Geschiedenis schrijven
De beste manier om de toekomst te voorspellen is door hem zelf te maken. Daarmee zijn we bezig bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). We wachten niet op stelselwijziging en laten ons niet uit het veld slaan door schandalig tekortschietende financiering vanuit de overheid.
Gedreven door een intrinsieke motivatie om verschil te maken voor kwetsbare kinderen in de knel zijn we een aantal jaren geleden begonnen met een aantal innovaties die niet alleen het functioneren van BJAA aanzienlijk zullen verbeteren, maar ook het totale jeugdzorgsysteem duurzamer zullen maken, te beginnen in de Stadsregio Amsterdam.
Voor het eerst in mijn loopbaan in de publieke sector begon ik in 2009 als Bestuursvoorzitter aan een uitdaging waarvan ik niet weet of die een succes zal worden. Niet omdat ik niet geloof in de weg die we zijn ingeslagen, maar omdat meerdere onafhankelijke onderzoeken blijkt dat de politieke financiers ons niet in staat stellen ons werk naar behoren te doen. Omdat niets doen geen optie is als het gaat om het beschermen van kinderen in de knel zijn we “against all odds” begonnen met het op kleine schaal uitproberen van innovaties die ik in andere columns en blogs uitgebreider heb beschreven.
We zijn, voortbouwend op reeds ingevoerde werkwijzen zoals bijvoorbeeld de Deltamethode aan de slag gegaan met doorbraakprojecten gericht op terugdringen van overbodige bureaucratie, met het organiseren van Eigen Kracht Conferenties, met gezinsmanagement en met FFPS, een bewezen effectieve gezinsgerichte methodiek die gezinsmanagers in een intensief actieleerprogramma met veel supervisie in twee jaar tot krachtige professionals ontwikkelt die vervolgens permanent blijven reflecteren en leren “in actie”.
Deze zomer kwamen al deze verspreid in de organisatie uitgevoerde proeftuinen bij elkaar in het project “Generiek Gezinsgericht Werken” (GGW). Een tiental vrijgemaakte medewerkers (de “hoofdgroep”) kreeg een aantal maanden de ruimte om kritisch naar de huidige manier van werken te kijken, een nieuwe manier van werken te ontwikkelen en uit te proberen. Letterlijk en figuurlijk een belevenis. Daarbij stond steeds één vraag centraal, is er sprake van waardewerk of van verspilling.
Waardewerk is werk dat waarde toevoegt aan de missie van Bureau Jeugdzorg, het blijvend op de veiligheidsnorm brengen van kinderen in de knel. Het raamwerk voor GGW dat na de zomervakantie is opgeleverd bevat alle werkzame elementen van eerdere proeftuinen en voegt naar nieuwe elementen aan toe zoals één gezinsrapportage die alle afzonderlijke kindgerichte rapportages vervangt en die ook gebruikt kan worden als basis van alle nu nog afzonderlijke schriftelijke documenten zoals een indicatiebesluit, een plan van aanpak, een aanvraag voor een raadsonderzoek of een rechterlijke machtiging. Het raamwerk is een product van professionals voor professionals.
Op 14 november jl. gingen drie teams (circa 40 medewerkers) van start met de “pilot” “inrol” GGW. We spreken van “inrol” omdat geen sprake is van een uitrol van een ontwikkelde beste praktijk, maar van het onder begeleiding van koppels van hoofdgroepmedewerkers opnieuw doorlopen van de beleving om zelf de knelpunten in de huidige werkwijze te ervaren en – mede met behulp van het ontwikkelde raamwerk GGW – verder doorontwikkelen van dit raamwerk. Na succesvolle afronding van de “pilot” is het de bedoeling om in 2012/1013 steeds weer drie teams in te rollen en GGW verder te verfijnen. Permanent verbeteren moet zo de nieuwe routine worden. Of dit gaat lukken hangt voor een belangrijk deel af van de financiële mogelijkheden.
