Advertentie
sociaal / Achtergrond

Donkere jongens met capuchons

Enkele ernstige incidenten in Roermond waren voor lokale politici de druppel die de emmer deed overlopen. Alleen harde repressie kon de stad nog redden van de Marokkaanse 'straatterreur'. Maar heeft de stad wel een Marokkanenprobleem?

02 april 2010

‘Marokkaanse jongeren zijn een product geworden. Ze brengen geld op. Als je zegt dat je problemen hebt met Marokkaanse jongeren, krijg je subsidie.’ Khalid Ramdani neemt een slok van zijn koffie en vraagt of de Turkse muziek wat zachter kan. Plaats van handeling: een cafetaria in het winkelcentrum in de Roermondse probleemwijk Donderberg. Ramdani is reïntegratieconsulent en raadslid in Roermond, een stad waar Marokkaanse jongeren kort geleden nog de wielen van een politieauto schroefden en waar raadsleden roepen dat het ‘5 voor 12’ is. De overlast van Marokkaanse jeugd leidde eind vorig jaar tot Kamervragen.

 

Het Praktijkteam overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongeren kwam in actie - na Culemborg was Roermond de tweede gemeente die deze eer te beurt viel. De dag voor het gesprek met Ramdani dient Roermond bij het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) een subsidieaanvraag in voor 2 miljoen euro - te verdubbelen door de gemeente - om de leefbaarheid in Donderberg te verbeteren.

 

Ramdani, voormalig PvdA’er en nu lid van de Partij voor de Eenheid: ‘Jarenlang zijn alle allochtonen van Roermond hier op de Donderberg gedumpt. Nooit is er wat aan de wijk gedaan. Nu zijn er wat incidenten geweest en ineens willen ze geld om de wijk op te knappen.’

 

‘Natuurlijk zijn er Marokkaanse jongeren die overlast veroorzaken’, erkent Ramdani. ‘Maar het gevolg is wel dat de hele groep is gestigmatiseerd. Ze krijgen zóveel klappen. Geen opleiding, geen werk, soms zelfs geen uitkering. Ze vallen uit in het onderwijs, omdát ze geen stageplek vinden. Uitzendbureaus schrijven hen niet meer in. Gemeenten krijgen hen niet meer aan het loket. Die jongens moeten allereerst worden geschoold. Stop dat geld wat nu uit Den Haag komt deze keer ook eens echt in deze jongeren!’

 

Hangjeugd

 

VVD-raadslid Bert Achten bond eind vorig jaar de kat de bel aan. ‘Ik heb na die vernieling van een politieauto gezegd dat het 5 voor 12 is. Het vertrouwen in het gezag neemt zienderogen af. De burgemeester sprak van straatterreur, al ontkende hij dat later.’ Hoe dan ook, Roermond maakte ineens deel uit van het illustere rijtje Gouda, Culemborg en het Utrechtse Kanaleneiland. Nu de stofwolken zijn neergedaald spreekt Achten liever van ‘overlastgevende hangjeugd’.

 

De mensen zijn het ‘spuugzat, de vernielingen, het schelden, het intimideren’. Maar, zo voegt hij er aan toe: ‘Het is hier geen Gouda.’ Of Roermond een Marokkanenprobleem heeft? Burgemeester Henk van Beers (CDA) denkt even na. ‘We hebben een jeugdprobleem waarbij Marokkanen een opvallende rol spelen.’ Vorig jaar doorliepen 31 personen een traject bij het Veiligheidshuis, onder wie veertien autochtonen, zes Marokkanen en vier Antillianen, vertelt coördinator Pieter van der Heul.

 

Hoe kan het toch dat Marokkanen zo prominent figureren in de misdaadstatistieken? Van Beers weet het ook niet goed. ‘Ze hebben eerder de neiging om te zeggen: wij worden niet voor vol aangezien, wij krijgen altijd de klappen. Tijl Uilenspiegel zei: “Ik krijg altijd op mijn donder, maar ik maak het er ook naar.” Dat laatste zeggen de Marokkanen er nooit bij. Ik denk dat zij elkaar daar eens wat meer op moeten aanspreken. Maar ik worstel wel met de vraag hoe komt. Daarom ga ik dit jaar naar Marokko op vakantie. Vorig jaar was ik in Turkije. Ik wil wel eens zien of er verschil is tussen de doorsnee-Turk en de doorsnee- Marokkaan.’

