Bezuiniging op Participatiewet funest gebleken
De Participatiewet moet worden aangepast en er moet geld bij. Dat stellen gemeenten, bonden en VGN in een reactie op de vernietigende evaluatie van de Participatiewet door het SCP.
De bezuinigingen die tegelijkertijd met de invoering van de Participatiewet zijn doorgevoerd, hebben verkeerd uitgepakt. De wet moet worden aangepast en er moet geld bij. ‘Het is wensdenken gebleken om met fors minder geld meer mensen met een arbeidsbeperking duurzaam een betaalde baan te bieden.’
Arbeidsmarktkansen
Dat stelt Cedris-voorzitter Job Cohen in een reactie op de uiterst kritische eindevaluatie van de Participatiewet door het SCP. Er zijn aanpassingen nodig om de arbeidsmarktkansen van de meest kwetsbare groepen te vergroten, stellen Cedris, VNG, Divosa, de G4 en de G40 in een gezamenlijke brief aan verantwoordelijk staatsecretaris Tamara van Ark (SZW). Geef gemeenten meer regie en verbeter de Participatiewet, is de kern van de gezamenlijke boodschap. Van Ark komt later deze week met een reactie op de eindevaluatie van de Participatiewet, als ook de evaluaties over de banenafspraak en beschut werk naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
Zonder resultaat
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) vindt het kwalijk dat de inkomenspositie van jonggehandicapten met een baan achteruit is gegaan, zoals het SCP constateert. Daarnaast is het overduidelijk dat het doel om één regeling te realiseren aan de onderkant van de arbeidsmarkt niet is gehaald. Er is volgens VGN een investering nodig in een integrale aanpak op de levensdomeinen wonen, leren en werken. CNV stelt in een reactie dat de participatiewet ‘totaal mislukt is’. ‘De arbeidsmarkt is voor een kwetsbare groep overhoopgehaald zonder enig resultaat. Er is een grondige herziening van de wet nodig.’ De FNV roept het kabinet op om het beleid bij de stellen en daar extra middelen voor uit te trekken.
Te weinig geld
De huidige financiële middelen van het rijk zijn onvoldoende om alle ambities van gemeenten waar te maken, stellen Cedris, Divosa, VNG, de G4 en de G40. ‘De Participatiewet is in de praktijk een wet die voornamelijk voorziet in inkomen’, aldus de vijf in hun brief aan Van Ark. Als gevolg van ‘voortgaande en voortdurende bezuinigingen op re-integratiemiddelen worden gemeenten niet in staat gesteld de participatiegedachte voor de gehele doelgroep in de praktijk te realiseren’, aldus de brief van vijf.
Nauwelijks ruimte
Op de middelen voor re-integratie is de afgelopen jaren meer dan een miljard bezuinigd, brengen de vijf in herinnering. Het re-integratiebudget is vanaf 2010 per uitkeringsgerechtigde gedaald van 4.500 naar 1.500 euro. ‘Dat betekent in de praktijk dat gemeenten nog maar een derde deel van de uitkeringsgerechtigden kunnen ondersteunen, waardoor de verschillende doelgroepen binnen de Participatiewet nu met elkaar moeten concurreren om ondersteuning’, aldus Divosa. Door de grote tekorten in het sociaal hebben gemeenten nauwelijks ruimte om zelf extra te investeren.
Eén regeling
Cedris, Divosa, VNG, de G4 en de G40 hebben drie verbetervoorstellen voor Van Ark. Er moet ten eerste worden toegewerkt naar één regeling voor de basis van de arbeidsmarkt en bestaanszekerheid. Het systeem van werk en inkomen is veel te complex geworden. ‘Zorg er allereerst voor dat werken altijd loont, neem hobbels en schotten tussen regelingen weg en geef gemeenten ruimte voor maatwerk en regie’, aldus de VNG.
Anticyclisch arbeidsmarktbeleid
De vijf pleiten daarnaast voor een anticyclisch arbeidsmarktbeleid en de financiering daarvan. Door de zogeheten ‘trap op-trap af’ systematiek in het gemeentefonds beweegt het budget voor activering en begeleiding mee met de economie. Als het rijk meer uitgeeft, krijgen gemeenten ook meer geld. Blijft er rijksgeld op de plank liggen, dalen de budgetten die vanuit het rijk naar gemeenten gaan. ‘Het gevolg van het huidige beleid ten tijde van laagconjunctuur is dat we onvoldoende kunnen investeren in mensen. Mensen blijven te lang zonder begeleiding op de bank zitten en de gemiddelde arbeidsfitheid van deze mensen neemt af. Als het economisch weer beter gaat, is de afstand tot de arbeidsmarkt voor velen te groot om te overbruggen.’ Tot slot moet worden gezorgd voor een betere samenhang tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
"Goedkoopst is: inkomen verstrekken en verder met rust laten en zorgen dat werken echt loont. "
En dan ook vervolgens als tegenprestatie met behoud van uitkering werken. Bijv. in de Arbeidsmatige Dagbesteding, vrijwilligerswerk, of andere vormen van onbetaalde arbeid.
Vrijwilligerswerk alleen op echt vrijwillige basis.
Nu al wordt veel, vroeger betaald, (volwaardig) werk in m.n. de dienstverlening verschoven naar projecten voor "tegenprestatieplichtige vrijwilligers" en daarmee meteen een (in)directe bezuiniging voor m.n. gemeenten (van t.l.v. loonkosten naar t.l.v. Pw-budget).
Maak er dan tenminste een echte baan van (want het is ook echt werk) met volwaardige arbeidsvoorwaarden i.p.v. deze middelen, m.i. zeer dubieus, rond te pompen.
Wat ik in het hele verhaal mis is de rol van de werkgevers.
Wat doen werkgevers aan 'pull-beleid' om deze mensen met een arbeidsbeperking duurzaam werk te bieden?
Waar blijft hun maatschappelijke verantwoordelijkheid?
Wordt het niet eens tijd voor een 'Participatie Meter' om de kwantiteit en de kwaliteit van beschermde werkplekken bij werkgevers in de (semi-)publieke en de private sector de maat te nemen?
Maak om te beginnen een 'Participatie-paragraaf' wettelijk verplicht in de jaarverslagen. Met daarbij direct een AMVB met heldere richtlijnen (géén aanbevelingen!) voor de inhoud van die paragraaf.
Stel een jaarlijks Participatie Top10 samen, met prijzen voor de Top3.
Leg - overeenkomstig de AVG - de verantwoordelijkheid voor de uitvoering op bestuursniveau (RvB, PS, B&W, etc.).
Stel - overeenkomstig de AVG - zo nodig een onafhankelijke 'Functionaris Participatie' wettelijk verplicht, die niet alleen nadere kaders voor uitvoering stelt maar deze ook controleert en daarover rapporteert.
Zomaar 3 maatregelen die nauwelijks iets hoeven te kosten, in tegenstelling tot het huidige subsidiecircus.
Goedwillende werkgevers hoeven alleen maar geholpen te worden met het vinden van de weg naar de juiste loketten.
Minder goedwillenden krijgen wat meer aandacht en een wat strikter regime. Zoals niet nader te noemen bedrijven die betrokken (schijnen te) zijn bij frauduleuze praktijken of die met belastinggeld overeind gehouden moeten worden.
De simpelste oplossing is meestal de beste, óók in het bestuursrecht.