Een door Lodewijk Asscher en ambtenaren van de ministeries van VWS en Veiligheid en Justitie als goed beoordeelde “businesscase” toont aan dat de noodzakelijke investeringen zich snel terugverdienen. Bedenk daarbij dat financiële besparingen gelijk staan aan minder onnodig beroep op dure jeugdzorg, aan meer kinderen en gezinnen die sneller uit de knel worden geholpen en weer op eigen kracht verder kunnen. Of de politiek de moed heeft om de hieruit logisch voortvloeiende beslissingen te nemen is nog ongewis.
De financiële onzekerheid die de politiek nu al drie jaar laat voortbestaan maakt me wel eens radeloos en een enkele keer zakt de moed me in de schoenen. Successen van de genoemde proeftuinen en steeds meer enthousiaste medewerkers zorgen gelukkig steeds weer voor nieuwe energie en natuurlijk is optimisme een morele plicht zeker als het om kwetsbare kinderen gaat. En toen was er vorige week dat moment, dat moment waarop ik zeker wist dat we jeugdzorggeschiedenis aan het schrijven zijn.
Tijdens een brainstormbijeenkomst gingen enkele hoofdgroepmedewerkers, Jan, Nienke en Julia, in gesprek met leden van mijn Raad van Toezicht. Het enthousiasme voor GGW en de gedrevenheid om verschil te maken voor kinderen in de knel spatte van hun verhalen af. Ik zag professionals die overbodige bureaucratie van zich hadden afgeworpen en weer volledig gefocust waren op toegevoegde waarde leveren voor “hun” kinderen en daarvoor tot het gaatje gaan. Professionals met een gretigheid om te blijven leren. Professionals die kwetsbaar opstellen als een teken van kracht zien in plaats van als een teken van zwakte. Ik zat er bij, ik keer ernaar, ik zou het zelf niet beter kunnen vertellen en ik werd vervuld met een gevoel van trots en van “hier doe ik het allemaal voor”. Ook de Raad van Toezicht was onder de indruk.
Geschiedenis schrijven klinkt ongetwijfeld arrogant, maar ik zou zeggen, kom maar bij ons kijken en ga in gesprek, niet met mij maar met mijn voorhoede medewerkers. BJAA heeft nog een lange, moeilijke en onzekere weg te gaan, maar nu al zie ik de positieve uitstralingseffecten van onze innovaties naar het bredere jeugdzorgsysteem in de stadsregio Amsterdam. De ingezette beweging werkt besmettelijk.
Werken volgens het adagium “Verbeter de jeugdzorg, begin bij jezelf” werkt. Al wil ik niet verhelen dat de uitstralingseffecten ook soms als bedreigend worden ervaren, omdat ze stevig ingesleten manieren van werken ter discussie stellen ook bij netwerkpartners. Maar wat ik in de ogen van Jan, Nienke en Julia heb gezien dat gun ik alle collega’s in de jeugdzorg. Trotse, gedreven professionals die weer 100% in contact zijn met de reden waarom ze ooit bij de jeugdzorg zijn gaan werken. En ik gun het vooral de kinderen in de knel die met deze herboren professionals de belangenbehartiger en beschermer krijgen waar ze recht op hebben.
Zullen we met elkaar afspreken dat wat moet ook zal gaan kunnen?
Niet in staat om normale relaties aan te gaan omdat het weg is gehaald bij enige vorm van familie. Vaak ook weer in contact met mede lotgenoten. Waar ook weer bagage in wordt meegenomen. Vaak resulteert dat weer in situaties waar ze elkaar gaan beschuldigen van aangedaan leed. Komen daar weer kinderen uit dan proberen ze vaak om niets te maken te krijgen met Jeugdzorg maar wat helaas onvermijdelijk is. En dan gaat deze vicieuze cirkel van bemoeienis van Jeugdzorg nog even een paar generaties door. Tuurlijk er moet toch geld verdient worden aan de hulpelozen in de samenleving