Advertentie
sociaal / Nieuws

Ambtenaar minder vaak ziek, maar verzuim duurt langer

Het ziekteverzuimpercentage bij gemeenten blijft structureel bijna een procent hoger liggen dan het landelijke gemiddeldein de afgelopen jaren: 5,4 procent.

06 mei 2011

Landelijk gezien stijgt het ziekteverzuim, maar bij gemeenten daalt het juist. Ten opzichte van het jaar daarvoor nam het verzuim in 2010 met 0,1 procent af.

Het ziekteverzuimpercentage van gemeenten daalde vorig jaar tot 5,3 procent. Dat blijkt uit cijfers van het A+O fonds Gemeenten. De daling is tegengesteld aan het landelijke beeld, dat juist een lichte stijging van het verzuimpercentage kent.

De afgelopen 5 jaar schommelt het ziekteverzuimpercentage rond de 5,4 procent. Het percentage bij gemeenten blijft structureel hoger dan het landelijke gemiddelde van ongeveer 4,4 procent in de afgelopen jaren: een verschil dus van bijna een heel procent.

Het verschil tussen het landelijke ziekteverzuimpercentage en dat van gemeenten is het afgelopen jaar wel kleiner geworden. Volgens Renz Davits, projectmanager arbo, verzuim en re-integratie van het A+O fonds Gemeenten, is het een gegeven dat het verzuim bij non-profit organisaties hoger ligt dan in de profit-sector. ‘Dat heeft te maken met de tucht van de markt. De efficiencydruk is er groter’, zegt hij. ‘Maar dat wil niet zeggen dat het niet lager kan. Een kwart van alle gemeenten zit lager dan het CBSgemiddelde’, aldus Davids.

Het grootst is het verzuim nog steeds bij de vier grootste gemeenten. Wel daalde het met 0,2 procent naar 6 procent. Omdat bij Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag bijna een kwart van alle gemeentelijke medewerkers werkt, drukt die ontwikkeling een behoorlijke stempel op het gemiddelde cijfer van alle gemeenten. Ook dat is een soort wetmatigheid: hoe groter de organisatie, des te hoger het ziekteverzuim.

‘Maar het hoeft niet’, zegt Davits. ‘Er zijn ook weer grote gemeenten die onder het landelijk gemiddelde zitten. Zwolle en Den Bosch zijn daar goede voorbeelden van. Al jaren.’

Verzuimduur

Het onderzoek laat zien dat er wel forse schommelingen zijn. Het ene jaar scoort een gemeente goed, het andere slecht. ‘Dat is een indicatie dat de verzuimbestrijding niet adequaat is,’ zegt Davits. ‘Bij onvoldoende goede begeleiding kunnen ziektegevallen snel uitmonden in langdurig verzuim.’

Een van de succesfactoren is volgens hem een goed gevoerd en geactualiseerd personeelsbeleid, onder andere het bieden en stimuleren van scholingsmogelijkheden opdat mensen niet vastlopen in hun eigen functie. De vier grote steden maken op dat vlak grote sprongen. Het langdurig ziekteverzuim is de afgelopen jaren sterk afgenomen: in 2006 met 1,2 procent, in 2007 met 0,6 procentpunt en in 2008. Na een lichte stijging in 2009, daalde het vorig jaar weer met weer een half procent. Het aantal keren dat gemeenteambtenaren zich ziek melden, blijkt stabiel gebleven. Dat gebeurt gemiddeld anderhalve keer per jaar.

Wel blijken ze langer ziek te zijn. De gemiddelde verzuimduur stijgt. In 2010 duurde het ziekteverlof gemiddeld 14 dagen. Ten opzichte van 2009 is vooral bij de G4 sprake van een aanzienlijke stijging van de gemiddelde verzuimduur van 14,6 dagen tot 16 dagen. Volgens het onderzoek van het A+O fonds valt voor gemeenten nog veel winst te behalen in het terugdringen van het ziekteverzuim.

Per grootteklasse zit een kwart van de gemeenten onder het voor die grootteklasse geldende gemiddelde. Een kwart van de gemeenten zit boven het gemiddelde. Die goed scorende gemeenten laten volgens Davits zien wat mogelijk is. ‘Het landelijk gemiddelde in het bedrijfsleven over 2010 is 4,3 procent’, stellen de onderzoekers. ‘Wordt dat als uitgangspunt genomen, dan is nog bij 70 procent van de gemeenten winst mogelijk.’

--------------------------------------------------------

Fit Leusden is maar weinig ziek

Leusden is een van de gemeenten die qua ziekteverzuim van haar medewerkers onder het landelijk gemiddelde zit. In 2010 was het 3,8 procent. Zeker vergeleken met een paar jaar geleden, is het ziekteverzuim in de Utrechtse gemeente flink teruggelopen. In 2004 was het nog 6,5 procent, zo blijkt uit een door Leusden gemaakte verzuimanalyse.

Vorig jaar zijn leidinggevenden in Leusden gestart met het houden van zogeheten verzuimgesprekken na de derde ziektemelding in een jaar. Doel is enerzijds verzuimoorzaken in kaart te brengen en anderzijds de medewerker bewust te maken van zijn verzuim en deze te motiveren actie te ondernemen.

De gemiddelde verzuimduur in Leusden was vorig jaar 10,4 dagen. Naarmate medewerkers ouder worden, gaat het gemiddelde ziekteverzuim omhoog en de meldingsfrequentie omlaag. Het hoogste verzuim zit in de leeftijdsgroep 55-59 jaar, die medewerkers zijn niet vaak ziek, maar gemiddeld wel langer. De leeftijdsgroep 45-54 scoort ook bovengemiddeld qua verzuim.

Niet iedereen meldt zich overigens ziek. In Leusden zijn er ruim 30 procent zogeheten nulverzuimers. Leusden gaat er vanuit dat voortzetting van het preventieve beleid leidt tot een verdere verlaging en streeft nu naar een nog lager percentage; een verzuim van maximaal 3 procent moet volgens de gemeente mogelijk zijn. Het onderzoek van het A+O fonds Gemeenten laat zien dat het kan. Als best practise komt één gemeente van ongeveer dezelfde omvang naar voren waar het verzuim op 2,3 procent ligt. Eén kleine gemeente presteert het zelfs dat verzuim op 1,8 procent te houden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie