Advertentie
sociaal / Achtergrond

'Burgemeester denkt te makkelijk over racisme'

De overheid is wat Baldewsing betreft te wit, en hij is voorstander van anoniem solliciteren en streefcijfers voor diversiteit.

08 april 2022
Rabin Baldewsingh
Rabin Baldewsingh

Institutioneel racisme is niet meer te ontkennen, vindt Rabin Baldewsingh, Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Ook lokale wetgeving zoals de Rotterdamwet discrimineert. Bovendien is het ambtenarenapparaat van gemeenten nog altijd onvoldoende gekleurd.

Ambitieuze Accountmanager binnen het domein Wonen

BMC
Ambitieuze Accountmanager binnen het domein Wonen

Beleidsadviseur Economische Zaken

Gemeente Heemstede
Beleidsadviseur Economische Zaken

Het Haagse stadhuis is te wit, zei toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA) in 2016, toen hij maatregelen nam om meer ambtenaren van kleur aan te trekken. De gemeente zou voortaan sollicitatiebrieven geanonimiseerd gaan beoordelen. Baldewsinghs uitspraken en zijn beleid kwamen hem op kritiek van de lokale PVV-fractie te staan, die hem betichtte van racisme jegens witte inwoners. ‘Eigenlijk zegt de wethouder dat hij minder, minder witte ambtenaren wil,’ aldus toenmalig PVV-raadslid Elias van Hees.

Ruim vijf jaar later is het racismedebat er niet bepaald minder fel op geworden. Ook Baldewsingh is nog altijd even stellig in zijn diagnose van het racismeprobleem in Nederland. De overheid is wat hem betreft nog steeds te wit, en hij is nog steeds voorstander van anoniem solliciteren en streefcijfers voor diversiteit. Wel heeft hij inmiddels het Haagse stadhuis verruild voor een ministeriële kantoortoren. Sinds 15 oktober 2021 is hij Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Die nieuwe functie werd op verzoek van de Tweede Kamer in het leven is geroepen in de nasleep van de Black Lives Matterbeweging, die in de zomer van 2020 een maatschappelijk debat over institutioneel racisme op gang bracht.

De functie is volgens Baldewsingh de culminatie van groeiend politiek bewustzijn rondom racisme in Nederland. ‘We hebben lang tegen elkaar gezegd: het is allemaal uitstekend geregeld hier. Discriminatie, dat is er gewoon niet in dit land, en racisme al helemaal niet. Maar een aantal ontwikkelingen heeft voor een kantelpunt gezorgd in de perceptie van hoe wij het doen als het gaat om een inclusief land zijn: Black Lives Matter, de toeslagenaffaire, en het feit dat eindelijk Mark Rutte zegt: ja, discriminatie en racisme bestaan in ons land. In de Tweede Kamer is het bewustzijn ontstaan dat we dit steviger moeten gaan aanpakken.’

Hoe belangrijk is uw eigen identiteit en achtergrond in het vervullen van deze functie? Had een wit persoon deze taak net zo goed op zich kunnen nemen?

‘Ik denk dat iemand met een niet-migratieachtergrond deze functie ook had kunnen invullen. Het is makkelijker als er iemand zit die inderdaad geconfronteerd is geweest met discriminatie of uitsluiting. Maar let wel: witte mensen worden ook gediscrimineerd. Zeker als je uit de LHBTQI+ groep komt. Zeker als je een vrouw bent. Discriminatie is wijdvertakt in onze samenleving. Iedereen raakt ermee geconfronteerd, helaas. Racisme heeft ook geen kleur. Ik bedoel, het is niet alleen racisme van witte mensen naar zwarte mensen toe. Maar als je me vraagt: is het vanuit mijn ervaring en persoonlijke achtergrond makkelijker om me in te leven? Het antwoord is ja. Ik heb er bestuurlijk mee te maken gehad, vroeger als wethouder met de portefeuilles integratie, werkgelegenheid en personeelsbeleid. En als persoon ben ik natuurlijk ook wel geconfronteerd geweest met bejegeningen die niet altijd even prettig waren. Maar ik wil deze functie uitoefenen vanuit de kracht die ik heb, niet vanuit een slachtofferrol. Ik heb een enorm grote kracht als bruggenbouwer. Ik draag inclusiviteit heel intrinsiek bij me. Dát wil ik overdragen. Maar als je iets van mij zou moeten begrijpen, is het daar waar ik vandaan kom. Mijn sociaaleconomische achtergrond. Dat is belangrijker voor mijn drive. Ik kom uit een groot gezin op het platteland. Ik had daar te maken met sociale problemen, van huiselijk geweld tot drankmisbruik. Ik ben vrij vroeg vertrokken uit Suriname. Dertien jaar was ik toen ik alleen hiernaartoe kwam. Vanaf een jaar of vijftien heb ik alleen op kamers gewoond. Daar kreeg ik te maken met armoede en eenzaamheid. Dat is voor mij bepalend geweest. En daarom wil ik ervoor zorgen dat anderen niet meemaken wat ik heb meegemaakt. Dat wilde ik als wethouder en dat wil ik nu ook als nationaal coördinator.’

