Advertentie
sociaal / Column

Benefit Corporations

Ga niet weer een extra figuur of loket in het leven roepen zoals een ‘generalist’, een ‘sociale huisarts’ of een ‘buurtteam’. Is al zo vaak geprobeerd. Weggegooid geld.

16 januari 2013

In Amerika heb je Benefit Corporations. Dat zijn ondernemingen die sociale of ecologische verandering als missie hebben en wettelijk beschermd worden tegen aandeelhouders die enkel naar winst kijken.

Honderd jaar geleden ontstonden er in Nederland ook initiatieven met edele motieven. Dat waren ‘stichtingen van goede werken’. B-corporaties avant la lettre. Echter, in de loop der tijd is er van alles omheen ontstaan: slóten subsidies, adviesraden, inspecties, hoogbetaalde bestuurders, consultants, onderzoeksinstituten, vastgoed, gemeentelijke diensten, departementen, wetten en regels. Een conglomeraat aan belangen dat zich niet laat wegdenken.

Benefiet corporaties hebben inkomsten nodig - net zoals sociale instellingen en ideële stichtingen subsidies. Winst is zoiets als zuurstof: je kunt niet zonder, maar je leeft niet om te ademen. B-corporaties bestaan niet om winst te maken maar om verschil te maken. Het gaat daarbij om ideologisch bevlogen, maar wel echte ondernemers - anders ga je gauw failliet.

Bij zo eentje werk ik nu. Zij kent zichzelf een gewoon salaris toe, keert geen dividend uit en winst  - als dat gemaakt wordt - wordt in de medewerkers en het Cliëntenfonds gestopt.

Ze begon na 25 jaar in de jungle van de jeugdzorg haar onderneming met eigen geld en lening op haar huis. Om verschil te maken. Dat is risicovol maar aardig gelukt tot nu toe.

Het is te verwachten dat er weerstand komt. ‘Jullie zijn concurrent’. Of: ‘Jullie zijn een onderneming, dus winstoogmerk’. Bah, vies. Voor sommige financiers is het zelfs reden om je uit te sluiten.

En stichtingen dan, met ‘subsidie-oogmerk‘?

Je kunt duizend nota’s vol visies opstellen en vele miljoenen later van project naar project hollen, subsidies verjubelen aan klinkende programma’s die wel even bepalen wat goed is voor de burger. Maar als het mis gaat met een kind, helpen die niet. Ouders blijven de eerst aangewezenen die kunnen en moeten ingrijpen in het leven van een kind als het niet goed gaat. Ze hebben daarbij steun op maat nodig, geen ‘programma’ of ‘project’. Trouwens, gelukkig heeft maar gemiddeld 10% van de ouders steun nodig en van die 10% heeft een paar procentpunt veel steun nodig of zelfs ingrijpen in hun vrijheid.

Oproep aan gemeenten: besteed je miljoenen niet aan eindeloze ‘inventarisaties’, beleidsnota’s, pilots en CJG’s maar aan rechttoe-rechtaan-steun voor ouders, gezinnen. Heb dat lef. Ga niet zelf zitten ‘regisseren’, laat dat los en vertrouw op je burger die hun weg zoeken via hun vertrouwelingen zoals huisarts, school, de buurvrouw, het consultatiebureau of via Google. Ga niet weer een extra figuur of loket in het leven roepen zoals een ‘generalist’, een ‘sociale huisarts’ of een ‘buurtteam’. Is al zo vaak geprobeerd. Weggegooid geld.

Maak het probleem niet groter dan het is. Dát is de missie van ‘mijn’ B-corporatie.

Je hebt mensen die daar cynisch over doen. Jammer en dom. Want het kan beter en goedkoper.

Mechtild Rietveld

Meer columns van Mechtild Rietveld vindt u hier.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Elma Groen
Beste Mechtild,

Dit is uit mijn hart gegrepen. Juist deze tijd vraagt om focussen op de kern van het werk. Het zou mooi zijn als organisaties het aandurven de vakspecialist weer te laten excelleren zonder dat zij belemmerd worden door de organisatie. Ik weet uit ervaring dat er dan met minder werk, meer werking zal ontstaan! En niet onbelangrijke blijere klanten en medewerkers.....
Advertentie