Hoe kleiner de woonplaats, hoe groter de leefbaarheid
Op één belangrijk gebied doen plaatsen met weinig inwoners het duidelijk minder goed: voorzieningen.
In kleinere woonplaatsen is het goed toeven, dat is volgens onderzoeker Francine Burema van Atlas Research misschien wel de belangrijkste conclusie van het rapport Leefbaarheid in kleinere woonplaatsen dat vandaag verschijnt.
Trappetje
‘Vaak wordt toch gedacht dat het in kleine woonplaatsen juist niet zo leefbaar is', zegt Burema. 'Uit ons onderzoek blijkt dat dit wel het geval is. Het is echt een trappetje dat omlaag gaat: hoe kleiner de woonplaats, des te groter de leefbaarheid. De verschillen zijn echter wel klein; de leefbaarheid in Nederland is over het algemeen goed.' Nederland kent veel kleine plekken. Van alle ongeveer 2.500 woonplaatsen tellen er ruim 2000 minder dan 7 duizend inwoners.
Leefbaarometer
Burema en mede-onderzoeker Jornt Mandemakers maakten voor hun studie gebruik van de openbare gegevens uit de Leefbaarometer 3.0, een recente uitgave van Atlas Research. Bijzonder is dat zij zich richten op afzonderlijke woonplaatsen in plaats van op gemeenten of regio's - volgens de onderzoekers is een dergelijk leefbaarheidsonderzoek nog niet eerder gedaan op woonplaatsniveau.
Sociale samenhang
Op één belangrijk gebied doen plaatsen met weinig inwoners het juist minder goed: voorzieningen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om scholen, werk of cultureel aanbod. 'Kijk je puur hiernaar, dan doen de grotere woonplaatsen het echt beter’, zegt Burema. ‘Maar mensen voelen zich in kleinere plaatsen wel veiliger en er is sprake van meer sociale samenhang. Het is dus maar wat je belangrijk vindt in de keuze voor je woonplek.’
RegioBank
Als je inzoomt op de bijna 300 Nederlandse woonplaatsen met tussen de 7000 en de 23.000 inwoners - en dat deden de onderzoekers op verzoek van opdrachtgever RegioBank - dan scoren die het hoogst op leefbaarheid als er ook relatief veel voorzieningen zijn.
Oosterbeek
‘Oosterbeek staat dan op nummer één, gevolgd door Laren en Bergen’, zegt Burema. ‘Daar heb je uitstekende voorzieningen maar bijvoorbeeld ook een goede woningvoorraad, veel sociale samenhang en weinig overlast.’
Grote steden
Feit is dat veel mensen nog altijd graag in de grote steden willen wonen. Bijvoorbeeld in Utrecht. Die stad scoorde in 2020 "ruim voldoende" op leefbaarheid.
Banen
‘Dat is niet heel hoog’, zegt Burema. ‘Er zijn kleine woonplaatsen die daar "uitstekend" op scoren. Utrecht doet het heel goed op het gebied van voorzieningen, bijvoorbeeld de grote hoeveelheid banen dichtbij. Maar veel minder als je kijkt naar zaken als sociale samenhang, woningvoorraad en veiligheid. Die factoren drukken op de totale leefbaarheid van de stad.’
Krimpregio's
In krimpregio's, en regio's waar krimp wordt verwacht, ligt de leefbaarheid wat lager dan op grond van het inwoneraantal kan worden verwacht. 'De sociale cohesie is er bijvoorbeeld lager en er zijn weinig voorzieningen', zegt Burema. 'Je kunt je afvragen of dat komt doordat er zoveel mensen wegtrekken, of dat ze dat juist doen vanwege de relatief lage leefbaarheid. In dit onderzoek kijken we niet naar oorzaak en gevolg, Het zou interessant zijn om daar een vervolgstudie naar te doen.'
Momentopname
De onderzoekers hebben geen algemene aanbevelingen voor gemeenten op het gebied van leefbaarheid. 'Met dit onderzoek willen we vooral laten zien wat er aan de hand is. Het is een momentopname en de situatie verschilt van plaats tot plaats. Zo zie je bijvoorbeeld dat Vaals het laagst scoort van de bijna driehonderd kleinere woonplaatsen. Dat kan samenhangen met het relatief lage voorzieningenniveau, maar dat weet je niet zeker. Het kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met de overlast of de grootte van de woningvoorraad.'
In het kader van het verzet van het platteland tegen het bouwen van infrastructuur die nodig is voor de energietransitie is dat relevant. Zoals al vaker betoogd is de 'last' die de plattelandsbewoner draagt voor onze grote welvaart, veel kleiner dan de 'last' van stadsbewoners.
Dat biedt een perspectief voor procedures bij de Raad van State om het bouwen van die infrastructuur te blokkeren. Het landsbelang om die infrastructuur te verwezenlijken is groter dan het belang van veiligheid en overlast van de plattelandsbewoners. Van de RvS mag worden verwacht dat zij in haar volgende uitspraak hier gedetailleerd op ingaat, ook al is deze afweging niet in de procesgang betrokken.