Advertentie
sociaal / Achtergrond

Perspectief voor afgewezen vreemdeling

De bed-bad-broodregeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers wordt omgevormd tot Landelijke Vreemdelingen Voorziening. Vijf gemeenten doen ervaring op in een pilot. Wat zijn de belangrijkste knelpunten en verbeteringen?

11 oktober 2019
bedbadbrood.jpg

Pilots landelijke voorziening uitgeprocedeerde asielzoekers

‘Gemeenten en rijk stonden tot voor kort tegenover elkaar over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers’, zegt Roelien Haasken. Ze is bij de gemeente Groningen projectleider voor de opvang van vreemdelingen en blij dat er eindelijk duidelijkheid is gekomen over de bed-bad-broodvoorzieningen in Nederland. ‘De nieuwe regeling Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) maakt een eind aan een ongemakkelijke spagaat: de voortslepende discussie tussen rijk en gemeenten over geld en middelen.’ Vijf gemeenten (Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht) experimenteren in een pilot met de nieuwe werkwijze.

Groningen werkte de afgelopen jaren nauw samen met Stichting INLIA, de kerkelijke organisatie die de bed-bad-broodregeling bedacht, uitvoerde en landelijk uitrolde over verschillende gemeenten. De gemeente betaalde uit eigen middelen de afgelopen twee jaar ruim 7 miljoen euro voor de opvang en begeleiding van circa driehonderd uitgeprocedeerde asielzoekers. ‘Wij wilden ze niet aan hun lot overlaten, uit humanitaire overwegingen maar ook om redenen van veiligheid’, aldus Haasken.

Uit een recent onderzoek van het Dagblad van het Noorden bleek dat een aantal vreemdelingen in de opvang een veiligheidsrisico vormde. Het gaat om zedendelinquenten en mensen met locatieverboden; om diefstal en identiteitsfraude. Het aantal vreemdelingen met een veiligheidsrisico wisselt telkens omdat de in- en uitstroom ook steeds verandert. De gemeente kreeg de afgelopen jaren weliswaar meer en beter inzicht in wie er precies in de opvang verbleven, maar die informatie wilde Stichting INLIA aanvankelijk maar met mate delen vanwege de wet op de privacy.

‘De gemeente verzoekt om regelmatige toezending van de bewoners- en uitstroomlijsten. INLIA geeft aan dat zij dit liefst naar 1 persoon zouden sturen ivm de privacy’, aldus een citaat uit een vertrouwelijk verslag tussen gemeente en de INLIA van 21 februari 2019.

Nauwere samenwerking
De informatieverstrekking is vanaf de invoering van de pilot Landelijke Vreemdelingen Voorziening verbeterd, zegt een woordvoerder van de gemeente Groningen. ‘Wij wisselen sneller en beter informatie uit. Stichting INLIA levert nu tweewekelijks de nieuwe aanmeldingen aan die direct gescreend worden door de politie en justitie. De collega’s van de OOV [het veiligheidsdomein, red.] kijken mee. Het zijn twee systemen die elkaar ondersteunen. Ook krijgt de burgemeester in het nieuwe plan van aanpak om vreemdelingen op te vangen een formele positie; hij kan bepalen wie recht heeft op opvang.’

Een van de doelstellingen van het nieuwe plan is een nauwere samenwerking tussen de diverse ketenpartners: de gemeente, de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AIVM) en de verschillende particuliere organisaties zoals het Leger des Heils of in het eigen netwerk. ‘Wij zijn niet de Randstad’, merkt Haasken op. ‘We hebben hier korte lijnen en werken in een klein netwerk.’

De gemeente Groningen vangt jaarlijks circa driehonderd personen op, de gemeente Amsterdam zo’n vijfhonderd. ‘Het gaat om een restgroep die tussen wal en schip valt. We houden er rekening mee dat het om ongeveer 1.500 mensen per jaar gaat” , zei voormalig staatssecretaris Mark Harbers (Vreemdelingenzaken) eind vorig jaar. ‘Wij willen met dit nieuwe plan perspectief bieden aan de uitgeprocedeerde asielzoekers’, zegt Haasken. ‘Werken aan hun terugkeer naar het land van herkomst, eventueel recht op verblijf of ergens anders onderdak bieden.’

Perspectief bieden
In de geraadpleegde plannen van uitvoering door de vijf pilotgemeenten staat het bieden van perspectief aan de vreemdelingen dan ook centraal. ‘Wij houden een tweewekelijks casusoverleg over de wijze waarop wij mensen begeleiden naar legalisering, terugkeer of doormigratie naar een ander land in de EU. Onze aanpak bestaat allereerst uit het bieden van verblijf’, zegt Ireen Kouwenberg van de gemeente Eindhoven. ‘De prioriteiten bestaan uit: opvang in eigen netwerk, activering, stabiliseren van GGZ-problematiek en intensivering van ketensamenwerking.’

