Kwart bevolking bereid tot geweld tegen overheid
Een kwart van de Nederlanders zegt bereid te zijn om geweld tegen de overheid te gebruiken. Voor hen is de maat vol. Maatschappelijk ongenoegen is hier een centrale reden voor. Dat blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder 1200 mensen naar meningen over asielzoekers. ‘Vanuit het oogpunt van de nationale veiligheid is dit zorgelijk.’
Een kwart van de Nederlanders zegt bereid te zijn om geweld tegen de overheid te gebruiken. Voor hen is de maat vol. Maatschappelijk ongenoegen is hier een centrale reden voor. Dat blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder 1200 mensen naar meningen over asielzoekers. ‘Vanuit het oogpunt van de nationale veiligheid is dit zorgelijk.’
Maatschappelijke onrust
In 2016 vroeg het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) de Groningse onderzoekers om voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid een verdiepend onderzoek te doen naar ‘attitude-ontwikkelingen’ over de komst van asielzoekers naar Nederland. Hen werd gevraagd die attitudes ook te relateren aan maatschappelijke onrust, escalatie en eventuele bedreigingen voor de nationale veiligheid. In 2015 werd de veiligheid namelijk door een aantal incidenten rond migratie in gedrang gebracht. Het aantal asielaanvragen in Nederland piekte, burgers vonden migratie het grootste maatschappelijk probleem en politiek werd migratie weer een controversieel onderwerp.
Bedreiging nationale veiligheid
Een meerderheid van de Nederlandse bevolking is pessimistisch over de staat van het land en heeft weinig vertrouwen in politieke instellingen, schrijven de onderzoekers. Een doelstelling van het onderzoek was 'het samenspel te ontwarren' tussen het specifieke ongenoegen over migratie en het meer globale maatschappelijk ongenoegen over de stand van het land. Overkoepelende vraag van het onderzoek werd of en hoe ongenoegen over migratiebeleid zou kunnen uitgroeien tot een breder maatschappelijke conflict dat, in het uiterste geval, de nationale veiligheid bedreigt.
Toenemende zorgen over identiteit
Het onderzoek wijst uit dat opvang van asielzoekers een minder groot maatschappelijk probleem is dan men vaak denkt. Begin 2017 vonden Nederlanders migratie het grootste maatschappelijke probleem, maar in 2019 niet meer. Rond asielzoekerscentra zijn over het algemeen weinig grote problemen en buurtbewoners zijn meestal positief over het azc. Ook zijn Nederlanders opvallend hulpvaardig jegens asielzoekers en wil men hen goed opvangen. volgens hoogleraar sociale psychologie Tom Postmes wil dat niet zeggen dat de meningen van Nederlanders over asielzoekers altijd positief zijn. ‘Hun komst voedt zorgen over huisvesting en de Nederlandse identiteit. Die zorgen nemen geleidelijk iets toe. Tegelijk zijn gevoelens over de mensen zelf veel positiever. Er is veel empathie met deze groep.’ Als er incidenten zijn, dan worden die vooral veroorzaakt door ‘veiligelanders’ die geen zicht hebben op een verblijfsvergunning.
Bereidheid tot geweld 'zorgelijk'
Die groep veroorzaakt de meeste problemen binnen en buiten azc’s in drie onderzochte gemeenten. Vanuit het oogpunt van nationale veiligheid noemen de onderzoekers het opvallend en zorgelijk dat 25 procent van de Nederlanders geweld tegen de eigen overheid steunt. 30 procent van de Nederlanders vindt dat de overheid zo slecht functioneert dat het hele systeem maar het beste omver geworpen kan worden. 21 procent vindt dat de overheid het verdient om hard aangepakt te worden, desnoods met geweld. Deze groep is ook negatief over migratiebeleid en over asielzoekers. Een deel van hun verzet tegen migratie hangt vooral samen met hun onvrede over de overheid en minder met asielkwesties en met asielzoekers.
'Eerder bedreiging dan verrijking'
Het standpunt van Nederlanders over asielzoekers blijkt heel erg te worden bepaald door wat je hen precies vraagt. Een grote meerderheid steunt tijdelijke opvang van asielzoekers en een meerderheid is vóór het opvangen van asielzoekers in de eigen gemeente. Tegelijk denkt bijna twee derde van de Nederlanders dat asielzoekers de huisvesting van gevestigde Nederlanders in het gedrang brengen. In dit opzicht vindt men asielzoekers eerder een bedreiging dan een verrijking. Een groeiende groep Nederlanders is minder geneigd asielzoekers te helpen, reageert met minder positieve emoties op het feit dat Nederland asielzoekers opvangt, en wijst het beleid op het gebied van opvang van asielzoekers af. Opvallend is dat mensen meer radicaal protest tegen asielzoekers iets aanvaardbaarder vinden dan regulier protest tegen asielzoekers.
Meningen stabiel binnen groep
Toch zijn de meningen over asielzoekers en beleid van persoon tot persoon heel stabiel tijdens de twee jaar dat de onderzoekers hen volgden. Voor- en tegenstanders worden licht negatiever, maar binnen de groepen zijn er maar weinig mensen die hun oorspronkelijk standpunt herzien: mensen die in 2017 positief waren over asielzoekers, zijn dat in 2019 iets minder. Mensen die in 2017 al negatief waren, zijn dat in 2019 nog iets meer. De steun voor gewelddadig gedrag tegen de overheid hangt heel sterk samen met maatschappelijk ongenoegen. Een opvallend resultaat dat nader onderzoek verdient, aldus de onderzoekers. ‘Dit is een potentiële bedreiging van de nationale veiligheid.’
'Overheid is controle kwijt'
In hun beschouwing schrijven de onderzoekers dat er een aanzienlijke minderheid is die zich ernstig zorgen maakt over de samenleving, maar voor wie migratie niet per se de grootste zorg is. De kern van hun zorg is dat sprake is van een omvangrijk en breed maatschappelijk verval, van een overheid die de controle kwijt is en niet bij machte om het tij te keren. ‘Dat is een voedingsbodem voor problemen die ook de nationale veiligheid kunnen bedreigen.’ Volgens de onderzoekers ontstaat onrust eigenlijk niet, ‘omdat men lokaal heel hard werkt om er het beste van te maken, om dat samen met alle ambtelijke partners van azc’s, bewoners en met de buurt te doen.’ De onderzoekers zien vooralsnog maar weinig vermenging tussen nationale onderwerpen van debat en lokale incidenten.
'Achterliggende angst aandacht geven'
Toch is het goed aanpakken van problemen op lokaal niveau geen remedie voor het voortbestaan van ongenoegen op nationaal niveau, analyseren zij. Gewelddadige gedragsintenties tegenover asielzoekers en de overheid hangen vooral samen met ongenoegen dat het lokale niveau overstijgt. ‘We moeten dan ook niet verwachten dat lokaal bestuur daarvoor een oplossing kan vinden.’ Hoe geeft de overheid de verontruste burger het vertrouwen terug dat er een overheid is die het beste met haar voorheeft, die integer is en die het vermogen heeft om ook grote opgaven succesvol aan te pakken? ‘Een absolute must voor het goed omgaan met dat ongenoegen is dat er zo weinig mogelijk vermenging plaatsvindt tussen het actuele incident en de achterliggende angst en vrees. Essentieel daarvoor is het om die achterliggende angst en vrees goed te kennen, te herkennen, te benoemen en als apart onderwerp voldoende aandacht te geven.’
Ongenoegen versterkt zichzelf
Een curieus kenmerk van ongenoegen is dat het zichzelf versterkt, aldus de onderzoekers. ‘De uiting van ongenoegen levert bewijs dat het terecht is. Dat geldt niet alleen voor de ‘boze Nederlander’ die zich, uit bezorgdheid voor de teloorgang van onze beschaving, op sociale media als een hufter gedraagt en zo het levende bewijs wordt van zijn eigen angst. Het geldt ook voor polariserende tegenreacties, sterke afwijzing of repressie: al deze reacties illustreren immers dat er inderdaad een groot conflict is.’ Daarom is het goed het beeld van de samenleving als zijnde ‘licht ontvlambaar’ niet te overdrijven. ‘Er is een forse groep die ernstig ontevreden is met de samenleving als geheel en met de overheid, maar concrete acties om daar uiting aan te geven zijn er weinig.’ Het is zaak alert te zijn op gebeurtenissen en bewegingen die bestaand ongenoegen aanwakkeren. ‘Maar het is ook nodig om zorgzaam en begripvol te reageren op de achterliggende zorgen die het ongenoegen voeden.’
Reacties: 16
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Pas in de laatste paragraaf van boven wordt aandacht geschonken aan dit veel grotere probleem.
Mensen met ongenoegen zijn daarnaast ook nog eens eerder geneigd om dit ongenoegen te laten blijken.
"100% van de schrijvers van dit bericht vindt het verontrustend dat er koppen worden geschreven over 'de Nederlands' op basis van zo'n onrepresentatieve steekproef."
De (slecht geformuleerde) stelling was: "In mijn ogen verdient de overheid het om hard aangepakt te worden, desnoods met geweld."
Degenen die het met het eerst deel van de stelling eens zijn, zijn dat niet noodzakelijkerwijs met het tweede deel.
Een flinke jongen die hen het land uit krijgt.
Onderdak, drie maaltijden per dag, zakgeld en dit alles opgebracht door dezelfde belastingbetaler die ze beroven.
De overheid is totaal onmachtig om hier iets aan te doen en moet bovendien manouvreren tussen het politiek correcte beeld en de benoeming van het probleem.
Echter. In een samenleving waarin 100% vertrouwen bestaat, gaat de verrader er met de buit vandoor. Daarom dient 'verradersgedrag' keihard te worden aangepakt. Vertrouwensgedrag beklijft alleen als verradersgedrag direct, voelbaar en openlijk wordt gecorrigeerd.
Dat is niet allen bij asielzoekers zo, maar dat geldt voor alle regelgeving waar handhaving het sluitstuk van de gedragssturing is. Gedoogbeleid is DE achilleshiel van sturen op vertrouwensgedrag.
Boeren komen weg met (mest) fraude, banken komen weg met witwasfraude, derivatenfraude, rentefraude. Wat deugt daar dan niet?
Deugt de handhaving niet, deugt de afstraffing niet, of is het een combinatie van beide?
Een burger die fraude pleegt die gaat de gevangenis in, krijgt een taakstraf al dan niet in combinatie met een boete. Gevangenis betekent einde aan de inkomsten terwijl de kosten gewoon doorlopen. Zet de relatieve zwaarte daarvan eens af tegen de zwaarte van bedrijfsstraffen. Noch de bedrijven zelf, noch de bestuurders worden zo zwaar in hun bestaan getroffen als burgers.
Tijd om daarover na te denken.