Keurmerk splijt schuldhulpverlening
Er is veel weerstand tegen de door brancheorganisatie NVVK ontwikkelde schuldhulpverleningsrichtlijn. ‘Vasthouden aan deze maatregel lijkt onmogelijk.’
De invoering van een keurmerk voor schuldhulpverleners dreigt op een mislukking uit te lopen. Een aantal gemeenten, waaronder de vier grote steden, Delft en Tilburg, is het oneens met de richtlijnen voor goede schuldhulpverlening, die zijn ontwikkeld door de brancheorganisatie voor schuldhulpverleners, de NVVK. Voornaamste punt van discussie is de vraag of mensen die relatief veel kúnnen aflossen ook gedwongen kunnen worden langer af te lossen. Tegenstanders van de richtlijn willen dat niet.
De maximale termijn voor schuldhulpverlening is op dit moment voor iedereen gelijk: drie jaar. Per persoon wordt gekeken hoeveel hij gezien de omstandigheden kan aflossen, waarbij iemand niet op een inkomen lager dan 90 procent van het bijstandsniveau mag komen. In het voorstel voor het keurmerk wordt de maximale aflossingstermijn voor een deel van de schuldenaars verlengd; wie meer dan 280 euro per maand kan aflossen, moet ook na die drie jaar doorgaan met aflossen, met een maximum van twee jaar extra. In die extra tijd wordt het bedrag dat iemand moet afbetalen met de helft verminderd.
De tegenstanders van de richtlijn vinden het onrechtvaardig dat mensen met schulden verschillend worden behandeld. Daarnaast vrezen ze dat vrijwillige schuldhulpverlening door deze regel onaantrekkelijk wordt voor mensen met veel aflossingscapaciteit. Deze mensen stappen dan eerder naar de rechter voor een wettelijke schikking. Daarbij is het toezicht strenger, maar dan is iemand na drie jaar wél klaar. Een andere overweging is dat de strengere eis het onaantrekkelijker maakt voor mensen met schulden om te werken.
Amsterdam, één van de tegenstanders, heeft juist deze maand besloten om voor mensen die tijdens een schuldhulptraject gaan werken de looptijd te verkorten. Eind mei bespreekt de NVVK het voorstel. Voorzitter Jaarsma hoopt op een compromis. ‘Vasthouden aan deze maatregel lijkt, met zoveel weerstand, haast onmogelijk.’
Roep om controle uitgaven
Gemeenten moeten het geld voor schuldhulpverlening beter verantwoorden, vindt een groot deel van de Kamer. Het geld is niet geoormerkt en volgens de NVVK geeft 40 procent van de gemeenten het uit aan andere zaken. CDA-Kamerlid Blanksma stelde er vorige week vragen over aan staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken, PvdA). Blanksma: ‘Er is nu sprake van volstrekte willekeur. Daar moeten we vanaf. We moeten duidelijke doelstellingen afspreken. De wachtlijsten moeten weg, de uitval moet omlaag en het aantal succesvolle trajecten omhoog.’ Uit onderzoek blijkt dat maar 22 procent van de schuldhulptrajecten succesvol is.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.