Draagvlak

Van Baldewsingh wordt verwacht dat hij als nationaal coördinator voor meer afstemming gaat zorgen tussen de verschillende overheidsorganen en maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van discriminatie. Zijn eerste taak is het opzetten van een meerjarig nationaal programma tegen discriminatie en racisme. Dat programma wil hij rond de zomer presenteren. Baldewsingh: ‘Ik wil een nationaal programma maken dat draagvlak heeft. Dus ik heb gezegd: ik ga dat nationaal programma in co-creatie maken. We gaan ruim twintig townhallsessies organiseren in het hele land.’ Baldewsingh meet zichzelf drie rollen aan: verbinder, aanjager en waakhond.

Ik ben een voorstander van streefcijfers

Verbinden lijkt echter een moeilijke opgave op een gepolariseerd onderwerp als racisme. Alleen al de vraag of racisme überhaupt een probleem is, leidt in de Tweede Kamer tot onenigheid. Terwijl veel Kamerfracties racisme zien als een hardnekkig en diep geworteld kwaad in de samenleving, meent PVV-leider Geert Wilders dat het allemaal wel meevalt. Het idee dat Nederland een racistisch land is, vindt hij een belediging voor alle Nederlanders.

Kunt u ook de partijen meekrijgen die het bestaan van institutioneel racisme ontkennen?

‘Ik kan me niet voorstellen dat een politicus in dit land zegt dat in Nederland institutioneel racisme niet bestaat. Kijkend naar het schandaal dat heeft plaatsgevonden met de toeslagenaffaire; de slachtoffers en het onderzoek bewijzen toch het tegendeel? Ik bedoel, als er op basis van dat institutioneel racisme duizenden mensen in de problemen zijn geraakt, dan kun je daar toch je ogen niet voor sluiten? Een ander voorbeeld: de Rotterdamwet. Een wet die ervoor moet zorgen dat de leefbaarheid in wijken verbetert. Daar zitten drie belangrijke artikelen in. Artikel 8, 9 en 10. Artikel 10 is een artikel over ondermijning en criminaliteit, dat kan ik nog begrijpen. Artikel 9 zegt: sommige groepen moeten prioritair zijn, zoals leraren en politieagenten. Dat kan ik ook begrijpen. Maar artikel 8 begrijp ik dus gewoon niet. Omdat daar mensen op basis van hun sociaaleconomische verschillen, de facto op basis van hun etniciteit, uit een wijk worden geweerd. Dat vind ik discriminatoir.’

Heeft u de macht om de gemeente Rotterdam ter verantwoording te roepen over dit soort beleid?

‘Nee, ik heb die macht niet. Maar ik ben als regeringscommissaris aangesteld om discriminatie en racisme te bestrijden in een vrij zelfstandige rol. Dus ik voel mij ook vrij om de overheid uit te dagen. Om ze een spiegel voor te houden. Om te zeggen: kijk nog eens beter naar deze wet, zorg ervoor dat het een inclusieve wet wordt. Dus dat gesprek ga ik voeren.’

De dienstverlening van de overheid is nog altijd te weinig divers

Als u inzet op breed draagvlak, loopt u dan niet het risico dat de meest conservatieve stemmen het tempo van de beweging bepalen?

‘Je kunt harder lopen in je eentje. Maar volgens mij kom je verder als je het samen doet. Er is veel ongeduld in de samenleving, en ik begrijp dat ongeduld. Maar toch moeten we dit doen op een manier dat er draagvlak is voor de maatregelen die we gaan nemen. Dus ja, wat mij betreft is de tijd aangebroken voor actie. Maar dan nog moet je kijken: hoe komen we waar we willen komen?’

