Advertentie
sociaal / Column

En de rest is uitvoering….

De nieuwe #jeugdwet is aangenomen, een mijlpaal, betoogt Erik Gerritsen. Maar het wordt plas historisch als de wet zorgvuldig wordt ingevoerd.

21 oktober 2013

Het project dat ooit met een kamerbreed gesteund rapport van een parlementaire werkgroep begon bereikte vorige week een belangrijke mijlpaal. De nieuwe jeugdwet werd, vergezeld door vele moties en amendementen, met grote meerderheid van stemmen aangenomen in de Tweede Kamer.

Met het afhaken van de PVV en de SP kwam wel een einde aan de historische consensus ten tijde van de parlementaire werkgroep toekomstverkenning jeugdzorg. Vreemd, omdat de nieuwe jeugdwet een vrij consistente vertaling is van de aanbevelingen van de parlementaire werkgroep. Jammer, omdat een zeer complexe en fundamentele hervorming als de transitie en transformatie jeugdzorg nog wel even baat heeft bij een maximaal breed politiek draagvlak.

Gezien de grote politieke meerderheid is de kans klein dat de jeugdwet alsnog inhoudelijk strandt in de Eerste Kamer. Ook de strakke planning van de Eerste Kamer duidt op het vaste voornemen om de wetsbehandeling tijdig af te ronden, zodat plaatsing in het Staatsblad per 1-1-2014 gerealiseerd kan worden. Alle wettelijke seinen voor invoering per 1-1-2015 lijken dus op groen te staan. Wat rest is de zorgvuldige uitvoering.

Een zorgvuldige uitvoering die zeer geholpen zou zijn bij het voluit meewerken van de JGGZ sector en de zorgverzekeraars. De felle lobby die gevoerd werd tegen de transitie was uiteraard volstrekt legitiem, maar heeft ook de voorbereiding op het toekomstige opdrachtgeverschap van gemeenten vertraagd, terwijl de voorbereidingstijd al erg kort is. Het is de hoogste tijd dat de sector zich neerlegt bij de politieke feiten, de strijdbijl begraaft en voluit mee gaat werken aan bijvoorbeeld het verstrekken van de noodzakelijke informatie aan gemeenten. Ik roep de JGGZ dan ook op om keihard te gaan meewerken aan het bewijzen van hun eigen ongelijk.

Een zorgvuldige uitvoering is ook zeer geholpen bij uitvoerbare regelgeving. In dat verband is het heel goed nieuws dat het amendement Bisschop met betrekking tot het schrappen van de maatregel verplichte opgroeiondersteuning uit het Burgerlijk Wetboek door de Tweede Kamer is aangenomen. Daarmee is voorkomen dat gemeenten worden opgezadeld met een overbodige, dure en dwangmaatregelen opstuwende maatregel (zie mijn vorige column). Ook het aangenomen amendement Voordewind/Ypma over het verplichte familiegroepsplan is in dit verband een grote verbetering ten opzichte van het wetsvoorstel zoals dat nu nog voor ligt in de Eerste Kamer (zie mijn vorige column). De wettelijke verplichting is uitgebreid naar het vrijwillige (drang) kader, is gestript van bureaucratiserende termijnen en laat ruimte voor beargumenteerde uitzonderingen.

De wettelijke verplichting tot het ruimte bieden voor het opstellen van een familiegroepsplan aan gezinnen waar de veilige ontwikkeling van kinderen in het geding is, beschouw ik overigens als meer dan een belangrijke mijlpaal. Hier is echt sprake van een historische canonwaardige gebeurtenis. Het recht op het opstellen van een eigen plan wordt wettelijk verankerd. De cultuurverandering in de jeugdzorg is weliswaar op gang aan het komen (in de Stadsregio Amsterdam worden bijvoorbeeld al ruim 800 Eigen Kracht Conferenties per jaar georganiseerd en vormt het familienetwerkberaad vast onderdeel van de methodiek), maar in dit geval is een wettelijke wind in de rug geen overbodige luxe.

Tot slot is een zorgvuldige uitvoering geholpen bij een zorgvuldige uitvoering. Daarover bestaan nog grote zorgen. Uit de Regionale Transitiearrangementen die op 31 oktober gereed zullen komen zal blijken dat niet voldaan is aan de eisen van continuïteit van zorg, continuïteit van zorginfrastructuur en maximale beperking van frictiekosten. In eerdere columns heb ik aangegeven dat er oplossingen zijn om die zorgen weg te nemen, maar vooralsnog zie ik weinig beweging bij de betrokken overheden om die oplossingen gewoon over te nemen. Men laat zich gijzelen door de inherente onzekerheden die het budgettaire leven nu eenmaal  met zich meebrengt en legt daarmee een grote hypotheek op een zorgvuldige invoering en uitvoering van de wet.

Vandaar dat ik de aanname van de nieuwe jeugdwet door de Tweede Kamer als een belangrijke mijlpaal beschouw, maar niet als historische gebeurtenis. Historisch is het pas als het daadwerkelijk en zorgvuldig gebeurt. Daarvoor moet nog het nodige huiswerk gedaan worden en de tijd dringt.

Erik Gerritsen 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

mechtild rietveld / bestuurssecretaris
Ik werk bij zo'n GGZ/jeugdzorg-organisatie en weet dat veel van onze ggz-collega's inderdaad veel tegendruk tegen de transitie (beter: transformatie) hebben uitgeoefend. De zorgverzekeraars idem dito. Deze zijn nu het verzekerde pakket voor jeugdigen aan het uithollen. Zodoende blijft er te weinig jeugdggz-geld over in 2015 om te transitioneren. En ze maken het de zorgvernieuwers die al werken zoals de Jeugdwet wil en zoals gemeenten het willen (integraal, eigen kracht etc.) nu wel erg zuur. Wij zitten met achterstallige betalingen door zorgverzekeraars voor zorg die allang is geleverd, waardoor we ernstig in de problemen dreigen te komen. Met 'een pistool op de borst' worden ouders gedwongen om inzage te geven in hun medisch dossier op straffe van niet-vergoeding van de zorg. Ook wij worden gedwongen onze geheimhoudingplicht te doorbreken op straffe van niet betalen. Op zich snap ik de zorgverzekeraars wel: zo'n nieuweling en dan nog die 'rare' ggz, en ze hebben als taak de kosten omlaag te dringen. Dus wat is makkelijker dan nieuwe zorgaanbieders die niet in de hokjes passen aan te pakken. Zijn we die alvast kwijt tegen de tijd dat de transitie een feit is. Dan gaat het wel om zorg voor bij ons jaarljks zo'n 10.000 gezinnen/jeugdigen. We hebben niks te verbergen en geven alle info die ze vragen, maar dus niet de persoonlijke dossiers van (kwetsbare) mensen/gezinnen die meestal aan de onderkant van onze maatschappij zitten, veel moeite hebben met opvoeden, kinderen, schulden etc. We staan voor ons werk, onze aanpak en we hopen dus te 'overleven' zodat we in 2015 goed aan de slag kunnen met hopelijk financiers (gemeenten) die meer gevoel voor hun burgers hebben en meer verstand van goede jeugdzorg. Kom anders naar onze Open Dag die we woensdag a.s. hebben op de vestiging in Amsterdam, Houtmankade 332. Tussen 15:00-17:30 uur.

Mechtild Rietveld
Menno Oosterhoff / kinderpsychiater- een van initiatiefnemers petitiejeugdggz
Al twee jaar voordat er een wet was aangenomen is op basis van een verslag van een parlementaire werkgroep gedaan alsof dat wel zo was. Wie het verslag van die parlementaire werkgroep leest ziet dat er geen enkel zicht is geweest op wat jeugd-GGZ inhoudt. Sowieso vind ik het rapport weinig wetenschappelijk en is er ook geen enkele onderbouwing dat de gesignaleerde problematiek door de voorgestelde maatregelen opgelost wordt.Kwalijk vind ik dat ert oen al gedaan is of er al een wet aangenomen was.Iedereen ging al heel hard aan het werk , want dit zou het probleem eindelijk oplossen. Als je dat niet gelooft werk je niet mee. Dhr. Gerritsen is nog wel zo vriendelijk aan te geven dat dat legitiem was,maar nu moet het een keer ophouden. Toch zou ik graag zien dat de eerste kamer de wet nog behandeld. Ik houd er natuurlijk ernstig rekening dat de wet ook de eerste kamer zal passeren, maar toch wil ik dat eerst ervaren. Noem het koppigheid, noem het je ogen sluiten voor de werkelijkheid of noem het blijven strijden tot het eind omdat je oprecht meent dat deze wet meer problemen gaat creeren dan oplossen.

Wat ik soms zie aankomen is dat er nu al een beweging gemaakt wordt om tegenstanders van deze wet aansprakelijk te gaan stellen voor het mislukken ervan. Omdat de jeugd-GGZ niet mee werkt gaat het niet. Een dergelijke voorstelling vind ik onjuist. Ten eerste is het nog geen wet en is het volstrekt toelaatbaar er niet enthiousiast over te zijn en te hopen dat de eerste kamer zich wel iets aantrekt van de mening van het hele veld en alle betrokken organisaties. Ten tweede dien je in je plannen ook mee te nemen of ergens draagvlak voor is.

Als laatste wil ik noemen dat de wet door de 2de kamer aangenomen is terwijl er nog heel veel onduidelijk is. Waar moeten we het vertrouwen wat van ons gevraagd wordt op baseren? Niet op een pilot, want die is niet gedaan. Niet op de solide transitiearrangementen, want die zijn er nog niet. Op de grote eerdere successen van de overheid bij dergelijke grote projecten?



Als de wet een wet is dan zal ik mijn best doen er voor kinderen en ouders met psychische problematiek het beste van te maken. Zoals ik dat nu ook doe door toch nog de strohalm die er is, de eerste kamer, aan te grijpen.

Vragen alle voorstanders zich wel eens af hoe het zou komen dat de jeugd_GGZ zo unaniem is in haar oordeel over deze wet en zo hard probeert dit te keren? Zou er wellicht ook iets kunnen kloppen van onze zorgen?





Maar goed. Historisch wordt het zeker. Een historische mijlpaal of een historische vergissing.





Wim Heitinga / Externe relaties
Een analyse waar ik helemaal mee kan instemmen. Bedankt Erik, dat je als loodsbootje meevaart en dat je regelmatig reflecteert op de ontwikkelingen!
Advertentie