Toch loopt de gemeente Eindhoven in het nieuwe uitvoeringsplan ook al tegen knelpunten aan. ‘Ondanks toezeggingen en inspanningen van het rijk kunnen mensen geen stage of werk verrichten. Het rijk moet hiervoor ruimte geven om dit mogelijk te maken. Wij ondervinden bij bepaalde landen bij terugkeer steeds opnieuw moeilijkheden. We willen kijken hoe wij dit kunnen oplossen’, aldus Kouwenberg.

Ook de gemeente Groningen ziet knelpunten in het nieuwe uitvoeringsplan. ‘Wat te doen met zware psychische problematiek bij uitgeprocedeerde asielzoekers? Vaak zijn zij niet verzekerd en kunnen niet terecht bij zorginstellingen’, zegt Haasken. Het rijk probeert twintig plekken te realiseren in de psychiatrische inrichting Veldzicht in Balkbrug in Overijssel voor de opvang van dergelijke gevallen. Maar of dat voldoende is, wordt betwijfeld. De gemeente Amsterdam zoekt naar voldoende draagvlak onder de bevolking. Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken, GroenLinks) bezocht de afgelopen maanden diverse inloopavonden met buurtbewoners om aandacht te vragen voor de opvang van ‘ongedocumenteerden’. Uit de gespreksverslagen van die avonden valt op te maken dat het draagvlak binnen bepaalde wijken niet al te groot is. ‘Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld met buurtbewoners waar de gang van zaken rond de opvang en eventuele overlast en klachten besproken wordt’, zegt een woordvoerder van de gemeente.

Bovendien heeft Amsterdam weinig geschikte opvanglocaties. ‘Het huren van panden in de vrije sector is niet aan de orde, dus kijken wij in onze gemeentelijke vastgoedvoorraad voor geschikte opvanglocaties. Wij proberen de opvang zoveel mogelijk binnen de ring te organiseren’, aldus de woordvoerder.

Woongroepen
De uitgeprocedeerde asielzoekers komen terecht in woongroepen. Ze krijgen leefgeld voor de dagelijkse boodschappen. Op elke locatie is een woonbegeleider aanwezig en een case manager. De gemeente vangt zelf ook medisch en psychisch kwetsbare asielzoekers op. ‘Ongedocumenteerden moeten werken aan een oplossing voor hun situatie. Dat kan terugkeer naar hun eigen land zijn, legaal verblijf hier of verhuizen naar een ander land.’ Opmerkelijk is verder dat de gemeente Amsterdam ook zogenaamde ‘Dublinclaimers’ opvangt in de 24 uurs-opvang.

De Dublin-claim is een Europese verordening en komt erop neer dat een land waar de vluchteling als eerste is binnengekomen ook verantwoordelijk is. Als op grond van onderzoek blijkt dat een ander land dan Nederland verantwoordelijk is voor een asielprocedure, dan wordt het asielverzoek in Nederland afgewezen. De vier andere pilotgemeenten zeggen in hun uitvoeringsplannen niks over die Dublin-claimers.

Verschillende particuliere instellingen werken mee aan de uitvoering. In de gemeente Utrecht bemoeien acht ngo’s zich met de opvang en begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers; de gemeente kent zelf een aparte opvang voor vrouwelijke ongedocumenteerden. Opmerkelijk is ook dat er particuliere opvang komt voor vluchtelingenkinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers.

De operatie kost de gemeente voor de komende drie jaar 9,9 miljoen euro. Ook hier is de opvang direct verbonden aan terugkeer en alternatieven. De gemeente Rotterdam zet – onder druk van Leefbaar Rotterdam – zwaar in om geweld van uitgeprocedeerde asielzoekers tegen te gaan. ‘Zodra een asielzoeker in aanraking komt met justitie geldt hetzelfde traject als voor elke Rotterdammer namelijk gevangenisstraf. Een asielzoeker riskeert bovendien een gedwongen uitzetting bij misstanden’, aldus een woordvoerder.

Ook hier duurt de opvang van asielzoekers zonder papieren ongeveer anderhalf jaar. ‘Ze mogen dus niet voor onbepaalde tijd in de 24 uurs-opvang zitten, nee ze moeten echt meewerken aan terugkeer.’ De pilot van de vijf gemeenten duurt drie jaar en kost 65 miljoen euro. Een landelijke evaluatiecommissie komt over ongeveer een jaar met een tussenrapportage.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie