Gelderland vertikt taakreductie
Gelderland weigert zich te beperken tot de meer fysieke taken en blijft de komende jaren tientallen miljoenen investeren in zorg en welzijn. 'De gemeenten zelf vragen ons erom.'
Gelderland trekt zich niets aan van de algemene teneur dat provincies zich qua beleid beter kunnen terugtrekken op de terreinen infrastructuur, ruimtelijke ordening en cultuur. Volgens de adviezen van de taakgroep decentralisatie provincies - de commissie-Lodders - aan het kabinet ligt vooral daar de uitdaging voor het middenbestuur. 'Mevrouw Lodders', zegt CDA-gedeputeerde Hans Esmeijer van de provincie Gelderland kortaf, 'is de tweede alinea vergeten'.
Gelderland is een van de provincies die vorig jaar onder uit de zak kregen in het boek Het opgeblazen bestuur van bestuurskundige Klaartje Peters vanwege de grote provinciale bemoeienis met het sociale terrein. Met name met de inzet op het gebied van de daklozenzorg zou de provincie haar boekje ver te buiten gaan. Waar Peters haar wijsheid vandaan haalt, weet verantwoordelijk gedeputeerde Esmeijer niet. 'Met mij heeft ze nooit gesproken', zegt hij. 'Wat ik weet is dat wij als provincies het sentiment tegen hebben. Dat is dat alles zo dicht mogelijk bij de burger moet worden georganiseerd. Gemeentebestuurders zouden het dichtst bij die burger staan. Hou op. Volgens mij zijn de landelijke politici het bekendst bij de burger. De naam van hun burgermeester kennen mensen misschien wel, maar die van de wethouders vaak niet', zegt Esmeijer.
Alle kritiek ten spijt, uit het nieuwe sociale beleidskader 2009-2012 blijkt dat Gelderland geen enkele stap terugdoet waar het gaat om zorg en welzijn. Of zoals de provincie het zelf verwoordt, sociaal beleid blijft 'een onverminderd belangrijke plaats' innemen. Esmeijer benadrukt dat al dat beleid in partnerschap met de Gelderse gemeenten tot stand komt. 'Zij vragen erom, alle 56', zegt hij. 'Neem de jeugdzorg en de mate waarin de gemeenten worstelen met de uitvoering van de preventieve zorg: geen enkele gemeente die die vijf taken op dat terrein nu al goed heeft geregeld of ingevuld. Dus wat doen wij? Ze daarbij helpen.'
Ellende
Esmeijer is best bereid jeugdzorgtaken op termijn door te schuiven naar de gemeenten, maar alleen aan de gemeenten die dat aankunnen. De vier grote steden in Gelderland - Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn en Ede - komen er waarschijnlijk het eerst voor in aanmerking. 'En dan een hele tijd niks', zegt de gedeputeerde. 'Ik voorspel een hoop ellende als de jeugdzorg te snel naar de gemeenten gaat, vooral voor de kinderen. Als provincie leggen we er nu al ruim vier miljoen euro per jaar eigen geld bij om de wachtlijsten weg te werken. Dat zie ik gemeenten niet snel doen, omdat ze het geld er niet voor hebben. Bovendien vrees ik voor de samenwerking met justitie. Die wil niet met 443 gemeenten om tafel in plaats van met twaalf provincies nu.'
Esmeijer is het met Lodders eens dat sociaal beleid een zaak is van gemeenten. 'Maar', zegt hij, 'de organisatie van de tweedelijns ondersteuning past bij de provincies. Voor die procesondersteunende rol is destijds bewust gekozen. Lodders is in die zin te kort in haar advies. Dat had haar tweede alinea moeten zijn. Wij houden vast aan die rol omdat we een script hebben: het bestrijden van het tekort aan sociale samenhang in de samenleving'. Volgens Esmeijer zijn investeringen in woningen en woonomgeving niet voldoende om sociale samenhang te bereiken. Dergelijke investeringen in de fysieke infrastructuur moeten hand in hand gaan met investeringen op het sociale vlak.
Alleen dan is er volgens hem blijvende verbetering te verwachten. In het provinciehuis is men zich er van bewust dat Gelderland de taakinvulling op sociaal terrein breder interpreteert dan de strikt wettelijke opdracht. Dat heeft volgens Esmeijer alles met democratie te maken: 'Belangrijke sociale problemen op Gelders grondgebied komen uiteraard op de politieke agenda. Via verkiezingen en de daaropvolgende onderhandelingen is zo het coalitieakkoord tot stand gekomen. Dat is de legitimatie voor ons sociale beleid.' Esmeijer: 'Daarbij geldt dat we niet moeten overdrijven, ons niet opdringen. Maar wat je de Vereniging van Nederlandse Gemeenten nooit hoort zeggen is dat de gemeenten om onze hulp vragen. Er is nog niet één gemeente geweest die hier heeft gezegd: "Provincie, bemoei je er niet mee!" Op veel terreinen vragen ze ons expliciet alsjeblieft de regie te voeren. Ja, ook op het terrein van de daklozenopvang. Dan redden ze het niet en vragen ze ons om hulp.'
De provinciale investeringen in het sociale domein vinden volgens hem plaats in overleg met de gemeenten. 'Wij zijn partner als gemeenten de samenwerking en de vergadertafel zoeken. Wij leggen niets op. We zetten voor en laten de gemeenten scoren. Wij scoren niet zelf, daardoor komen we als provincies ook zelden in beeld. Dat is ons lot. Nee, dat is niet erg. Als de problemen maar worden opgelost. Daar ben je als medeoverheid voor.'
Hulp aan daklozen en dikkerds
De provincie Gelderland is van plan tot 2012 jaarlijks ruim twintig miljoen euro in de sociale beleidsterreinen te steken. Zo wil de provincie in meerdere gemeenten het project B-Fit introduceren, om het overgewicht onder kinderen en jongeren aan te pakken door lesprogramma's aan te bieden met daarin aandacht voor gezonde voeding en voldoende beweging. De zorg voor daklozen blijft de komende jaren onverkort op de provinciale agenda staan.
De nadruk zal liggen op het voorkomen van dakloosheid, bijvoorbeeld door schuldhulpverlening. Maar ook in het einde van de keten, de terugkeer van daklozen in de samenleving, wordt provinciaal geld gestoken. Het gaat dan om huisvesting, werk of dagbesteding. Gelderland denkt concreet aan het - met partners - opzetten van zogenaamde sociale pensions. Vanaf volgend jaar komt er een op verzoek van de gemeenten door de provincie ontwikkeld en betaald systeem voor de registratie van daklozen in alle centrumgemeenten. De bedoeling daarvan is dat er een betrouwbaar inzicht komt in aantallen en in de beschikbare opvang en hulp.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.