Leeftijd bepaalt AOW-standpunt

Uit een enquête van Binnenlands Bestuur onder ruim 4400 ambtenaren, blijkt dat onder de ambtelijke CDA-stemmers de voorkeur voor het vasthouden aan 65 jaar zelfs licht groter is dan onder de PvdAstemmers. Meest unaniem tegen een verhoging van de AOW-leeftijd is de PVV-aanhang: 82 procent wil dat deze blijft vastgepind op 65 jaar. Slechts één op de twaalf Geert Wilders- stemmers zegt te kunnen leven met een verhoging naar 67 jaar.

Onder de SP-stemmers pakt de stemming nagenoeg hetzelfde uit. Hoewel in meerderheid nog steeds voor het vasthouden van de 65-jarige leeftijd, blijkt de D66- en Groen- Links-aanhang onder rijks-, provincie- en gemeenteambtenaren de minste moeite te hebben met het eventueel loslaten ervan. Bijna een kwart van de D66-stemmers vindt 67 prima als nieuwe leeftijdsgrens.

Veel bepalender voor het AOWstandpunt blijkt de factor leeftijd. Hoe jonger de ambtenaar, des te minder moeite deze zegt te hebben om langer door te werken. Waar ruim twee op de drie 45-plussers hecht aan 65 jaar als eindtermijn, is van de 35-minners slechts iets meer dan de helft diezelfde mening toegedaan. De middengroep (36-45 jaar) zit daar precies tussen in. De mate van actiebereidheid laat een soortgelijk verloop zien: die onder ouderen (45-plussers) is dubbel zo groot als die onder jongeren (35-minners).

Actiebereid

Opvallende uitkomst van de enquête is ook dat rijksambtenaren veel minder hechten aan de huidige AOW-leeftijd dan hun collega’s bij de provincie en de gemeenten. Van de rijksambtenaren spreekt exact de helft zijn voorkeur voor het ongewijzigd laten van die leeftijdsgrens. Van de provincie- en gemeentemedewerkers huldigt liefst tweederde dat standpunt. De actiebereid ligt bij de lagere overheden ook beduidend hoger. Bij het Rijk is één derde in voor acties, bij provincies en de gemeenten zegt bijna de helft strijd te gaan voeren als de AOWleeftijd van 65 naar 67 jaar gaat.

Dat bij gemeenten beduidend meer mensen voor het behoud van de AOW-leeftijd op 65 jaar zijn dan bij het Rijk – respectievelijk 65 en 50 procent – heeft volgens voorzitter Bas Verkerk van het College voor Arbeidszaken niet zozeer te maken dat het werken bij de gemeente minder leuk is, maar met het feit dat het werk er zwaarder is. ‘Het werk bij gemeenten is vooral fysiek zwaarder, omdat wij vergeleken met het Rijk, veel meer uitvoeringstaken hebben, met veel meer zogeheten belaste beroepen.’

Verantwoording
Aan de van 5 tot 12 oktober gehouden enquête van Binnenlands Bestuur naar het AOW-standpunt deden 4681 respondenten mee, van wie 4535 ambtenaren en 92 bestuurders. Ruim 80 procent van de deelnemers is werkzaam bij de gemeente.