De Tweede Kamer fracties van de PVV en FVD stemden tegen de aanstelling van een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Vindt u dat problematisch?

‘Nee, hoor. De meerderheid heeft het goedgekeurd. Er zijn zeker ook mensen die mij niet zien zitten, om het maar zo te zeggen. Ik doe nu een ronde langs politieke partijen. Maar geen van de partijen die jij noemt, hebben gereageerd op mijn verzoek voor een afspraak. Ik wil met iedereen praten, maar ja, aan de andere kant, misschien lukt het mij niet om iedereen mee te krijgen. Dan ben ik nou net een type dat zegt: ik ga niet staan blijven. Als ik van de tien mensen acht meekrijg en twee niet, dan rijdt de trein wel verder.’

Wat kunnen gemeenten bijdragen aan de strijd tegen racisme en discriminatie?

‘Wat mij betreft is hier een belangrijke taak voor gemeenten weggelegd. Ten eerste om ervoor te zorgen dat de aanpak van discriminatie echt op de politieke agenda staat. Ik zou ook wensen dat anti-discriminatievoorzieningen, waar burgers incidenten kunnen melden, ruim baan krijgen om hun werk te doen, in menskracht en in financiële middelen. Ik zie ook dat burgemeesters hier te makkelijk over denken. Die laten het over aan een wethouder. Als je burgemeester bent, dan ga je over openbare orde en veiligheid. Als je mensen uitsluit, dan zijn dat wat mij betreft tekenen dat de openbare orde in gevaar komt. Ik zou wensen dat de burgemeesters hun rol hierin pakken. Daar liggen kansen. Daarnaast is de dienstverlening van de overheid nog altijd te weinig divers. Het ambtenarenapparaat is wit. En daardoor ontbreekt een breder perspectief in de dienstverlening. Dus je moet zorgen dat er mensen met een beperking op de werkvloer zijn, en vrouwen, en mensen uit de LHBTQI+ community, en ook mensen met een migratieachtergrond. Sommige gemeenten doen daar hun stinkende best voor. Maar er is nog veel werk te verzetten om te komen tot een diverse overheid.’

Spoort u gemeenten ook aan om voorkeursbeleid te voeren bij de werving van personeel?

‘Als je kijkt naar de geschiedenis, dan zie je dat de positie van vrouwen in het arbeidsproces aanmerkelijk is verbeterd omdat wij streefcijfers hebben genoteerd. Dat hebben we met z’n allen ook geaccepteerd en ervoor geapplaudisseerd. Nou, waarom doen we dat niet voor allerlei andere groepen? Overigens kun je ook eisen stellen wat betreft inclusiviteit bij diensten die de overheid inkoopt. Dus ik ben een voorstander van streefcijfers. Sommige mensen zeggen: kwaliteit moet toch prevaleren, niet achtergrond? Nou, het één sluit het ander niet uit. Ook bij het mensen met een migratieachtergrond zitten veel kwaliteiten. Het vervelende is dat er mechanismen zijn die die mensen onzichtbaar maken. Daarom moet je die groepen de mogelijkheid bieden om hun kracht te laten zien. Anoniem solliciteren is daar een instrument voor. Hoe lang praten we er al niet over, de diverse werkvloer? Maar wat gebeurt er nu daadwerkelijk? Dus we moeten het nu een beetje gaan afdwingen. Doen we dat niet, dan zal Nederland aangesproken blijven worden door de gemeenschap hier, en op de vingers getikt blijven worden door Europa en de Verenigde Naties. Nederland heeft als enige land in de wereld een grondwet die begint met het gelijkheidsbeginsel. Dan ben je toch verplicht om je samenleving ook zodanig in te richten?’

Voormalig Haags raadslid en wethouder

Rabin Baldewsingh werd in 1962 geboren in Suriname. Op 13-jarige leeftijd verhuisde hij naar Nederland, waar hij eerst in Leiden en later in Den Haag woonde. Vanaf 1998 was hij twee termijnen gemeenteraadslid voor de PvdA in Den Haag. Vanaf 2006 was hij twaalf jaar lang actief als wethouder in dezelfde stad. Hij heeft diverse portefeuilles onder zijn hoede gehad, zoals sociale zaken en werkgelegenheid, wijkaanpak, sport, stadsbeheer en milieubeleid, volksgezondheid, inburgering en integratie, personeel en organisatie en burgerzaken.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie