaches beschikbaar. Dat werkt.
De uitvalpercentages voor schuldtrajecten zijn tussen 2011 en 2015 gedaald van 14 naar 6 procent, net als het aantal mensen dat na een traject weer in de schulden vervalt: van 15 naar 10 procent En dat in een tijd waarin de schuldenproblematiek sterk toe nam. Landelijk verdubbelde het aantal mensen dat een beroep deed op schuldhulp tussen 2008 en 2015. In Amersfoort was er ook een stijging, maar die lag met 24 procent veel lager. In 2014 en 2015 daalde het aantal aanmeldingen zelfs.
‘De preventieve aanpak heeft dus gewerkt’, concludeert Tigelaar. ‘Tegelijkertijd blijf je altijd zoeken naar nieuwe manieren om mensen te helpen. Zo starten we binnenkort met Stadsring51 een pilot om te onderzoeken hoe we mensen op een goede manier sneller uit bewindvoering kunnen krijgen.’ Zolang er mensen met schulden zijn, is de gemeente, ondanks de complimenten van Klijnsma, dus nog niet klaar.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.