Advertentie
sociaal / Ingezonden

Hugo de Jonge geeft en neemt

Hugo de Jonge (CDA) geeft en neemt: wat de minister van Wonen aan de ene kant vereenvoudigt, maakt hij aan de andere kant ingewikkelder.

11 juli 2022

Minister van Wonen Hugo de Jonge heeft voorgesteld om de huurprijs niet langer mee te wegen in de hoogte van de huurtoeslag. Het inkomen van de aanvrager wordt leidend.

Nu tellen de huurprijs, het inkomen, de leeftijd en de woonsituatie van de aanvrager mee. Wanneer één van die factoren verandert, verandert de hoogte van de toeslag. Als je dat niet op tijd of onjuist doorgeeft, krijg je er een boete bovenop. Het Centraal Planbureau heeft uitgerekend dat drie op de tien toeslagontvangers jaarlijks geld terug moet betalen. 

Om dat rondpompen met geld een beetje terug te dringen, heeft De Jonge drie ‘normhuren’ bedacht – die toch weer afhankelijk zijn van leeftijd en gezinssituatie. Voor de meeste huurders wil hij uitgaan van een huur van 520 euro per maand. Voor jongeren onder de 21 wordt het 442 euro. (Waar vind je zulke goedkope woningen?) Ouders met minstens zes kinderen mogen uitgaan van 597 euro per maand. Het doet denken aan het fictieve rendement waar de Belastingdienst jaren mee rekende om vermogens te belasten. Daar stak de rechter een stokje voor. Je kunt geen belasting heffen op fictief rendement. Kan je dan wel toeslagen uitkeren op basis van een fictieve huur?

Voordeel van de verandering is dat huurders in de ‘vrije’ sector in aanmerking komen voor huurtoeslag. Maar huurders in dure corporatiewoningen gaan er financieel op achteruit. De Jonge schat dat een miljoen huishoudens geld overhouden als zijn hervormingen worden doorgevoerd, gemiddeld 63 euro per maand. Maar bijna 300.000 huurders moeten inleveren. Die huren voor meer dan 520 euro per maand, en zouden over het bedrag boven dat ‘normhuur’ geen toeslag meer krijgen.

Sociale huurders met een laag inkomen krijgen nog een steuntje in de rug: De Jonge wil dat corporaties het geld dat zij besparen wanneer de verhuurdersheffing wordt afgeschaft, deels inzetten om hun huren te verlagen. Dat scheelt de overheid ook geld. Lagere huren betekent immers lagere toeslagen. Middeninkomens worden niet helemaal over het hoofd gezien. De coalitiepartijen hebben afgesproken dat middenhuurders ‘een vorm van huurprijsbescherming’ krijgen. De manier waarop De Jonge daar invulling aan geeft, leidt echter tot een slinkend woningaanbod voor wie te veel verdient voor de sociale huur maar ook geen hypotheek kan krijgen (bijvoorbeeld zzp’ers).

Hij wil woningen met een huur tot 1.000 euro per maand onder dezelfde regels brengen als corporatiewoningen. Dat maakt het voor eigenaren minder aantrekkelijk om woningen te verhuren. De grens ligt nu op 763 euro per maand. Ook wil De Jonge de bevoegdheid om huurstijgingen in zowel de sociale als de ‘vrije’ sector te beteugelen. Zo blijft er van een vrije sector weinig over. De Jonge wil voorkomen dat huurders door de hoge inflatie in de knel komen. De financiële zorgen van (kleine) verhuurders tellen blijkbaar niet mee. Voor hen wordt het steeds verleidelijker om hun huurwoningen te verkopen, en waar moeten huurders met een middeninkomen dan naartoe?

Nick Ottens is journalist en columnist

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie