Advertentie
sociaal / Redactioneel

Moeizaam laveren op de zorgmarkt

De thuiszorg lijkt in niks op een echte vrije markt. Zeker niet vanuit het perspectief van de burger die zorg nodig heeft.

03 oktober 2008

Die kan niet zelf kiezen wie de zorg moet leveren: dat doet de gemeente. Hooguit is er keuze uit een aantal verschillende, door diezelfde gemeente geselecteerde leveranciers. Is er een wachtlijst bij de leverancier(s) van keuze, dan heeft de cliënt gewoon pech. De logica van de vrije markt volgend, kan de klant hooguit nog verhuizen naar een andere gemeente, waar wel genoeg thuiszorg naar smaak is. Ook gemeenten passen niet in het profiel van de klant op een vrije markt. Want hoe vrij ben je als gemeente in je keuze, wetende dat de keus voor de ene zorgleverancier tot massa-ontslag bij de andere leverancier kan leiden? Waarna die ontslagen zorgverleners zich vervolgens aan de gemeentelijke balies komen melden.

 

In de praktijk komt het erop neer dat gemeenten voortdurend contact onderhouden met de zorginstellingen in een regio en dat er druk wordt overlegd. Wanneer het moment van de echte aanbesteding is aangebroken, speelt iedereen tijdelijk even of het een echte markt is, waarna het overleg en de afstemming van belangen gewoon doorgaat. Gaat het na de aanbesteding alsnog mis, dan grijpen gemeenten steeds vaker alsnog in door zorgaanbieders in problemen financieel te compenseren.

 

In het grijze schemergebied dat de zorgmarkt wel is, is het voor leveranciers moeilijk laveren. Vorige week knalden vijf zorginstellingen keihard tegen de grens aan. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) legde ze een boete op van in totaal bijna acht miljoen euro omdat ze hadden afgesproken elkaar niet te zullen beconcurreren. Meer boetes zullen vermoedelijk volgen: de NMa heeft meer zaken in onderzoek, staat dreigend in een persbericht. Ook laat de marktbewaker weten dat ‘diverse’ andere instellingen zichzelf hebben gemeld als overtreders van de marktregels in een poging boetes te ontwijken.

 

De vijf beboete instellingen zelf zeggen ten onrechte te worden gecriminaliseerd. Het ging ze om ketenzorg: verschillende soorten diensten werden op elkaar afgestemd, iets waar cliënten van profiteren. Dat je dan afspreekt elkaars werkgebied met rust te laten, is ergens wel logisch: het is immers lastig afspraken maken als je de ander tegelijk de grond in dient te concurreren. De NMa vindt echter dat er andere middelen zijn om ketens te vormen, maar maakt niet bepaald duidelijk hoe dat dan zou moeten. De voorzetten daartoe blinken uit in vaagheid. De NMa heeft het bijvoorbeeld over ‘incidentele overdracht van activiteiten tussen ondernemingen’ en ‘samenwerking die specifiek is gericht op betere aansluiting tussen nietconcurrerende activiteiten’. De suggestie dat ketenzorg kan worden bereikt door het uitbreiden van de eigen activiteiten, getuigt ook van weinig realiteitszin.

 

In een schijnmarkt zonder duidelijke regels nemen partijen bij problemen opportunistische standpunten in. Zorginstellingen die het ene moment ijveren voor meer keuzevrijheid voor de cliënt, reageren furieus wanneer boetes worden uitgedeeld omdat ze juist cliënten aan elkaar doorspelen. Gemeenten spelen zorginstellingen tegen elkaar uit door steeds lagere prijzen te eisen, maar gooien elementaire marktprincipes overboord door afspraken open te gooien als de gevolgen ze toch te zwaar worden. En het rijk eist marktwerking, maar wil ook dat zorgaanbieders blijven leveren als het geld op is. De NMa probeert intussen orde te scheppen door miljoenenboets op te leggen aan deze organisaties, die werken met belastinggeld. Het is in elk geval niet de burger die van deze schijnmarkt profiteert.

 

Sandra Olsthoorn

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie