De Jonge wil af van EU-aanbestedingsregels zorg
Minister De Jonge (VWS) wil een snelle aanpassing van de aanbestedingsregels zodat gemeenten de zorg in het sociaal domein kunnen inkopen zonder een tijdrovende Europese aanbesteding.Dat bepleitte de CDA-bewindsman deze week in een bijeenkomst met Europarlementariërs.
Minister De Jonge van Volksgezondheid wil een snelle aanpassing van de aanbestedingsregels zodat gemeenten de zorg in het sociaal domein kunnen inkopen zonder een tijdrovende Europese aanbesteding.
Dat bepleitte de CDA-bewindsman in Straatsburg deze week in een bijeenkomst met Europarlementariërs.
Desastreus effect
Gemeenten moeten nu de zorg in het sociaal domein Europees aanbesteden, wat voor enorm veel werk zorgt bij de gemeenten en de aanbieders van zorg. Een zinloze exercitie, want volgens de minister is het aantal buitenlandse inschrijvingen in het sociaal domein nul.
Bovendien hebben de aanbestedingen volgens hem een desastreus effect gehad op de continuïteit en de kwaliteit van de zorg, ‘want je kunt nooit echt investeren omdat je als aanbieder weet dat je contract weer afloopt.’
Concurrentie
De Jonge wil dat de Europarlementariërs de problematiek ‘thematiseren’ en ook bij de Europese Commissie aandringen op een snelle herziening en evaluatie van de aanbestedingsrichtlijn die sinds 2016 tot aanbesteding in het sociaal domein verplicht. Die evaluatie had volgens de minister overigens al moeten zijn gedaan.
De minister: ‘We hebben de vaststelling van de aanbestedingsrichtlijn destijds door een te economische bril bekeken. Maar de zorg is geen markt. Laat staan een Europese markt. Dus de ratio om de zorg in concurrentie te willen organiseren is heel erg merkwaardig.’ De Jonge wil niet de hele marktwerking schrappen, maar wel voor de aanbestedingen terug naar de regels zoals die tot 2016 golden.
Grensregio
Zelfs in de grensregio Twente is het aantal buitenlandse inschrijvingen uit het buitenland ‘nul’, zegt Evelien Fokkink bestuurssecretaris van OZJT/Samen14, een samenwerkingsverband dat 14 gemeenten op het gebied van inkoop van Wmo-zorg en jeugdzorg helpt bij de inkoop van zorg. De druk op de organisatie is enorm. De ontwikkeling van het inkoopmodel kostte zo’n tweeëenhalf jaar, de inkoop zelf anderhalf jaar. Fokkink: ‘Wij vinden dat het geld naar de zorg moet gaan en niet naar onnodige administratie.’
Minder markt
‘Kan je nagaan’, zegt Europarlementariër Esther de Lange (CDA). ‘De gemeenten in de grensregio’s zijn de meest Europese regio’s, als het zelfs daar niet gebeurt, gebeurt het nergens.’ Ook Europarlementariër Mohammed Chahim van de PvdA steunt de minister. ‘Als De Jonge minder markt wil, dan vindt hij mij aan zijn zijde. Maar laten we de discussie wel goed voeren; minder markt, is nog altijd een markt. Laten we kijken of we het systeem kunnen aanpassen. Hoe kan het zijn dat de Zweden bijvoorbeeld de zorg wel publiek hebben georganiseerd?’
Het andere punt is behoorlijk vergaand: "Bovendien hebben de aanbestedingen volgens hem een desastreus effect gehad op de continuïteit en de kwaliteit van de zorg, ‘want je kunt nooit echt investeren omdat je als aanbieder weet dat je contract weer afloopt.’" Op basis waarvan wil de minister dan dat zorggeld wordt besteed en hoe ga je dat dan controleren? Of hoe ga je fraude voorkomen? Klinkt nog ondoordacht om het voorzichtig te stellen.