Kat in ‘t nauw
Columnist André Moerman waarschuwt voor meer beunhazerij en minder door de gemeente gereguleerde schuldhulpbemiddeling.
Mensen met schulden staan onder grote druk. Schuldeisers willen geld zien en voeren die druk op. Gemeenten bezuinigen op hulp aan mensen met schulden en stellen strengere eisen. De verleiding is dan groot om in zee te gaan met bureautjes die snelle verlossing van alle schulden beloven. Niet zelden ontvangt de schuldenaar hoge rekeningen en blijkt de schuld alleen maar gegroeid. Gelukkig geldt een verbod op schuldhulp tegen betaling. Maar hoe lang nog?
Strafbaar
Mensen met schulden zijn kwetsbaar en hebben bescherming nodig. Dat weet de wetgever ook wel. Bij wet is dan ook bepaald dat schuldbemiddeling verboden is, tenzij deze gratis is, het door de gemeente georganiseerde schuldbemiddeling betreft, of de schuldbemiddeling uitgevoerd wordt door advocaten e.d. Heldere regels, duidelijke taal: schuldhulp tegen betaling is strafbaar.
Natuurlijk zijn er handige lieden die probeerden het verbod te omzeilen. Door gratis schuldbemiddeling te combineren met inkomensbeheer tegen betaling. Want voor inkomensbeheer mag wel geld worden gevraagd. Maar ook hiertegen houdt de huidige, eigenlijk best goede wet, stand: de Hoge Raad bepaalde dat ‘wanneer sprake is van voldoende verwevenheid tussen beide activiteiten, ook dergelijke constructies strafbaar zijn’.
Zo’n overeenkomst tussen de schuldbemiddelaar en de schuldenaar is zelfs in juridische termen ‘nietig’. Slachtoffers van betaalde, niet-werkende schuldhulp kunnen hun geld terugvorderen van de bureautjes die niet deugen. Er zijn voorbeelden uit de rechtspraak waarbij de schuldbemiddelaar rond de € 5000 moest terugbetalen.
Best een goeie wet hebben we nu dus, zij het dat er met die wet in de hand naar mijn smaak best steviger mag worden opgetreden tegen de misbruik makende bureautjes. Er wordt te weinig strafrechtelijk gehandhaafd.
Vrijstelling
Maar de overheid moet bezuinigen en wil een stukje betaalde schuldhulp mogelijk gaan maken. Onder twaalf strikte voorwaarden: je mag bijvoorbeeld alleen kosten in rekening brengen als er een akkoord is met alle bekende schuldeisers; de schuldregeling mag niet langer dan 36 maanden duren en de kosten mogen niet ten laste komen van het zogenaamde ‘vrij te laten bedrag, d.w.z. het bedrag dat betrokkene minimaal nodig heeft om van te leven.
Kater
Zo op het oog een sympathieke doordachte regeling met veel strenge voorwaarden omkleed. Maar schijn bedriegt. De regeling is zo ingewikkeld dat hij niet te handhaven is. Er ontstaat een verbod met allerlei mitsen en maren. Een doordacht verbod blijkt dan een niet handhaafbare regeling die de deur tot schuldhulp tegen betaling wagenwijd openzet. Ook de malafide deur. Bovendien bestaat het risico dat gemeenten denken: de wetgever voorziet in de mogelijkheid van marktwerking en een betaald alternatief, dus laat de markt z’n werk maar doen: ik trek me nog verder terug.’
In plaats van de bedoelde versterking van de bestaande schuldhulpverlening leidt dit gegarandeerd tot uitholling: meer beunhazerij en minder door de gemeente gereguleerde schuldhulpbemiddeling.
Overheid, behoed u voor een kater! Deze goedkoop is echt duurkoop!
André Moerman
Meer columns van André Moerman leest u hier.
Meer informatie
- Reactie LOSR MOgroep op concept Vrijstellingsbesluit schuldbemiddelaars
- Achtergrondinfo malafide schuldhulpverlening
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Je column is vol van suggesties, maar zonder concrete voorbeelden wat er mis is. Ook begrijpelijk van iemand die vanuit een bepaalde visie denkt.
Veel gemeentes werpen nu al verschillende struikelblokken om onder de wettelijke verplichting tot het verlenen van schuldhulpverlening te komen. Zij stellen aanvullende eisen om beroep te kunnen doen op schuldhulpverlening. Veel van deze aanvullende eisen zijn niet echt nodig, maar worden gebruikt om tijd te rekken.
De problemen worden in de tussentijd alleen maar ernstiger voor de mensen. Deze kloppen, uit schaamte, al op een heel laat moment aan bij de gemeente voor hulp. Als ze al geen kant meer op kunnen. Directe actie is dan nodig.
Iedereen heeft het over malafide schuldhulpverleners, maar die zijn echt op 1 hand te tellen. Men is bang voor iets dat er niet is. En zolang mensen het erover hebben, dan ontstaat het probleem vanzelf wel.
Dit geldt overigens maatschappijbreed. Je hebt ook advocaten die hun cliënten oplichten (maar die mogen uiteraard wel schuldhulpverlening aanbieden). Je hebt bewindvoerders die er een zooitje van maken, je hebt banken die er een zooitje van maken. En zo kan ik door gaan.
Belangrijk is dat er vanuit de wetgever ook kwaliteitseisen worden gesteld, en duidelijke toezicht wordt gehanteerd. Naar het voorbeeld van AFM, OPTA et cetera. Met de juiste opleiding, permanente educatie en gezonde bedrijfsvoering, zie ik juist meer heil in commerciële schuldhulpverlening, dan het ambtelijk apparaat dat nog op kolen loopt.
Met belangstelling heb ik je column gelezen en ook jouw brief aan de Minister, waarin je namens de MOgroep stelling neemt tegen het concept Vrijstellingsbesluit schuldbemiddelaars. Onderstaand zend ik je mijn reactie:
Ik ben voor privatisering van de schuldhulpverlening
Het Vrijstellingsbesluit Schuldbemiddelaars komt voort uit het regeringsbeleid om een kleinere overheid te bereiken is tevens het antwoord om hulp te bieden aan de groeiende groep schuldenaars. Maar laten we eerst even kijken naar het groter kader. Tegenover de tot dusver aan de overheid voorbehouden rol in de schuldhulpverlening staat aan de kant van de schuldeisers een hele bedrijfstak, zoals incassobureaus, deurwaarders en advocaten die alerter en efficiënter hun werk doen. In ieder geval bewijzen zij dagelijks hun bestaansrecht. We noemen dat marktwerking. Ook zij zijn aan regels gebonden en daarop wordt gehandhaafd. Om die reden vind ik het een gezonde zaak dat er meer maatschappelijk evenwicht komt door de schuldhulpverlening te privatiseren.
En ben voor betaling van schuldbemiddeling.
Wel beschouwd wordt schuldbemiddeling door de gemeenten ook al betaald, nl. door de belastingbetaler. Door het Vrijstellingbesluit wordt de betaling verlegd van de belastingbetaler naar de betrokkenen in het schuldendossier. De schuldbemiddelaars zullen uit de oplossing van het schuldenprobleem een redelijke tegemoetkoming moeten halen. Ik denk aan een afnemend % naar gelang de schuld groter is. Als er geen oplossing mogelijk is, mag het niet worden afgedaan met No Cure No Pay. Het is al gezegd, selectie aan de poort is uit den boze. Een minimale bijdrage voor een intake van, stel € 250 ex BTW, is niet onredelijk. Als de schuldenaar dat niet kan betalen, kan wellicht de gemeente in ruil voor het goed gestructureerde dossier financieel bijdragen. Als daar een standaard voor dossieraanleg wordt afgedwongen is de efficiency ook in orde. Indirect besteden gemeenten op deze wijze de intake uit voor een redelijk bedrag en is de wachtrij bij de gemeente weggehaald. Op deze wijze kan het Vrijstellingsbesluit wel degelijk als aanvulling op de gemeentelijke hulpverlening werken. Juist als gemeenten zich verder terugtrekken en scherpere voorwaarden stellen.
En kwaliteit telt !!
André, ik deel jouw zorg over kwaliteit van dienstverlening, maar dat is geen reden om het select voor de overheid te behouden. Het probleem is niet de kwaliteit, maar de toenemende groei van schuldenaren en dus een kwantiteitprobleem. Dat kan alleen door privatisering worden opgelost. Dat de kwaliteit daarbij geborgd moet worden is juist een rol die voor de Sociaal Raadslieden lijkt te zijn weggelegd. Grijp die kans, je krijgt hem nu.
De reactie van de business controller spreekt boekdelen: de schuldhulpverlening wordt welbeschouwd nu ook door de gemeenten betaald, nl door de belastingbetaler. Ja, dat lijkt mij nu juist de crux: de schuldhulpverlening wordt niet door een belanghebbende betaald omdat dat nu juist tot ongelukken gaat leiden. Deze controller heeft weinig begrepen van de motieven om iets collectief (en dus niet door direct belanghebbenden) te financieren en de relatie tussen betalen en genieten te verbreken.
De enige reden waarom dit gebeurt volgens mij is simpel. Op het ministerie van Economische Zaken (dat gaat hierover) zwaait Henk Kamp de scepter en hebben ambtenaren de overtuiging dat 'de markt' per definitie alles beter kan, de overheid alles per definitie slechter en duurder doet. Bovendien is men voortdurend opzoek naar nieuwe werkgebieden voor de groep waar ze de belangen van moet behartigen: de private bedrijven en dus ook de private inkomensbeheerders die dit deel van de markt er dolgraag bij willen hebben.