Jeugdhulp: het komt er nú op aan om uit de systeemdiscussie te komen
Jeugdhulp: het komt er nú op aan om uit de systeemdiscussie te komen
Het komt er in deze crisistijd meer dan ooit op aan dat er in de jeugdhulp een aantal dingen radicaal veranderen om uit de systeemdiscussie te komen. We moeten de jeugdhulp snel simpeler organiseren met voldoende ruimte voor de professional. Dit is al jaren de ambitie, maar moet nu met beide handen worden aangepakt.
Mede door de coronacrisis zal de druk op het jeugdhulpstelsel alleen maar toenemen. Mondiaal is er door de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) aandacht gevraagd voor de toename van huiselijk geweld. Maar ook in ons eigen land trekken politici en belangenorganisaties aan de bel vanwege een toename van huiselijk geweld en daarmee onveiligheid voor kinderen en jongeren.
Sector in beweging
Dat de jeugdhulp onder druk staat kan de afgelopen jaren niemand zijn ontgaan. Ruim voor de coronacrisis bereiken ons steeds vaker berichten over een sector die met minder financiële middelen, evenveel of meer cliënten moet bedienen, met wachtlijsten tot gevolg. Dat de sector onder druk staat is ook te merken aan een chronisch personeelstekort en een hoog ziekteverzuim. Dit zijn serieuze signalen dat de aantrekkelijkheid van de sector te wensen overlaat. Zorgaanbieders bundelen daarom steeds vaker hun krachten door te fuseren, vanuit de gedachte dat een grotere robuuste organisatie beter weerstand kan bieden tegen deze druk. Of ze gaan terug naar hun kernactiviteiten. De ruimte die over blijft, wordt dikwijls opgevuld door nieuwe organisaties of onderaannemers. Ook zij willen een ‘piece of thepie’ en dingen mee in aanbestedingen die steeds complexer en veeleisender lijken te worden. De soepele samenwerking die nodig is om de jeugdhulp als netwerk van organisaties uit te voeren, loopt vast door gebrek aan (systeem)regie of door belangen van de individuele organisaties.
Stappen in de juiste richting
Is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, dat is het niet. Wij zien dat de transformatie vooral zichtbaar wordt middels de wijkteams die in staat zijn steeds vroeger en sneller problemen in gezinnen op tafel te krijgen en passende hulp te organiseren. Dit betekent echter ook dat meer hulpvragen in beeld komen, met toenemende cliëntenaantallen en kosten als gevolg. Ook zien we dat de afbouw van verblijf heeft doorgezet, waarbij we ons meteen moeten afvragen of de grens daarvan niet bereikt is. Het is goed om te beseffen en te accepteren dat bepaalde jongeren niet beter worden van beleid als ‘zo thuis mogelijk’. Wat we verder ook steeds vaker horen is dat het lukt om ‘maatwerk’ te organiseren. Het gezinssysteem vraagt namelijk om meer dan de, vanuit het aanbod geredeneerde, enkelvoudige oplossingen. Maatwerk organiseren wordt echter ook tegengewerkt door beheerszucht en extra regels om de kosten te beteugelen, terwijl we de ambitie hadden om het vooral simpeler te organiseren met meer ruimte voor de professional. Dat de hulp aan de gezinnen er door al deze ontwikkelingen niet beter op wordt, zou je bijna vergeten. Wat zij ervaren, en of zij geholpen zijn, wordt sterk naar de achtergrond gedrukt.
Radicale veranderingen
Om uit de systeemdiscussies te komen, denken wij dat er in de context waarin de jeugdhulp wordt uitgevoerd een aantal dingen radicaal moet veranderen. De stem van de cliënt en de professional moeten nadrukkelijker worden meegenomen in het bedenken van oplossingen. Zorgaanbieders moeten samen met gemeenten en verwijzers opgavegericht werken aan concrete oplossingen. Bijvoorbeeld door het organiseren van krachtige wijkteams, effectieve zorglogistiek over sectoren heen en ook buiten het domein van de jeugdhulp, en verminderen van de administratieve last. Het gesprek tussen gemeenten en aanbieders gaat nu te veel over tarieven, aantallen cliënten en kosten en te weinig over gezamenlijk innoveren. Daarbij helpt het om terug te gaan naar de oorspronkelijk doelen, en je af te vragen in hoeverre deze worden behaald.
Daarnaast denken wij dat de innovatie die de sector vraagt, niet op gang gaat komen als geld steeds opnieuw een issue is. Door de bekostiging van jeugdhulp simpel en eenduidig te organiseren en door de zorglogistiek te verbeteren, kan er in elk geval al flink worden bespaard. Daar hoort ook bij dat er naar de effectiviteit van bepaalde interventies moet worden gekeken. Soms loont het om de inzet van jeugdhulp nader te onderzoeken, als ware het een maatschappelijke businesscase. In elk geval moet er kritischer gekeken worden naar wat het de cliënt en de maatschappij oplevert. Dit vraagt om een zekere mate van kostenbewustzijn en zakelijkheid, die de sector niet eigen is. Kortom de jeugdhulp valt niet te verbeteren vanuit individuele organisaties, maar vraagt om meer samenwerking, meer ruimte, meer geduld en vertrouwen en meer dialoog.
Christiaan Baillieux en Eric Leupe werken beide als senior adviseurs sociaal domein bij RadarAdvies.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.