 

Van Beers verhaalt hoe hij de ouders van twee Marokkaanse raddraaiers op bezoek had. ‘Ze spraken me verwijtend aan: “U bent toch burgemeester? U bent op straat onze vader! Ú moet optreden! Wij doen het thuis wel.”’ Eind vorig jaar zat de gemeente ‘met de handen in het haar’, biecht Van Beers op. Als de jeugd politieauto’s begint te slopen, is er een grens overschreden. ‘We vroegen ons af hoe anderen dit aanpakken. En dus belden we Binnenlandse Zaken en nodigden onszelf uit.’

 

‘Het ministerie attendeerde ons meteen op de extra subsidiemogelijkheden’, vult René Mahieu, ambtenaar voor veiligheid en wijkontwikkeling, aan. Van Beers: ‘In het verleden voerden we een zeer stringent veiligheidsbeleid, maar het had ook veel weg van pupillenvoetbal. Als er wat gebeurde, vlogen we er allemaal op af en als het niet voor 100 procent lukte, waren het bestuur, de politie en OM snel geneigd elkaar de schuld te geven.’

 

Na een kritische analyse door het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement in 2008 is de ketensamenwerking verbeterd. Het grootste probleem in Donderberg is het gebrek aan sociale cohesie, schetsen de heren. Eerder die dag, op bezoek bij Wonen Zuid, de grootste woningcorporatie in Donderberg, constateerden directeur Mark Schroten en rayonmanager Wilfried Stribos dat ook al. Van Beers: ‘Het hangt als los zand aan elkaar. Criminaliteit, drugskoeriers, lage inkomens, veel werkloosheid, goedkope huurwoningen, veel verloop. En veel jongeren met problemen met daginvulling.’

 

Spreiden

 

In winkelcentrum Donderberg hangt een groepje Marokkaanse jongens rond. ‘Er is niks te doen hier. Ze zouden een voetbalveldje moeten aanleggen, of het jongerencentrum langer open moeten houden of zo’, zegt Rachid Sanan. Overlast veroorzaken ze niet, verzekert Yassin Haddou. ‘We staan hier gewoon. Andere jongens geven wel last, dat klopt. Toch controleert de politie ons groepje ook doorlopend. De politie haat de mensen van de Donderberg.’

 

Iets verderop wat oudere jongens die minder toeschietelijk ogen. ‘Als híj een tasje rooft, zeggen ze toch: die Marokkaan heeft het gedaan. Maar hij is Túrk!’, zegt een Marokkaanse jongen, wijzend naar een onder een capuchon verscholen jongen. Cumbo is Turks-Koerdisch, Woerya Antilliaan. Werk hebben ze niet. ‘Vind maar eens een baan als allochtoon met een strafblad. Maar geef ons allemaal 2000 euro in de maand en er gebeurt hier nooit meer iets.' Roy, Surinamer: ‘Mij noemen ze geen Marokkaan, mij noemen ze neger.’

 

Binnen, in het winkelcentrum, zit een wat oudere dame aan de koffie. ‘Nu valt het wel mee met de overlast hier’, zegt ze. ‘Maar in de zomer, dan komen al die zwarten.’ Roermond telt 55 duizend inwoners en 110 nationaliteiten. ‘En die hebben we allemaal bij elkaar gestopt in één wijk’, foetert Dré Peters, fractievoorzitter van de VVD, met elf zetels de grootste partij in de raad.

 

Peters geldt als de nestor van de Roermondse politiek. Van een Marokkanenprobleem wil hij niet weten. ‘Kom nou..! We moeten niet overdrijven. Het probleem is dat we in Nederland alle allochtonen bij elkaar ploffen in één wijk. Woonwagenkampen zijn juist opgedoekt. Wat is het verschil? Dit lossen we niet op met straatcoaches. We moeten de allochtonen spreiden over het land, dat roep ik al 20 jaar. Bouw goedkope huizen in dorpen. Waarom moeten steden alle problemen oplossen?’

 

Volgens Peters, uitgever van huis-aan-huisblad De Trompetter, is het allemaal niet zo moeilijk. Een klein deel van de Marokkanen deugt niet, die moeten hard worden aangepakt. ‘Strenger straffen! Ik kreeg vroeger voor het jatten van een appel meer straf dan ze nu krijgen voor een inbraak. Ik ben erevoorzitter van een voetbalclub met 30 procent allochtone leden. Ik zeg je: 6 weken schorsing wegens het beledigen van een scheidsrechter weegt voor zo’n Marokkaans jochie zwaarder dan 2 weken taakstraf in een bejaardenhuis. 6 weken niet voetballen en hij doet het geen tweede keer.’

