De inconsistente overheid
Gemeenten moeten schuldhulpverlening beter organiseren om jeugdproblematiek te voorkomen, stelt Erik Gerritsen
In een vorige column schreef ik al hoe tekortschietende schuldhulpverlening leidt tot onnodige jeugdzorgproblematiek. Wanneer gemeenten hun schuldhulpverlening beter organiseren kunnen ze nu al veel onnodige jeugdzorgproblematiek voorkomen en daarmee pijnloos voorsorteren op de bezuinigingen op de jeugdzorg vanaf 1-1-2015. Maar daarmee is nog niet alles gezegd over de ronduit contraproductieve wijze waarop de schuldhulpverlening in Nederland is geregeld en georganiseerd.
Zo gaat bijvoorbeeld de regelgeving met betrekking tot schuldsanering er van uit dat de betrokkenen beschikken over de vaardigheden om zich houden aan de eisen van het schuldsaneringtraject, terwijl uit onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van schuldenaren uitvalt tijdens het saneringstraject. Toegang tot schuldsanering is gebonden aan strenge voorwaarden waarin mensen met grote problemen vaak niet kunnen voldoen. Zonder saneringstraject kunnen de schulden niet worden bevroren. Kwetsbare groepen komen niet in aanmerking of vallen dus snel uit. Sterker nog, de huidige regelgeving zorgt er voor dat schuldenaren van de regen in de drup komen. De regelgeving is geschikt voor een kleine groep die wel kan aflossen maar niet wil. De regelgeving is niet geschikt voor de veel grotere groep die wel wil maar niet kan.
En wat te denken van de wijze waarop de overheid om gaat met de zogenaamde “beslagvrije voet”. Dat is de wettelijke financiële grens waaronder schulden niet mogen worden ingevorderd, omdat mensen anders onder het bestaansminimum geraken. Het is de overheid zelf die als preferente schuldeiser haar eigen regels met voeten treedt. Verschillende overheidsorganisaties zoals de Belastingdienst, het CJIB, waterschappen en gemeenten mogen vorderingen direct van iemands bankrekening afschrijven. Van coördinatie is geen sprake met als gevolg dat mensen met schulden onder de beslagvrije voet geraken. Dat heeft weer als gevolg dat kwetsbare groepen zich elders opnieuw in de schulden steken simpelweg om te kunnen voorzien in basisbehoeften.
Het College voor Zorgverzekeraars heeft de bevoegdheid om bij een premieachterstand van zes maanden aan de zorgverzekeraar een veel hogere “bestuursrechtelijke premie” (feitelijk een boete) te innen rechtstreeks van het inkomen. Deze boete leidt weer tot nieuwe schulden. Ook verhuurders, zorgverzekeraars en instellingen voor kinderopvang hebben de bevoegdheid om een gerechtsdeurwaarder namens hen beslag te laten leggen op de respectievelijke toeslagen. Stuk voor stuk maatregelen met een op zichzelf goed te volgen eigen ratio, maar bij elkaar genomen leidend tot het onbedoelde effect van een zichzelf in stand houdende en versterkende schuldenspiraal.
Ook komt het nog te vaak voor dat schuldenaren te maken krijgen met slecht functionerende bewindvoerders wat ook weer leidt tot nieuwe schulden. Hetzelfde geldt voor ten onrechte uitgekeerde toeslagen. Natuurlijk moeten die worden teruggevorderd, maar voorkomen is beter dan genezen, zeker als het gaat om kwetsbare groepen die het te veel ontvangen bedrag al weer hebben gebruikt om andere gaten te dichten. De maatregel om de huurtoeslag voortaan alleen nog op de rekening van de rechthebbende te storten (in plaats van op de rekening van de verhuurder) draagt ook niet bij aan een effectieve schuldhulpverlening.
Neem daarbij de algemene neerwaartse spiraal waarin mensen met schulden terechtkomen als gevolg van in rekening gebrachte incassokosten en de contouren van een ziek schuldhulpverleningsysteem dat haar eigen clientèle produceert tekenen zich af. Natuurlijk mag er geen beloning op het laten ontstaan van schulden ontstaan, maar het huidige systeem brengt kwetsbare groepen onnodig extra in de problemen. En zoals ik eerder al opmerkte, schuldenproblematiek is een grote veroorzaker van jeugdzorgproblematiek. Het verbaast mij dan ook dat de politiek deze situatie maar gewoon laat voortbestaan. Er is duidelijk sprake van een systeem met alleen maar verliezers (waaronder ook het MKB die als schuldeiser helemaal aan het kortste eind trekt). De belangen van de verschillende schuldeisers zijn groot, maar als iedereen in zijn eigen koker afzonderlijk blijft handelen trekken alle betrokkenen aan het kortste eind en worden kwetsbare groepen onnodig verder in de problemen gebracht. Alleen de werkgelegenheid in de schuldhulpverleningsector (en de jeugdzorgsector) vaart er wel bij.
Dit moeten we niet willen. Het is dus de hoogste tijd voor een transformatie van de schuldhulpverlening. Wie kan betalen maar niet wil betalen gewoon keihard volgens het huidige systeem aanpakken. Wie wel wil betalen maar niet kan betalen wegens tekortschietende vaardigheden en multiproblematiek ten eerste helpen om schulden niet onnodig verder te laten oplopen (stabiliseren van schulden) en vervolgens via integrale schuldsanering op maat van de schuld af helpen. Ik zie hiervoor een mooie rol weggelegd voor de generalistische casemanagers in de sociale wijkteams in samenwerking met de specialisten van schuldhulpverlening- en zorgorganisaties en in coproductie met het sociale netwerk in de buurt.
Erik Gerritsen
Reacties: 9
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Interessante bronnen zijn ook het rapport van de ombudsman (http://www.nationaleombudsman-nieuws.nl/nieuws/2 …
En Paritas passé van de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders (http://www.kbvg.nl/typo3conf/ext/bzb_securelink/ …
onwrikbare bureaucratie. Voorstel: kijk of ze met klein duwtje in de rug geholpen kunnen worden. Dan pas de ijzeren hand. Voorkomt veel ellende!
1 correctie: het is het College voor Zorgverzekeringen (www.cvz.nl) dat bedoeld wordt en niet de zorgverzekeraars. Die zijn verenigd in Zorgverzekeraars Nederland o.l.v. Andre Rouvoet (www.zn.nl)
Ik ondersteun de tip van Rina om de problematiek op 27 november op de agenda te zetten voor het overleg van de Tweede Kamer met staatssecretaris Klijnsma. Wie heeft er daarnaast b.v. op gemeentelijk niveau nog suggesties/ideeën die al werken?