Amsterdam voert bijverdienpremie in na experiment
Deeltijdwerk is voor mensen in de bijstand vaak niet voordelig omdat inkomsten verrekend worden met de uitkering. Dat is vreemd, zegt Amsterdams wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks), want op die manier vormen de regels een belemmering om aan het werk te gaan.
Amsterdammers in de bijstand kunnen vanaf 1 maart 2021 een zakcentje bijverdienen. Ze mogen een deel van de inkomsten uit deeltijdwerk houden. Zo wil de gemeente de bestaanszekerheid van bijstandsgerechtigden versterken en werken in deeltijd stimuleren. Uiteindelijk moet dat ook leiden tot grotere uitstroom naar voltijdwerk.
Gestraft
Deeltijdwerk is voor mensen in de bijstand vaak niet voordelig omdat inkomsten verrekend worden met de uitkering. Dat is vreemd, zegt Amsterdams wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks), want op die manier vormen de regels een belemmering om aan het werk te gaan. 'We zagen al eerder uit ons eigen onderzoek dat mensen in de bijstand eigenlijk graag parttime aan de slag willen, maar dat niet kunnen omdat ze daar door de regels financieel voor worden gestraft', aldus Groot Wassink.
Experiment
Sinds februari 2018 voert de gemeente het 'Amsterdamse Experiment Bijstand' uit, waarin de premie voor deeltijdwerk wordt getest. Het experiment loopt nog tot 1 maart 2021, maar de tussentijdse resultaten zijn reden genoeg om de deeltijdpremie structureel in te voeren. De bijverdienpremie leidde namelijk tot een groei van het aantal bijstandsgerechtigden dat in deeltijd werkt én een stijging in uitstroom naar voltijdwerk. De regeling loopt tot 31 december 2022 en kan bij goede resultaten verlengd worden.
16 uur
Wel is de nieuwe regeling net wat anders dan de premie waarmee geëxperimenteerd werd. Deelnemers aan het experiment mochten 50 procent van de inkomsten uit deeltijdwerk houden met een maximum van 200 euro per maand. De premie vanaf 1 maart 2021 bedraagt 30 procent van de inkomsten, met een maximum van 215 euro per maand. Dat maximale bedrag wordt bereikt wanneer bijstandsgerechtigden zo’n 16 uur per week betaald werk doen.
Hoogte verschilt
Amsterdam is niet de enige gemeente die werkt met een bijverdienpremie. Vanaf 1 oktober 2020 kunnen bijstandsgerechtigden in Wageningen rekenen op een zelfde soort premie voor deeltijdwerk en in Rotterdam wordt vanaf 1 april 2021 de zogenaamde 'Werkbonus' ingevoerd. Het principe van de regelingen is hetzelfde, maar de hoogte van de premie verschilt. In Rotterdam gaat het om 12,5 procent van het inkomen met een maximum van 105,50 euro per maand. In Wageningen en Amsterdam is het maximale bedrag 215 euro per maand op basis van respectievelijk 25 en 30 procent van het inkomen.
Bestaanszekerheid
Opvallend is dat de gemeente Amsterdam de premie niet alleen gebruikt als een prikkel om mensen aan het werk te krijgen, maar ook om de financiële positie van mensen in de bijstand te verbeteren. Uit het experiment bleek dat deelnemers het extraatje vooral gebruikten om schulden of achterstallige betalingen af te lossen en de vaste lasten te betalen. De gemeente noemt het versterken van de bestaanszekerheid van bijstandsgerechtigden dan ook als een van de doelen van de premie. Hoewel de Participatiewet voorschrijft dat de regeling bedoeld is om arbeidsparticipatie te stimuleren, lijkt de gemeente de premie dus ook in te zetten als inkomensondersteuning.
Als iedere gemeente afzonderlijk gaat experimenteren met de hoogte van bijverdienen wordt het na afloop van het experiment een grote warboel als er moet worden teruggedraaid. Op naar de volgende onderzoekscommissie?