 

Marokkaanse jongeren, zegt deze VVD’er, worden ‘gestigmatiseerd’. ‘Die jongens horen er niet bij. Het overkwam mij vroeger als volkse jongen ook. Die jongeren schreeuwen gewoon wat harder om gezien te worden. Ze willen erkenning, ze willen de bink zijn.’

 

In Jongerencentrum Gotcha tegenover het winkelcentrum is het nog stil, zo vroeg op de middag. ‘Het gros van de jongeren dat hier komt, gaat gewoon naar school. Er zitten ook hbo’ers tussen. Daar is niets mis mee’, zegt jongerenwerkster Chajmaa Bellakhal. Er is echter ook een aantal jongeren waar teammanager Johan Cortooms zich wel degelijk zorgen over maakt. Weliswaar zijn het er niet meer dan een stuk of tien, ‘maar als we met z’n allen niets doen, krijgen we te maken met aanstormend crimineel talent’.

 

Gedeisd

 

Het grootste probleem is het gebrek aan communicatie. En dat mogen de wijkbewoners zich óók aantrekken, vinden de jongerenwerkers. Bellakhal, zelf Marokkaanse: ‘Buurtbewoners moeten weerbaarder worden, zodat er een normaal contact met de jongeren komt. We moeten ook in de ouderen investeren.’ Ze vertelt over een straattaalquiz die de jongeren zelf organiseerden. Flyers, koffie, vlaai, een heuse beker voor de winnaar. ‘Er kwamen drie bewoners…’

 

Voor de deur van Gotcha slenteren de broertjes Roy en Davy Balendonk en Dyllan Pinedo. Klassieke hangjeugd: wijde broeken, petjes, blikje Red Bull en chillen maar. ‘Weet je, dan staan we ergens voor het eerst, roept zo’n bewoner dat we er al duizend keer staan. Dán gaan we wat uitdagen, ja’, vertelt Roy (21). ‘Wij zijn geen bedreiging. We hebben behoefte aan een chillplek, dat is alles. Wij voelen ons juist bedreigd door de politie’, stelt Antilliaanse Dyllan (17). Roy: ‘Dan zeggen die agenten: de beste plaats om te chillen is op de hei. Overal worden we weggejaagd.’

 

Als iemand in het oog van de Roermondse orkaan zit, is het wel Berry van der Donk. De rondborstige Brabander is eigenaar van de Plusmarkt in het winkelcentrum Donderberg. En hij spreekt duidelijke taal. ‘We hebben tienduizend bezoekers per week. En vrijwel geen incidenten. Als je een paar kloothommels onder hun kloten schopt, is het opgelost. Als er zo’n groepje kutmarokkaantjes staat, zet ik degene met de grootste bek voor lul. Die houdt zich dan voortaan gedeisd. Klaar.’

 

De terugkeer van de oude vertrouwde wijkagent en een doortastender optreden van Justitie, dat scheelt al een hoop, vindt de middenstander. ‘Ik maakte het mee dat ik aangifte deed wegens diefstal en dat de dader eerder terug was in de winkel dan ik. Zet een streep door het welzijnswerk, haal voor dat geld Bromsnor terug, en zorg dat die ook blíjft. Nu vertrekt zo’n wijkagent als hij elders 100 euro meer kan verdienen.’

 

Op het plaatselijke politiebureau luistert chef basiseenheid Paul de Rooij aandachtig naar onze ervaringen. ‘Ik zeg niet dat wij hier geen probleem hebben. Maar we hebben het onder controle, voor zover je het onder controle kunt hebben’, constateert hij. De Rooij is de enige gesprekspartner die de vraag of Roermond een Marokkanenprobleem heeft, bevestigend beantwoord. ‘Maar het zijn niet alléén Marokkanen’, zoekt de politiechef de nuance. ‘Al hebben we wel veel Marokkaanse Nederlanders en Nederlandse Marokkanen op de korrel voor overlast.’

 

Die Marokkaanse jongens, vertelt De Rooij, voelen zich sterk als ze in een groep opereren. ‘Ze zijn heel uitdagend tegenover burgers en de overheid. Héél zuigend, provocerend, en soms kun je er net niks mee doen.’ ‘Verbinding maken met die gasten’, daar draait het volgens De Rooij vooral om. En daar kan de Roermondse politie - vrijwel allemaal autochtone Nederlanders - wel wat hulp bij gebruiken, erkent de chef.

 

Het LECD (Landelijk Expertisecentrum Diversiteit van de politie) helpt de Roermondse politie momenteel met een ‘bejegeningsprofiel’. Hoe de politie weet dat het om Marokkaanse jongens gaat? ‘Etniciteit registreren we niet. Maar we hebben foto’s, daar kun je het aan zien’, zegt De Rooij. ‘Dan is het niet altijd meteen duidelijk of het een Marokkaan of een Turk is, maar de collega’s hier op straat weten het wel.’

 

Toch vertellen wijkagenten de politieleiding dat ze het contact met die jongeren verliezen. De Rooij: ‘Ze zeggen: die jongens waar we de afgelopen jaren van alles mee hebben gedaan, wenden zich toch van ons af. Er is een verharding gaande.’ Dat de politie ‘van alles heeft gedaan’ staat volgens De Rooij wel vast.

 

In april 2008 organiseerde het korps zelfs een disco-avond. ‘Voor multiculti jongeren tot 23 jaar die het moeilijk hebben om te gaan stappen, vooral Marokkanen, ook wat Turken’, herinnert wijkagent Jan Weterings zich. ‘We hadden Gregor Salto, Party Squad, echt grote namen. We rekenden op vijftienhonderd man, er kwamen er nog geen tweehonderd. Die jongeren geloofden gewoonweg niet dat dit soort toppers naar de Donderberg zouden komen.’

 

Warriors

 

De schemering valt. Wijkagenten Wim Nakken en Ralph Strijbos sturen hun patrouillebus door de natte straten van de Donderberg. Achter het winkelcentrum stoppen ze even en draaien het raampje open. Een Marokkaans jochie met een grote wintermuts stapt op de treeplank. ‘Hé, Jamal, hoe gaat het?’, vragen de agenten. ‘Jij weet wat “een o.v. knallen” betekent, hè?’ Jamal legt het uit: ‘Dat is dat je met een pistool naar een winkel gaat en geld vraagt.’ Een overval plegen dus. Jamal kan het weten, leggen de agenten later uit, het jochie is laatst gepakt, omdat hij op de uitkijk stond bij een overval. ‘Al die gastjes hier, die willen allemaal de mooie jongen uithangen, dure schoenen, mooie kleding, en daar hebben ze geld voor nodig.’

 

Toch is er in de Donderberg vooral sprake van een ‘straatprobleem, meer dan van een Marokkanenprobleem’, vinden de agenten. ‘Het speelt ook onder Bosniërs, Somaliers, Turken en Antillianen. Maar Marokkanen maken er wel een significant deel van uit, dat is waar. Die groepen noemen zichzelf de Donderberg Warriors of de Hyena’s. Het gaat om de rapcultuur. Die rappers hebben het voortdurend over inbreken, overvallen en wijven pakken. Daar komt frustratie en verveling bij en dat gaat borrelen. Dát is het probleem, hier en in Culemborg en in Gouda’, analyseert Strijbos.

 

De agenten parkeren bij een ‘inlooppunt’, waar straatcoach Esther Eikelenstam en wijkcoördinator Maria Pastwa zijn. ‘We hebben hier te maken met jeugdoverlast’, betogen ze. ‘Afval, vernielingen, winkeldiefstal, een verstoorde relatie met wijkbewoners, en dan lijkt het al snel heel wat’, aldus de straatcoach. In de Donderberg is het grootste probleem de armoede, financieel maar ook sociaal, vertellen de dames. De mensen kennen elkaar amper. ‘En dus hebben ze het niet over Achmed uit de Plutostraat maar over zo’n donkere jongen met een capuchon.’

 

Roermond 

 

  • 55 duizend inwoners

     

  • 110 nationaliteiten

     

  • 74% autochtonen

     

  • 12% westerse allochtonen

     

  • 4% Turken

     

  • 4% Marokkanen

     

  • 1% Antillianen/Arubanen

     

  • 5% overige niet-westerse allochtonen

     

Op de jaarlijkse Misdaadmeter van het AD prijkt Roermond in 2007 op de derde plaats, na Eindhoven en Rotterdam. In 2008 was Roermond negende. De aangiftecijfers van vijf door het COT onderzochte delicten lieten in de periode 2003-2007 een toename zien, met uitzondering van autoinbraken (-42,7%).

 

De stijgers: bedreiging (+22%), woninginbraak (+8,9%), mishandeling (+7,4%) en straatroof (+6,6%), precies de ‘kerndelicten die de jeugd plegen’, aldus Roermond in een brief aan de inmiddels afgetreden minister Van der Laan. Een groep oudere jongens pleegde gewapende overvallen in heel Limburg en Noord-Brabant. Negentien man werden gepakt; zestien van hen kwamen uit de wijk Donderberg.

 

Sjors van Beek en Barry van Heijningen

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie